Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Alle de werken. Deel 1 (1862)

Informatie terzijde

Titelpagina van Alle de werken. Deel 1
Afbeelding van Alle de werken. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Alle de werken. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.12 MB)

Scans (56.30 MB)

XML (4.35 MB)

tekstbestand






Editeur

J. van Vloten

Illustrator

Johan Wilhelm Kaiser



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Alle de werken. Deel 1

(1862)–Jacob Cats–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Soo ghy uw papjen blasen kont, gebruyckt doch noyt een vreemden mont.
Quiconque a bouche, ne die a un autre qu'il soufle son pottage.

De Leser heeft sich hier in te beelden iemant die een anders pap wil komen blasen, maer van den selven wert verstooten, met byvoeginge van 't gene het bygevoegde vers seyt:

 
Ick weet, mijn pap is bijster heet,
 
En 't is my boven maten leet,
 
Om dat mijn uytgeteerde maegh
 
Is hol en uytter-maten graegh:
 
Maer efter ben ick niet gesint,
 
Gedient te sijn van uwen wint,
 
En ick en neme geen gedult
 
Dat ghy mijn rijs-pap koelen sult;
[pagina 818]
[p. 818]
 
Want quamj'er met de lippen by,
 
Soo waert ghy meester van den bry.
 
Ick heb, God danck, een eygen mont,
 
En eygen adem is gesont;
 
Het geen' ghy voorhebt, weet ick niet,
 
Hoewel ghy my de lippen biet:
 
En daerom, vrient, èn ghy èn elck,
 
Die blaest al best sijn eygen melck;
 
Want die sijn eygen papjen koelt
 
Hy is'et die hem best gevoelt.
 
Hoort, kinders, hoort een dienstigh woort,
 
En seght het vry uw mackers voort:
 
Als yder een sijn papjen blaest,
 
Als yder een sijn beesjen aest,
 
Als yder een sijn bootschap doet,
 
Als yder een sijn liefjen groet,
 
Als yder stelt sijn eygen maet,
 
Als yder maeckt sijn eygen staet,
 
Als yder ploeght sijn eygen landt,
 
Als yder lost sijn eygen pandt,
 
Als yder bout sijn eygen nest,
 
Dan gaen de saken alderbest.
 
Dus wat ghy sellefs blasen kont,
 
En roept daer toe geen vreemden mont,
 
Want sellefs is de rechte man
 
Die best uw dingen redden kan:
 
En als men kraeut sijn eygen vel,
 
Dan gaen de saken wonder wel.
 
Geen bood' en was'er oyt so goet
 
Gelijck de meester sellefs doet.
 
Nederl.
 
Het ooge van den heer, dat maeckt de peerden vet,
 
Het ooge van de vrou dat maeckt de kamer net.
 
Geen beter hof meester, als de weert selfs.
 
Het beste mis op den acker is 's meesters oogh en voet.
 
Selfs is goet kruyt.
 
Selfs is de man.
 
Geen bode wasser oyt soo soet, Gelijck de meester sellefs doet.
 
Wat ghy alleen kunt doen, roept daer geen andere toe.
 
Niet soo quaet, als quaden toeverlaet.
 
Maeckt uw bedde sooje slapen wilt.
 
Wilt ghy van brieven sijn gedient,
 
Schrijft door een bood' en niet met vrient.
 
Ital.
 
Chi può guazzar l'acqua, non vadi al ponte.
 
Hooghd.
 
Eigen sewr kocht wol.
 
Lat.
 
Nihil perinde saginat equum, ut regis oculus. Plutarch. de Instit. Liber.
 
Spaens.
 
Ni mayor domo que mire por la hazienda, como el Duenno.
 
Frans.
 
Il n'y a point de maistre d'hostel qui prenne garde de si pres au bien de la maison, comme le maistre mesme.
 
Qui ne voit que par les yeux d'autruy, il est taulpe.
 
Qui tient la poile par la queue, il la tourne comme il veut.
 
Arist. in Oecon.
 
Quis sumus in agro optimus? Oculus oeconomicus.
 
Arab. Prov. Erpenii. 1. 26.
 
Nil scabat caput tuum praeter ungues tuos.
 
Ibid. 1. 22.
 
Puta vitem tuam manu tuâ, non alienâ.
 
Vid. Erasmum in Adagio:
 
Suam quifque. rem meminit.
 
Ennius apud Gellium:
 
Ne quid exspectes amicos sacere, quod per te queas.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken