Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int Latijn (1561)

Informatie terzijde

Titelpagina van Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int Latijn
Afbeelding van Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int LatijnToon afbeelding van titelpagina van Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int Latijn

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.10 MB)

ebook (3.18 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Vertaler

D.V. Coornhert



Genre

proza

Subgenre

vertaling
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int Latijn

(1561)–Marcus Tullius Cicero–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Datmen sommige deelen des lichaems behoort te bedecken, ooc mede dattet schande is, sommighe dingen opentlijcken te doen oft te segghen.
Het L. Capit.

Inden eersten so schijnt de nature selfs wel sonderlinghen acht genomen te hebben op ons lichame: die ons beeldenisse ende gedaente also gheschapen heeft, dat si tgene daer eenrehande eerlijckheyt oft verchieringhe inne was, opentlijcken ende voor ooghen ghestelt heeft: daer teghens si weder sommige deelen ons lichaems, die totter naturen noodtruft ghegeuen, maer mishaghelijc ende snoode om t'aenschouwen zijn, bedect ende verborgen heeft. D'eerbaer schamelheyt der menschen heeft dese welberadene scheppinghe ende schickinge der naturen nageuolcht. Want alle die redelijc verstant hebben, bedecken voort ghesicht, de dinghen die vander naturen bedect zijn: si doen de noodtruftige wercken der naturen opt alder heymelijcste: noch si en noemen

[Folio 50r]
[fol. 50r]

sulcke leden, oock tghebruyck' daer van niet met haer eyghen namen, hoe wel dees leden ende tghebruyck noodtruftich zijn. Ende is tghene dat niet oneerlick en is om te doen (alst maer heymelijc geschiet) seer groote schande om te segghen: alsoo dat sulcx openbaerlic te bedrijuen, is een geyle en cuysheyt ende grote onbescaemtheyt: ooc is het seggen putierich ende rabbauwich. Men sal hier niet achten op de Cinicos (dat zijn hontsche Philosophen) noch op sommighe Stoicos (die vol nae hontsch zijn) die ons straffen ende bespotten dat wy snoode achten sommighe woorden van dingen die nochtans in haer selfs niet oneerlijck noch schandelick en zijn: ende niet en scroemen met haer eyghen namen te noemen dinghen die in haer selfs quaet ende snoode zijn. Als moorden, bedrieghen, ouerspel doen, zijn int doen lelick ende snoode, ende worden wel met eeren ghesproken ende genaemt: maer kinderen te winnen is eerlick om doen ende schandelijck om segghen: met noch meer dierghelijcke saken die si (in een meninghe) teghen d'eerbare schaemte disputeren. Maer laet ons de nature volghen ende vlieden oft mijden alle tghene daer tghesichte der oogen ende tghehoor vanden ooren een schroemen ende onlust inne heeft. Men schicke al

[Folio 50v]
[fol. 50v]

tgelaet, het staen, den ganc, sitten, leggen, aensicht, ooghen ende tasten na dese betamelicheyt ende eerbaerheyt der naturen. Inw elcke dingen twee saken vermijt moeten werden: het eene is dat wi niet te brootdroncken noch te seer teeder en zijn: tander, dat wi niet te grof ende te boerachtich zijn. Dese eerbaerheyt en salmen de batement speelders ende aduocaten so niet toe schrijuen, als oft die henluyden alleen betaemde ende ons niet. Dees luyder ghewoonte heeft van outs sulcken regule, dat niemandt van hun opt taneel en mach comen, sonder broeck aen te hebben: ende dat wt vresen doort opwaeyen eens cleets oft anders erghens oneerbaerlick bloot ghesien te werden. Ten is oock ons maniere niet dat de manbare sonen met huer vaders, noch de swaghers met haerder huysvrouwen vaders baden. Daeromme salmen dese maniere van schamelheit onderhouden, bysonder oock om dat de nature selfs sulcx leert ende onderwijst.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken