Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Pinokkio in Afrika (ca. 1930-1940 )

Informatie terzijde

Titelpagina van Pinokkio in Afrika
Afbeelding van Pinokkio in Afrika Toon afbeelding van titelpagina van Pinokkio in Afrika

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.41 MB)

Scans (60.91 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Illustrator

Rie Cramer

Vertaler

Louise J. van Everdingen



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Italiaans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Pinokkio in Afrika

(ca. 1930-1940 )–E. Cherubini–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 80]
[p. 80]

XXIII
Pinokkio, bewaakt door een leeuw, loopt nu gevaar van hitte om te komen, maar bij toeval komt er een giraffe, die hem bevrijdt door den leeuw te dooden. Daarop valt Pinokkio, dronken van te veel honing, in een diepen slaap.

* * *

 

Terwijl de marionet wederom zijn mond vol honing stopte, hoorde hij plotseling precies onder zijn voeten een schrikbarend gebrul, zoodat hij een schok kreeg van schrik en haast naar beneden tuimelde. Het was een wonder, dat hij zich nog bijtijds vastgreep, anders zou hij ellendig terecht gekomen zijn in den wijden muil van een vreeselijken leeuw, die gereed stond zich op hem te werpen en hem met één hap te verslinden.

‘Erbarming!’ zei de marionet luid.

En de leeuw scheen met een nieuw, hevig gebrul te antwoorden: ‘Erbarming! Dat dacht ge maar!! Nu zal ik u eens te pakken nemen, leelijke dief die ge bent!’

Toen begon Pinokkio:

‘Ach alsjeblieft, lief leeuwtje, heb toch meelij met een armen jongen zonder vader en moeder, die half dood is van den honger......’

En de leeuw, nog luider brullend:

‘Wie heeft u het recht gegeven u het eigendom van anderen toe te eigenen, zonder het verdiend te hebben door er een of ander nuttig werk voor te doen? Weet ge soms niet, dat op deze wereld geldt: Wie niet werkt, zal ook niet eten?’

[pagina 81]
[p. 81]

En Pinokkio weer:

‘Ge hebt gelijk, mijn beste leeuwtje, en ik ben bereid allen honing, dien ik gegeten heb, tot den laatsten cent te betalen; maar wat ik u bidden mag, blijf me toch niet zoo leelijk aankijken, want ge maakt me zoo verschrikkelijk bang!’

Toen hield de leeuw - alsof hij gehoor gaf aan de smeekbeden van den pop - op met brullen en ging op den grond zitten, streek met zijn eenen poot herhaaldelijk zijn snorren glad, maar bleef den marionet aankijken, alsof hij zeggen wilde:

‘Nu, hoe zit het, komt ge naar beneden of niet?’

En Pinokkio:

‘Hoor eens, leeuwtje, zoo lang ge daar beneden blijft, staande, zittende of liggende, kom ik heusch niet naar beneden. Als ge wilt dat ik weg ga en van dien honing, waarover gij u zoo

illustratie

bezorgd maakt, afblijf, moet ge één ding doen en dat is: ga een honderd kilometer van me vandaan en ik gehoorzaam onmiddellijk!’

Maar de leeuw verroerde zich niet.

Nadat het beest en de pop elkaar zoo een uurtje hadden aangestaard zei Pinokkio bij zichzelf (want het verveelde hem gruwelijk, zoo als een oester op een rots vast te zitten en bovendien blootgesteld aan de zon, die al heeter en heeter werd):

‘Wij hebben elkaar zeker verkeerd begrepen. Die leeuw daar zal een best, braaf beest zijn, dat zich voorgenomen heeft mij ge-

[pagina 82]
[p. 82]

zelschap te houden, en ik moet hem dus bedanken en hem verzoeken het zich om mij toch niet lastig te maken en gerust zijn eigen gang te gaan.’

Toen hij dit bedacht had, stak de pop een vinger op om verlof te vragen iets te zeggen, zooals iedere welopgevoede, gehoorzame scholier doet...... maar had hij het maar nooit gedaan!

Bij die beweging hief de leeuw een zoo vreeselijk gebrul aan, dat het heele bosch er van daverde. Toen begon het dier met zijn staart den grond te geeselen, daarbij een wolk zand omhoog jagend, en terwijl zei het in de leeuwentaai, die Pinokkio evenwel uitstekend begreep:

‘Als ge u nog eens beweegt, zijt ge er geweest!’

