Katjoesi Perro Maro
In de oude tijd waren Katjoesie en Perromaro, de Tijger en de Hond beste vrienden van elkaar. De hond was er trots op dat hij een vriend van Katjoesie, Tijger mocht zijn. En de Tijger op zijn beurt voelde zich gelukkig in het gezelschap van Hond, die altijd vrolijk was.
Altijd lachte Hond of kwispelde met zijn staart, wanneer hij Tijger ontmoette. Tijger gromde dan een beetje vriendelijk en streek langs zijn lange tijgersnor.
Op een keertje werd heer Tijger ziek. Ach, ach, wat waren de dieren in het bos bedroefd, toen ze het bericht vernamen. Velen gingen de zieke Tijger bezoeken. Ze brachten allerlei lekkernijen voor hem mee, opdat hij heel gauw beter kon worden.
Ook Jakono Perro, Vriend Hond, liet van zijn belangstelling blijken. Elke keer, wanneer hij zijn zieke vriend bezocht huilde hij zo jammerlijk dat alle andere dieren medelijden met Hond kregen. Hij kwispelde niet meer met zijn staart. Zijn oren hingen slap aan zijn kop. Hond werd zienderogen magerder van verdriet om zijn vriend. Want Hond dacht aan de vele goede dagen tussen hem en vriend Tijger. Toen ze samen gingen jagen. Toen ze samen gingen dansen. Toen ze samen hun kostgrond aanlegden. Helaas, nu kon dit alles niet meer plaatsvinden, want Tijger, de sterke, trouwe jakono, vriend, was heel erg ziek.
Elke dag bracht Hond een kalebas met soep voor Tijger. O, wat slurpte Tijger dan de heerlijke en krachtige soep op.
‘Jakono, vriend’, sprak op zekere dag Tijger tot Hond. ‘Doe niet zoveel moeite meer om die soep voor mij te brengen. Ik voel, dat ik weer opknap. En 't was ook zo. Met de dag werd heer Tijger wat beter. En Tijger werd weer helemaal beter. Van alle kanten kreeg hij gelukwensen toegezonden voor een eeuwige beterschap. Ziezo, dat was dat!! De twee vrienden gingen weer samen uit.
Maar het ongeluk wilde hebben, dat een kind van Hond dood ging. Grote droefheid heerste toen in het huis van Hond. Dieren van alle soorten woonden de begrafenis bij. Maar wie verscheen hierbij niet? Heer Tijger! Toen werd Hond erg boos op hem. Na een paar dagen ging Hond bij Tijger. Deze was echter niet thuis. Alleen de kinderen waren thuis. Van woede en teleurstelling gaf Hond al de kleine tijgers een pak slaag. Toen ging hij weer weg. Nadat Tijger en zijn vrouw thuis waren gekomen en vernamen wat hun vriend Hond had gedaan, werd Tijger woedend op Hond. Tijger sprong een paar keren in de lucht en rende meteen naar het huis van de brutale Hond. Hij zou hem wat mores leren!! Tijger balde zijn vuisten onderweg. Zijn nagels scherpte hij aan een jonge boom. ‘O wee, o wee, Hond, als ik je te pakken krijg....!!!, brulde en gromde de Tijger. Intussen had hij zo'n hels lawaai gemaakt, dat Hond hem