De vijandschap tussen kaaiman en watradagoe. (Arowaks)
Arwalie, de zon, was goed voor de Indianen. Zijn echte naam was Hadali, en zijn alledaagse naam was Arriwiri.
Zon Arwalie dan kwam elk jaar een keer op aarde in de gedaante van een man. Hij ging dan vissen. Altijd ving hij een heleboel vis en deelde de vangst uit onder de Indianen.
In het begin wisten de Indianen niet dat Arwalie eigenlijk de zon was. Zij wisten alleen dat de Indiaan, die zoveel vis vingen de buit onder hen verdeelde, Arwalie heette. Toen ze eindelijk te weten waren gekomen dat Arwalie niemand minder dan de verzengende Hadali was, waren ze toch niet bang voor hem. Hij deed ze immers niets dan goeds.
Het gebeurde een keer dat Arwalie weer onder de Indianen was gekomen om te vissen. Hij ging naar een kreek en zette daar zijn masoewa's, zijn fuiken, uit. Hij was van plan dit jaar een heel grote hoeveelheid vis te vangen en uit te delen, omdat hij het volgende jaar niet naar de aarde zou komen. Daarom zette Arwalie een heleboel vismanden in de kreek uit om de vissen te verschalken.
Na enkele dagen ging Arwalie terug naar de kreek om te kijken hoeveel vis hij wel gevangen had.
Hij ontstak in grote woede, toen hij daar gekomen opmerkte dat een groot aantal van de fuiken vernield was.
En wie zag Arwalie in het water liggen? Meneer Kaaiman. Zonder Kaaiman iets te vragen stormde Arwalie op hem afen begon kaaiman te bewerken met zijn sapakana, zijn houwer. Kaaiman schreeuwde en jammerde. Maar Arwalie luisterde niet haar hem. O, machtige Arwalie, brulde Kaaiman; O maniri, vriend, ik heb je vismanden niet vernield; ik lig me maarte koesteren in de warme zon; ik heb niets gedaan.
Eindelijk kwam Arwalie tot bezinning. Hij hield op met kappen en vroeg: ‘Wie heeft mijn luiken dan wel vernield?’ ‘Het is Makoranate, de watradagoe’, jammerde Kaaiman. ‘Hij is met zijn hele familie hier geweest. Ze hebben de vismanden open gebroken en al de vissen opgegeten.’
Arwalie bood zijn verontschuldigingen aan Kaaiman aan dat hij hem ten onrechte zo behandeld had. Hij was erg boos op watradagoe en beloofde deze een gevoelige straf te geven, als hij hem te pakken kreeg.
Sedertdien is er vijandschap tussen Kaaiman en Watradagoe.
En Watradagoe houdt zich altijd in het water of in schaduwrijke plekjes schuil om Arwalie niet te ontmoeten.