Flamingo en Sabakoe
In het grijze verleden - zo vertelde mijn grootmoeder Pipi mij - waren de families Flamingo en Sabakoe goed bevriend met elkaar. Dikwijls gingen vader Flamingo en vader Sabakoe samen jagen of vissen.
Sabakoe was een grappenmaker. Dikwijls vertelde hij aan zijn jachtvriend koddige belevenissen. Hij deed het met een stalen gezicht zonder een spiertje te vertrekken, zo'n droogkomiek was hij.
Op een goede morgen vertelde Flamingo aan vrouw en kinderen dat hij overmorgen met Sabakoe een lange tocht zou gaan maken. Ze zouden verschillende landen bereizen, en soortgenoten opzoeken om de verbroken familiebanden aan te halen.
Moeder Flamingo was eerst tegen zo'n verre reis. Maar tenslotte gaf zij toe. Alles werd in gereedheid gebracht voor de wereldreis. Van moeder Flamingo kreeg Flamingo een kleine fles met een rode vloeistof erin mee. Dat was een sterke medicijn die zij bereid had.
Het moment van vertrek was aangebroken. De twee reizigers stapten in hun korjaal en daar gingen zij de rivier af. Ze kwamen bij de monding. Oneindig wijd lag de zee voor hen open.
Waar eindigt deze zee? vroeg Sabakoe zich af. Onverschrokken en vol moed koersten Flamingo en Sabakoe recht de zee in. Er stond een sterke wind en een zware golfslag.
Na vele weken varen bereikten de reizigers Apenland. Ze werden vriendelijk ontvangen en onthaald door de gouverneur der apen. In een mooie wagen werden ze door de stad gereden. Ter hunner ere werd een groot feest gehouden. En toen zij hun reis voortzetten, kregen zij vele geschenken en dranken mee.
Na wederom een lange tocht kwamen ze in Kaaimanland aan. Ze waren zeer verwonderd over de kaaimannen, die zij zagen. En wel omdat de kaaimannen van alle mogelijke kleuren waren. Er waren er van pikzwarte tot sneeuwwitte.
Nadat de onvermoeide reizigers vele landen bezocht hadden, kwamen ze op hun laatste plaats van bestemming, het koninkrijk der Kolibri's. Hier zagen zij vele geleerden, die zich allemaal bezig hielden met ontwerpen en maken van mooie klederen, in grote fabrieken. De twee vrienden keken hun ogen uit.
Wederom werd een groot feest voor hen gegeven. Heer Flamingo dronk zoveel kasiri dat hij er dronken van werd. Sabakoe dacht: het is het beste dat ik hem wat van de medicijn geef, die zijn vrouw ons heeft meegegeven, anders misdraagt hij zich misschien. Maar Flamingo verzette zich, en zo gebeurde het dat de rode medicijn op zijn mooie witte pak viel. Hij werd vuurrood.
Sedertdien zijn de Flamingo's zo mooi rood.