Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Pinokkio in Afrika (ca. 1930-1940 )

Informatie terzijde

Titelpagina van Pinokkio in Afrika
Afbeelding van Pinokkio in Afrika Toon afbeelding van titelpagina van Pinokkio in Afrika

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.41 MB)

Scans (60.91 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Illustrator

Rie Cramer

Vertaler

Louise J. van Everdingen



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Italiaans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Pinokkio in Afrika

(ca. 1930-1940 )–E. Cherubini–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 138]
[p. 138]

XXXVII
Pinokkio gaat, op een os gezeten, ter jacht op een nijlpaard, waarbij hij wonderen van dapperheid verricht en aanzienlijk rijst in de achting van zijn trouwe onderdanen.

* * *

 

De volgende dag was bestemd voor een groote jacht, die gehouden werd ter eere van den jongen keizer Pinokkio I. Deze zou het best gevonden hebben, als men hem thuis gelaten had, maar hoe zou hij zulk een beleediging hebben kunnen aandoen aan den nijlpaardendoctor, die zich zoo ingespannen had om een heele kudde van die bevallige dieren op een paar km afstands van het vorstelijk verblijf te ontdekken? De ijver van dezen allertrouwsten onderdaan moest toch beloond worden, want hij was heel wat vlijtiger geweest dan de leeuwen-, olifanten- en tijgerdoctors, die in al dien tijd niets ontdekt hadden om er Zijne Majesteit mee te vermaken!

Dat was tenminste de meening zijner Ministers en Pinokkio had al begrepen, dat de zijne tegenover de hunne geen steek waard was. Bovendien ging het om de wetenschap, en hoewel Pinokkio zijn eigen inzichten omtrent studeeren geuit had, kon hij toch niet nalaten de beoefenaars der wetenschap aan te moedigen, want zij vormden immers het mooiste intellectueele bezit van den Staat!

Genoemde doctoren waren inderdaad menschen van aanzien, die zich bezighielden met het opsporen van de voetsporen van dieren; maar wat Pinokkio het vreemdst vond, ze deden dat niet om ze te genezen, maar om ze te dooden!

[pagina 139]
[p. 139]

‘'s Lands wijs, 's lands eer!’ besloot Pinokkio altijd maar, zonder er zich verder het hoofd mee te breken.

Derhalve stonden twee uur vóór zonsopgang de Hofdignitarissen, gewapend met bogen, pijlen en assegaaien, voor het vorstelijk verblijf geschaard, wachtende totdat de keizer zijn plaats - ruiter te paard - op een os zou innemen, waarvan de Eerste Kamerheer de teugels vasthield.

Men behoefde slechts kort te wachten, want Pinokkio I verscheen met een vriendelijk lachje op zijn gelaat en woede in het hart; maar goed, dat zijn trouwe onderdanen dat laatste niet wisten!!!

De boosheid van den marionet kwam, doordat hij bij het eerste hanengekraai had moeten opstaan; dat vond hij allerminst passend voor den koning der vorsten!

‘Ben ik nu keizer, of ben ik het niet?!’ zei hij bij zichzelf. ‘Als ik werkelijk keizer ben, dan zou ik toch meenen het recht te moeten hebben te slapen, zoolang als ik wil, waarde heeren ministers! Wat dat eten betreft, het spreekt van zelf dat ik dat doen moet als de eischen van den dienst zulks vorderen, maar met het slapen is dat iets heel anders. En bij de eerste de beste gelegenheid, geachte heeren, zullen we het daarover eens hebben!’

Maar op het gezicht van den marionet stond van dit alles niets te lezen, en daar hij zag dat het heele Hof gereed was voor het vertrek, oordeelde hij het oogenblik van weggaan gekomen.

En reeds maakte hij hiervoor toebereidselen, toen de Eerste Ceremoniemeester voor hem kwam staan, een eerbiedige buiging maakte, hem bij de hand vatte en hem uitnoodigde den os te bestijgen, dien de Eerste Kamerheer bereid hield.

‘Zijt ge allemaal gek geworden?’ dacht Pinokkio en zette een donker gezicht. ‘Daar is toch geen denken aan, dat ik op een stier zal gaan rijden, waarde heeren! Sinds wanneer worden ossen als rijdieren gebruikt?...... Wat zijn dat voor malle gewoonten!!...... Wie verzekert me, dat dit dier me niet in de eerste de beste sloot werpt? Wat zorgen die heeren hier goed voor hun Keizer! Ik zou haast gaan gelooven, dat ze zich van

[pagina 140]
[p. 140]

mij willen ontdoen om een opvolger te kunnen kiezen en weer te gaan feestvieren!!’

Doch er zat niets anders op en de marionet, die dat best begreep, koos de wijste partij en nam een grooten sprong, zoodat hij ineens op den rug van den os zat, die roerloos bleef staan, als was er slechts een vliegje op hem komen zitten.

‘Braaf dier, dat je bent!’ zei Pinokkio geheel gerustgesteld, en met een prachtig gebaar gaf hij het teeken tot vertrekken.

De zon straalde reeds in vollen glans boven den horizon, toen onze edele jagers zich dichtbij een groote rivier bevonden, waarvan de kristalheldere golfjes zich duidelijk afteekenden tegen de weelderig begroeide vlakte.

Dit was de plek, waar de jacht zou worden gehouden, een jacht, die één van de allergevaarlijkste is onder de vele, waaraan Pinokkio's onderdanen met grooten hartstocht deelnemen.

Als slangen tusschen het hooge dichte gras voortkruipend, en voorafgegaan door den nijlpaardendoctor, naderden de jagers met gespitste ooren de rivier; hun oogen staarden verlangend, hun handen omklemden hun boog, bereid als ze waren op het eerste dier, dat zich vertoonde, een hagelbui van pijlen af te schieten.

Pinokkio, die beweerde wat pijn aan zijn linkervoet te hebben, was heel stilletjes achteraan geraakt. Hij had nooit, behalve voor het jagen op vlinders met een netje, of op vliegen met zijn hand, een groote liefde voor de jacht gekoesterd en in zijn hart verwenschte hij het noodlot, dat hem altijd dwong dingen te doen, die hem niet aanstonden. Graag was hij op den eersten den besten steen gaan zitten, dien hij zag, en daar keek hij dan ook naar uit; maar toen hij even opzag, ontmoetten zijn oogen die van den Eersten Kamerheer en daarin las hij een ernstig verwijt, en tegelijkertijd iets boosaardig plagerigs, wat hem hevig uit zijn humeur bracht.

Daar hem die brutaliteit van zijn onderdaan buitengewoon onaangenaam aandeed, duwde de marionet met een snelle beweging zijn hoed achteruit en keek den man met een overmoedigen blik aan, alsof hij zeggen wilde:

‘Nu zal ik u toch eens laten zien, die Pinokkio is en hoe

[pagina 141]
[p. 141]

hij altijd geweest is!’ en zijn pas versnellend kwam hij bij de rivier aan op hetzelfde oogenblik, dat de jagers een groot nijlpaard tusschen het riet hadden ontdekt en het met pijlen begonnen te bestoken.

Het gewonde dier trachtte zich aan zijn verwoede aanvallers te onttrekken, en deze wanhoopten er reeds aan het op den oever te zullen krijgen.

‘Er zou iemand te water moeten gaan en het met assegaaien afmaken!’ zei de Eerste Kamerheer, maar niemand bewoog zich.



illustratie

Plotseling klonk een luide stem: ‘Dan doe ik het!’

En onder de bewonderende en verschrikte kreten zijner onderdanen, wierp Pinokkio zich in de rivier en zwom naar het groote dier toe, dat hijgde als een locomotief onder stoom.

Het nijlpaard, dat den vijand rook, draaide zich om met een verschrikkelijke bedoeling, maar de marionet draaide vlug als een tol er om heen en greep het bij zijn korten, dikken staart.

Toen het dier zich zoo aan zijn staart voelde trekken werd het woedend, en om zich van dien lastpost te bevrijden, begon het als een dolle in het rond te draaien, zooals een hond wel doet als hij een vlieg wil ophappen, die hem van achteren steekt.

Dat tegelijkertijd grappige en vreeselijke schouwspel duurde wel een minuut of vijf en al dien tijd schaterde Pinokkio van pret, zonder een oogenblik te denken aan wat er met hem zou gebeuren, als die vreeselijke slagtanden hem te pakken kregen.

[pagina 142]
[p. 142]

Eindelijk dook het dier als blind van woede zóó snel onder, dat het zich van den marionet bevrijdde en ze met hun allen leelijk op hun neus keken!

Dit avontuur, dat er buitengewoon toe bijdroeg de achting voor den keizer bij zijn zwarte onderdanen te doen toenemen, beviel den Hofkok heelemaal niet, want hij had al plan gemaakt een buitengewonen maaltijd van het vleesch van den dikhuid te bereiden en de in asch gebraden tong en voeten ervan aan Zijne Keizerlijke Majesteit aan te bieden. Maar Pinokkio troostte hem onmiddellijk met de verzekering, dat hij het best kon stellen zonder die lekkernijen.

 


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken