Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Lexicon van de jeugdliteratuur (1982-2014)

Informatie terzijde

Titelpagina van Lexicon van de jeugdliteratuur
Afbeelding van Lexicon van de jeugdliteratuurToon afbeelding van titelpagina van Lexicon van de jeugdliteratuur

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/biografie
bibliografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Lexicon van de jeugdliteratuur

(1982-2014)–Jan van Coillie, Wilma van der Pennen, Jos Staal, Herman Tromp–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

A.J. Hoogenbirk

door Richard van Schoonderwoerd



illustratie

Adolf Jacob Hoogenbirk werd geboren in Amsterdam op 7 september 1848. Zijn vader kwam uit een timmermansgeslacht. Het vrome gezin Hoogenbirk, van oorsprong hervormd, voelde zich aangetrokken tot de prediking van de bekende dominee Jan de Liefde, stichter van de Vrije Evangelische Gemeente in Amsterdam. De voor De Liefde werkende evangelist Eduard Gerdes, leider van de kinderkerk, heeft veel invloed gehad op de ontwikkeling van de jonge Hoogenbirk. Zowel De Liefde als Gerdes was in de negentiende eeuw een belangrijke auteur van protestants-christelijke kinderboeken.

Hoogenbirk zette zich gedurende zijn hele leven in voor evangelisatiewerk en christelijke barmhartigheid, maar sloot zich bij geen enkel kerkgenootschap aan. Vanaf 1866 werkte hij als hulponderwijzer en als zondagsschoolonderwijzer. Met de kwaliteit van dit laatste onderwijs was hij zeer begaan. Hij richtte voor een betere vorming de Opleidingsschool voor Zondagsschoolonderwijzers op. Ook was hij lange tijd werkzaam voor het Nederlandsch Jongelings Verbond, dat jeugdwerk verrichtte onder de hervormde jeugd. Hoogenbirk profileerde zich zijn hele leven als een conservatief protestant. Voor de opvattingen van jongeren en voor vernieuwingen kon hij weinig begrip opbrengen. Diverse conflicten waren het gevolg.

De beginselen van de Vereeniging Tot Heil des Volks te Amsterdam kwamen wel volledig met de overtuiging van Hoogenbirk overeen. Hij werkte er dan ook meer dan vijftig jaar (1866-1918) in verscheidene func-

[pagina 2]
[p. 2]

ties. Van deze vereniging, die nog steeds bestaat, kan men de doelstelling omschrijven als het verrichten van christelijk sociaal werk.

Hoogenbirk trouwde laat: hij was vijftig toen hij in 1898 huwde met Johanna Margaretha van Riessen. Hij overleed in Amsterdam op 9 december 1920.

Werk

Hoogenbirk publiceerde zijn eerste verhaal voor de jeugd al op veertienjarige leeftijd. Het verscheen in het door Eduard Gerdes opgerichte jeugdtijdschrift Samuël en had als titel ‘In de veelheid des woorden ontbreekt de overtreding niet’. Bij het verschijnen, in 1915, van de vijfde druk van De timmerman van Nimes of De nachtelijke verrassing (1874), gaf Hoogenbirk zelf aan dat dit het eerste boekje was dat van zijn hand verscheen. Hij geeft meteen een korte boekgeschiedenis als hij schrijft: ‘Met bijzonder genoegen leid ik deze nieuwe, vijfde uitgaaf bij de lezers in. 't Is nu een 40 jaar geleden, dat de timmerman voor het eerst verscheen; de eersteling, in zekeren zin althans, van de lange reeks verhalen voor jong en oud die ik verder mocht geven. God heeft dit boekske den weg voorspoedig gemaakt. Blijve er Zijn zegen op rusten. De Uitgever heeft het een nieuw kleed aangetrokken en indien wij de eerste uitgaaf met dezen vijfden druk konden vergelijken, zou verrassend in het oog vallen, hoezeer wij op den weg der kinderlectuur, ook wat den vorm aangaat, met reuzenschreden zijn vooruit gegaan. Dit werkje met zijn mooien omslag, sprekende plaatjes en pittige zwartjes lokt inderdaad tot lezen uit.’

De kinderboeken van Hoogenbirk verschenen eerst bij Höveker te Amsterdam, later gaf Callenbach in Nijkerk ze uit. Hoogenbirk vond voor zijn werk, zowel sociaal als literair, inspiratie bij de Reveilbeweging, die zich richtte op christelijke herbeleving, armenzorg en evangelisatie. De beweging was in de tijd van Hoogenbirk al lang niet meer actief maar had nog steeds grote invloed en navolging. De kinderboeken van A.J. Hoogenbirk hebben daarom vaak een sterk evangeliserende signatuur. Zijn onderwerpen zocht hij niet altijd dicht bij huis. Sommige verhalen spelen in exotische streken, andere in omliggende landen, speciaal Frankrijk en Duitsland. Oorlog en oorlogsdrama is een vaak terugkerend onderwerp, waarbij de ‘glorie’ van de oorlog veroordeeld wordt. De meeste van zijn verhalen liet Hoogenbirk echter in eigen land spelen, vaak in zijn woonplaats Amsterdam, maar ook wel in wat achtergebleven streken. Hij creëerde daarmee een oeuvre met veel uiteenlopende onderwerpen. Zoals meer auteurs uit die tijd kan hij ervan verdacht worden zo nu en dan her en der wat over de grens te hebben gelezen om weer een verhaal te kunnen afleveren.

De docter in 't Moorenland of Van West naar Oost (1885) vertelt de geschiede-

[pagina 3]
[p. 3]

nis van een matroos die in handen valt van de Barbarijse zeerovers. Doordat hij zich ontwikkelt tot arts, kan hij veel goeds doen voor de gevangenen.

Christina's wensen (1889) is het verhaal van een eenvoudig meisje dat een dame wil worden. Onderhoudend verteld en met tragikomische elementen: een leidekker valt van het dak zonder enige kwetsuur, maar valt daarna dronken van zijn cafékruk en is dood. De waarschuwingen in dit verhaal zijn duidelijk.

In De burgemeester en zijn vijand (1917) neemt de zoon van een smokkelaar wraak op de burgemeester, omdat die zijn vader heeft laten veroordelen. De wraak mislukt en burgemeester en smokkelaarszoon zien beiden hun onjuiste gedrag in.

Bij God verkoren, dat in 1919 verscheen, vertelt in een tamelijk gering aantal bladzijden de gebeurtenissen in een circus, een reis naar Indië, een schipbreuk, een ontmoeting in den vreemde met een oude bekende en de geschiedenis van een evangelist.

Hoogenbirks stijl van schrijven kon behoorlijk langdradig zijn, ellenlange zinnen waren geen uitzondering. Uit De torenbrand (1912): ‘Want toen de directeur was vertrokken, en de onderdirecteur ons kwam zeggen, dat de school heden voor een poos werd gesloten, dat we onze boeken en andere zaken mee moesten nemen, dat wie buiten woonden, nog hedenavond naar hun ouders zouden worden gebracht en eindelijk

illustratie
Illustratie van Frans van Noorden uit Bij God verkoren


dat we vooreerst thuis zouden blijven, en den tijd zoo goed mogelijk besteden - toen begonnen we, als jongens, de zaak van de besten kant te bezien, en waren de tranen spoedig gedroogd.’

In totaal publiceerde Hoogenbirk meer dan vijftig titels voor de jeugd. Verscheidene boekjes zijn meerdere malen herdrukt. Bijzonder is dat enkele van zijn kinderboeken nog steeds herdrukt worden. De orthodoxe uitgever De Schatkamer te Rumpt brengt nog regelmatig herdrukken uit van zijn werk voor de jeugd.

Nadat hij het onderwijs verlaten had, werkte Hoogenbirk als journalist en bestuurder. In 1878 werd hij benoemd tot redacteur buitenland bij de antirevolutionaire krant De

[pagina 4]
[p. 4]

Standaard. Hij verzorgde ook veertig jaar lang de kinderrubriek voor De Heraut, eveneens een blad van Abraham Kuyper. Met de gereformeerde Kuyper kon Hoogenbirk slecht overweg. In 1891 werd hij bij De Standaard ontslagen wegens ongeschiktheid en conflictueuze situaties. Voor de protestants-christelijke literatuur is Hoogenbirk belangrijk geweest door de oprichting, in 1896, van het maandblad Ons Tijdschrift. Ook daar kwam het na enige jaren tot een conflict. De conservatieve Hoogenbirk, die bijvoorbeeld niets moest hebben van de Tachtigers, hield de ontwikkeling van het blad tegen. De uitgever en de jongere lichting zetten hem toen buitenspel. Met nieuw elan richtte Hoogenbirk een nieuw letterkundig blad op, Bloesem en Vrucht, dat hij op zijn eigen manier kon invullen. Verder was hij oprichter van of medewerker aan diverse andere bladen, zoals De Jongelingsbode, Excelsior en Timotheüs. Na 1918 moest hij door een zwakke gezondheid het merendeel van zijn werkzaamheden opgeven.

Waardering

Hoogenbirk was een belangrijk man in de protestants-christelijke literatuur van zijn tijd. Hij was ook een belangrijk auteur voor kinderen, schrijvend in de geest van Jan de Liefde en E. Gerdes. Via de Nederlandsche Zondagsschool Vereeniging zorgde hij ervoor dat de verspreiding van kinderboeken bij de zondagsscholen flink werd uitgebreid. Zo ontstond een sterk segment in de markt, de zogeheten zondagsschoollectuur. Over het werk van Hoogenbirk zijn de nodige recensies bewaard gebleven. Ze komen allemaal uit de orthodoxe hoek en daar werden zijn boeken over het algemeen positief beoordeeld. De recensies zijn van zondagsschoolverenigingen van diverse snit. Bijna altijd is de eindconclusie: zeer aan te bevelen, laat zich prettig lezen, aanbevolen, wij wensen het een goed onthaal, zeer bruikbaar, enz. In de algemene pers werden de boekjes van Hoogenbirk niet gerecenseerd.

Men kan er van uitgaan dat A.J. Hoogenbirk in het algemeen binnen de protestants-christelijke wereld voor zijn werk voor kinderen veel waardering heeft ontvangen. Hij steeg met zijn werk uit boven een groot gedeelte van de toenmalige zondagsschoollectuur.

Bibliografie

Een keuze uit de kinderboeken

De timmerman van Nimes of De nachtelijke verrassing. Amsterdam, Höveker, 1874.
Klein begonnen: hoe een jongen die wilde een man werd die kon. Amsterdam, Höveker, 1874.
De docter in 't Moorenland of Van West naar Oost. Amsterdam, Höveker, 1885.
Uit Grootvaders jeugd. Nijkerk, Callenbach, 1886.
Christina's wensen. Nijkerk, Callenbach, 1889.
Verlaten, maar niet vergeten. Nijkerk, Callenbach, 1893.
Gevonden en verloren. Nijkerk, Callenbach, 1906.
Op den akker. Nijkerk, Callenbach, 1909.
[pagina 5]
[p. 5]
De torenbrand. Nijkerk, Callenbach, 1912.
De zaaier die uitging. Nijkerk, Callenbach, 1914.
De burgemeester en zijn vijand. Nijkerk, Callenbach, 1917.
Bij God verkoren. Nijkerk, Callenbach, 1919.
Alleen, toch veilig. Rumpt, De Schatkamer, 1997. (herdruk 1889)
Het berouw. Rumpt, De Schatkamer, 2004. (herdruk 1891)

Over A.J. Hoogenbirk

Jacques Dane, De vrucht van bijbelsche opvoeding, Hilversum, Verloren, 1996.
R.G.K. Kraan, Ons Tijdschrift 1896-1914, Groningen, Wolters, 1962.
Dr. O.W. Dubois en Krijn de Jong, Aan de minste van Mijn broeders, Amsterdam, 2005. (Oogst-publicaties)
79 Lexicon jeugdliteratuur
februari 2009


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Adolf Jacob Hoogenbirk

  • Richard van Schoonderwoerd den Bezemer

  • beeld van Adolf Jacob Hoogenbirk


datums

  • februari 2009