Of Pinokkio zich stil hield!

Zoo verliep er weer een uur. De zon brandde steeds feller; Pinokkio kon het haast niet uithouden van de warmte, en van zich bewegen was geen sprake, want iedere keer dat hij het waagde riep het gebrul van dien dwingeland hem dadelijk weer tot de orde.

‘Wat is dat dier een stijfkop!’ merkte Pinokkio bijna barstend van woede op. ‘Wat voor plezier kan hij er toch aan hebben daar zoo doodstil te liggen, terwijl er hier in het bosch toch ruim plaats is voor ons allebei!’

Maar de leeuw bleef roerloos liggen en Pinokkio's lot scheen vast te staan! Hij was er nu van overtuigd, dat hij omkomen moest door die schroeiende hitte en droefgeestig keek hij naar zijn armen en beenen, die onder de brandende stralen van die laaiende zon al aangebrand begonnen te ruiken. Bovendien knaagde inwendig de honger, een honger, zooals hij nog nooit gevoeld had en die al erger en erger werd, vooral omdat binnen het bereik van zijn hand die hemelsche gave, de honing, tegen hem scheen te zeggen:

‘Eet me toch op! Eet me toch op!’ Maar hoe kon hij dat? Bij elke poging kwam een waarschuwend gebrul hem dadelijk den lust benemen.

Maar gelukkig, daar kwam een derde personage het duet van Pinokkio en den leeuw onderbreken.

[pagina 83]
[p. 83]

Een prachtige giraffe, onbekend met het feit, dat er zich op die plek een weinig verkwikkelijk tooneel afspeelde, tenminste voor den marionet, kwam langzaam naderbij al etend van het gras, dat tusschen de struiken groeide en van de bladeren van de groote, doornige acacia's.

Pinokkio zag het dier en herkende het dadelijk, want op school hing er een prachtige plaat van aan den muur. De leeuw zag de giraffe ook en begon te twijfelen, of hij den marionet zou blijven belegeren of de giraffe aanvallen. Hij besloot tot het laatste en, gebruik makend van een oogenblik dat het bevallige dier zijn kop ophief om een paar blaadjes van een hoogen acacia te rukken, nam hij een geweldigen sprong met de bedoeling, zijn tanden in den hals van de giraffe te slaan. Maar op datzelfde oogenblik liet deze, alsof Pinokkio het haar ingefluisterd had, haar kop zakken, zoodat de leeuw het doel van zijn sprong miste, er overheen sprong en op een puntigen paal terecht kwam, waarvan hij zich niet kon losrukken.

Toen Pinokkio zag, dat de leeuw doodelijk gewond was, kreeg hij moed en stak zijn handen weer naar den honing uit.

De giraffe was als een pijl uit een boog weggehold, maar dat had Pinokkio niet eens gemerkt, omdat hij zich met honing aan het volstoppen was. Al smullend maakte hij nog grapjes tegen den nu dooden leeuw en hij bleef toetasten, totdat hij niet meer kon. Geheel verzadigd besloot hij naar den grond af te dalen, maar toen hij beneden was voelde hij zich heel vreemd en begreep zijn eigen bewegingen niet. Hij voelde zich zoo duizelig en zijn beenen schoten erg raar onder hem uit; toen hij hardop met zichzelf wilde praten, hoorde hij zich brabbelen, zooals hij het nog nooit had gedaan. Een r kon hij heelemaal niet meer zeggen.

‘Ik ben bang, dat ik djonken ben,’ trachtte hij met een flauwen lach te zeggen, en zijn oogen schitterden verdacht. ‘Ik vjees, dat ik djonken ben,’ en tegelijk zakte hij bijna door zijn knieën.

‘Zulke aardigheden overkomen meer menschen, die te veel honing eten,’ meende hij te hooren zeggen. En hij draaide zich

[pagina 84]
[p. 84]

om, om te kijken wie die woorden zei, maar dat lukte hem niet, want hij viel als een blok neer en sliep onmiddellijk in.

‘Dat komt van die gulzigheid,’ klonk het weer; het was de stem van den vogel, die hem den honing gewezen had, doch Pinokkio snurkte onderwijl al als een os!

 

[pagina t.o. 84]
[p. t.o. 84]


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken