Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Weet ik veel (1963)

Informatie terzijde

Titelpagina van Weet ik veel
Afbeelding van Weet ik veelToon afbeelding van titelpagina van Weet ik veel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.81 MB)

Scans (7.39 MB)

ebook (5.72 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Illustrator

Charles Boost



Genre

proza

Subgenre

bloemlezing
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Weet ik veel

(1963)–S. Carmiggelt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 121]
[p. 121]

Het huis

Van de week op een avond was hij er weer - de oude man. De straat kent hem goed, want hij heeft daar tientallen jaren gewoond met zijn vrouw in een klein huis. 't Was een geëerbiedigd paar, dat helemaal hóórde in die straat en er in de loop der tijden mee scheen te zijn verweven. Hun kinderen speelden er, groeiden er op en gingen hun eigen weg. Toen woonden ze er samen - grijs, stil en verknocht.

Op een dag werd de man ziek.

't Was ernstig en ze brachten hem naar het gasthuis. Terwijl hij daar lag, stierf thuis zijn vrouw. Hij was te ver heen om het te beseffen. Een jaar of vier geleden gebeurde dat allemaal. Toen de vrouw begraven was en de man in het ziekenhuis nog steeds weinig hoop op herstel bood, staken de kinderen de hoofden bij elkaar.

‘Hij maakt het waarschijnlijk niet lang meer,’ redeneerden ze. ‘En als hij dit wèl overleeft, zal hij toch te hulpbehoevend blijven om alleen te wonen.’

Daarom ontruimden ze het huis.

Het was een logische daad.

En dan - er stonden er zó veel te dringen, die er graag in wilden. De tijd verstreek en de oude man herstelde. Op een dag werd hij ontslagen en naar een tehuis gebracht, dat de kinderen voor hem hadden uitgezocht. Hij heeft het daar goed. En hij is inderdáád te oud, om het nog in zijn eentje te redden.

Maar toch heeft hij het verlies van zijn eigen wereld nooit helemaal verwerkt.

Zo nu en dan komt hij, een beetje stram, aanstappen.

In zijn eigen straat gaat hij naar zijn eigen huis en belt aan bij de mensen, die er nu al vier jaar wonen. 't Zijn vreemde mensen. Hij kent ze niet. Maar het huis blijft een vertrouwd attribuut uit zijn vroeger leven dat hem ontvallen is.

Hij wil naar binnen.

En voor het raam zitten, net als toen.

[pagina 122]
[p. 122]

Aanvankelijk behandelden ze hem soepel en omzichtig, maar hij kwam geregeld terug en dat ging tegenstaan.

Toen hij van de week op die avond kwam - moeizaam, doch vastberaden - belde hij tevergeefs.

‘Ze zijn met vakantie,’ zei de buurman.

Dat was ook zo.

Maar de oude bleef bellen en roepen en op de deur bonzen.

Want hij wilde er in.

Zijn huis in.

‘Ga nou toch weg!’ riep een vrouw, die uit een raam hing. ‘Je woont hier allang niet meer.’

‘Je vrouw is al vier jaar dood,’ zei de buurman.

‘Dat hadden jullie me wel eens eerder mogen zeggen,’ antwoordde de oude.

Hij ging op de stoep zitten.

En bleef daar zitten.

Kinderen kwamen om hem heen staan om naar hem te kijken. Zo nu en dan riep een der buren iets tegen hem, op vriendelijke toon. Maar hij bleef zitten, in gedachten verzonken.

De kinderen werden binnen geroepen om naar bed te gaan. Langzaam doofde de straat de lichten en sliep in.

De oude scheen te zijn vergeten.

Pas toen de buurman, die de volgende ochtend het eerst op was, hem nog op de stoep vond, belde hij vijf maal acht.

De agenten kwamen met de wagen voorrijden.

‘Kom opa, we gaan een kopje koffie drinken,’ zeiden ze.

Toen stond hij op en ging gewillig mee.

Zijn straat uit.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken