Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Weet ik veel (1963)

Informatie terzijde

Titelpagina van Weet ik veel
Afbeelding van Weet ik veelToon afbeelding van titelpagina van Weet ik veel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.81 MB)

Scans (7.39 MB)

ebook (5.72 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Illustrator

Charles Boost



Genre

proza

Subgenre

bloemlezing
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Weet ik veel

(1963)–S. Carmiggelt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 125]
[p. 125]

Kerstpakje

Toen ik mij om een uur of vijf huiswaarts spoedde kwam op de donkere gracht een klein, middelbaar vrouwtje naast mij lopen met een boodschappentas en sprak op vinnige toon:

‘Ja, maar dát gaat niet. Allemaal krijgen ze een kerstpakkie en ik niks. Ik word een beetje misgedeeld. Maar als ze nou denken dat ik dat pik, dan hebben ze het toch lelijk mis.’

‘Allicht,’ zei ik.

Het wemelt in Amsterdam van mensen die je, zonder inleiding, mededelingen verstrekken met geen ander doel dan het oogsten van wat instemming.

‘Ik hoef me toch zeker niet achteruit te laten zetten, alleen omdat ik de boel schoonhou?’ vervolgde ze, ‘al die anderen zitten de hele dag achter bureaus te schrijven. Dat kan ik niet. Ja, ik kan wel schrijven, natuurlijk. Nou moet je niet gaan zeggen dat ik niet schrijven kan. Toen ik van school kwam heb ik toevallig ook nog eens een keertje een prijs gekregen voor schoonschrijven. Maar toen had je nog kroontjespennen. Die heb je nou niet meer. Maar even zo vrolijk schrijf ik elke maand zó'n lel van een brief aan m'n dochter in Australië, dus wie zegt dat ik niet schrijven kan die staat te liegen dat-ie barst.’

Ze keek me nijdig van opzij aan.

‘Ik zeg het niet,’ sprak ik.

‘Daar op dat kantoor hoef ik niet te schrijven,’ zei ze, ‘daar kennen ze me nooit toe verplichten. Ik hou de boel schoon. Daar ben ik voor aangenomen geworden. Niet voor schrijven. Voor schoonhouden. En is dat soms niet nodig? Die mensen kunnen toch zeker niet werken in een zwijnenpan? Goed, ik hou de boel knap. Dat wil ik best doen. Maar dan moeten ze me in mijn waarde laten. En niet iedereen een kerstpakkie geven en mij niks.’

‘Tuurlijk niet,’ zei ik.

‘Ik zag het wel,’ vervolgde ze nijdig, ‘ik ben niet blind. Ze hadden allemaal een pakkie. Er zaten eetwaren in. Lekkere dingetjes. Nou, die lust ik ook wel. Voor mij zijn 't toch zeker ook bijzondere

[pagina 126]
[p. 126]

dagen? En als je de mensen dan allemaal ziet zitten met worst en met kaas en met koekies en jij krijgt niks, nou, da's hard hoor. Dat neem ik niet. Ik denk - ik doe me schort af, ik trek me mantel aan en ik ga naar huis en ik kom nooit meer terug. Moeten ze maar zien dat ze een ander vinden voor dat stinkwerk. Want stinkwerk is het. En ondankbaar! Je ken je nagels van je handen werken, maar dacht je dat er ooit iemand zei: ‘Wat ziet het er hier netjes uit?’ Nóóit. In al die eenentwintig jaar niet. Goed, daar ben ik aan gewend. Maar als je dan ook nog geen kerstpakkie krijgt en de enige bent van al die mensen, die overgeslagen wordt, dan is de maat eens een keertje vol. Dan zoeken ze maar een ander voor d'r pokkenkantoor.’

Enige tijd liep zij zwijgend naast me te mokken.

‘Dus - u is daar nu weg,’ begreep ik.

‘Weg?’ vroeg ze, ‘nee. Waarom?’

Haar blik drukte oprechte verbazing uit.

‘Maar u hebt toch geen kerstpakkie gehad,’ zei ik.

‘Ja, stel je vóór!’ riep ze, ‘natuurlijk heb ik het gehad. 't Lag voor me klaar, toen ik wegging. Da's toch niet meer dan billijk? Of moet ik soms niks krijgen, omdat ik de boel alleen schoonhou en niet zit te schrijven achter een bureau. Dat zou toch het toppunt wezen. Schoonhouden moet toch ook gebeuren? Ik doe het al eenentwintig jaar. En als de anderen wat krijgen, dan moet ik het ook. Daar heb ik recht op. Ik laat me niet misdelen. Daar ben ik toevallig zelf eens een keertje bij. Als de anderen wat krijgen en ze slaan mij over, nou, dan ben ik subiet vertrokken. Ik kan heus wel ergens anders gaan werken. Waar ik wél me kerstpakkie krijg. Want als je nou soms denkt dat het rechtvaardig is, om een alleenstaande vrouw over te slaan, die al eenentwintig jaar...’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken