Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int Latijn (1561)

Informatie terzijde

Titelpagina van Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int Latijn
Afbeelding van Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int LatijnToon afbeelding van titelpagina van Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int Latijn

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.10 MB)

ebook (3.18 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Vertaler

D.V. Coornhert



Genre

proza

Subgenre

vertaling
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int Latijn

(1561)–Marcus Tullius Cicero–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio 31v]
[fol. 31v]

Hoemen hem draghen sal in tbestaen van periculose ende sorghelijcke saken.
Het xxix. Capit.

Ende soomen eenighe vint (als voorgeseyt is) die den crijchshandel bouen de burgherlijcke prijsen: soo zijnder ooc vele die periculose ende listighe aenslaghen heerlijcker ende verre bouen rustighe ende vreedsame ghedachten groot wanen. Tis wel so, datmen (om niet weerloos ende bloode te schijnen) de periculen niet geheel ontulieden sal: maer men moet sich oock wel hoeden, dat wy ons niet sonder sake in pericule en begheuen: wantmen niet sotteliker en mach doen. De ghewoonte vanden medecijnen, int bestaen van periculose dinghen, dient daeromme best nagheuolcht. Dese gheuen in ghemeene oft lichte siecten, oock lichte onschadelijcke medecijnen: als si in sorchlijcke sware siecten ghenootsaect werden, tot het ghebruyck van periculose ende sorchlijcke recepten. Daerom ist een sot die in schoon weder om tempeest wenscht: maer met alder manieren sich wel inden storm te hebben betaemt den wijsen: ende dat dies te meer, ist dat int door redderen vander saken, meer goets,

[Folio 32r]
[fol. 32r]

dan int tvvijfelen quaets gheleghen is. Maer sommighe saken zijn den ghenen periculoos diese aenuaerden: sommighe zijn sorchlijck voor tghemeen weluaert: so comen oock sommighe van haer eere, ende sommighe vander burgheren goede ionste te verliesen. Daeromme behoren wy bereyder te wesen tot ons eyghen periculen, dan tot de ghemeene: oock ghereeder te zijn om voor ons name ende fame te strijden, dan voor ander saken. Men heefter vele geuonden, die niet alleene bereydt en waren om hun goeden, maer ooc om tleuen voor tvaderlant te laten: ende nochtans om huer vaderlant (wiens noot sulcx dan eysschende was) huer eere niet en wilden verliesen. Alsoo heeft Callicratides hertoge vanden Lacedoniers (na dat hy veel saken heerlijcken gedaen hadde) ten laetsten al tspit (somen seyt) inder asschen gevvent: als hi den raet niet en vvilde volgen, der geenre die hem seyden dat hy met zijn schepen van Arginusse vertrecken ende niet tegen die van Athenen strijden en soude: den vvelcken hy antvvoorde, dat die van Lacedemonien die vloot scepen al verloren hebbende, wel weder ander schepen toe souden rusten: maer dat hy sonder sinen grote schande, niet vlieden en mochte. Nv was dese nederlage den Lacede-

[Folio 32v]
[fol. 32v]

moniers noch draghelijck: maer die was haer verderffenisse, door de welcke Cleombrotus zijnre vianden nijdt beduchtende ende te vermetelijck teghens Epaminondas strijdende, alle den macht vanden Lacedemoniers te gronde brachte. Maer hoe merckelijcken beter dede Q. Fabius Maximus? vanden welcken de Poete Ennius gheseyt heeft.

 
Ga naar margenoot+Een mans vertoeuen, halp ons haest vveder tot macht,
 
Die tghemeen vveluaert bouen zijn faem heeft gheacht,
 
Tvvelck hem naemaels prijs, eer en glorie bracht.

Vvelcke maniere van dolinghe oock in burgerlijcke saken te vermijden is. Vvant men vinter die wt vreesen van anderen haer gheuoelen ende meyninghe (al waert ooc d'alderbeste) niet en doruen segghen.

margenoot+
Onuersculde quade geruchten te verachten betaemt den vromen mannen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken