Officia Ciceronis, leerende wat yeghelijck in allen staten behoort te doen, bescreuen int Latijn

Van ghesontheyt ende vanden huyslijcken oorbaer.
Het xvii. Capit.

De gesontheyt wert onderhouden door goede kennisse van zijn selfs lichame ende nature: door goede achtneminge opte dingen die ons schadelijc oft gesont zijn: door soberheit in spijsen ende cleederen diemen alleen ter noodtruft behoort te gebruicken: door willige deruinge van wellusten: ende ten laetsten door de conste der medecijnen ende diergelijcke consten welcke totten lichame strecken ende dienen. Maer den huysoorbaer behoortmen te soecken in dingen daer geen oneerbaerheyt met allen in gelegen en is: ende dan

[fol. 98r]

bewaertmen tgewonnen door naerstich toesicht ende sparen: die tgoet ooc wel doen vermeren. ⁺Xenophon Socraticus heeft dese materie bequamelic bescreuen in tboec datmen Oeconomicus noemt: twelcke ic, van uwer oude wesende wt tgriecx in Latijn vertaelde.

+ Sparen ende toesicht vermeeren tgewonnen goet.