Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen. Deel 4 (1920)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen. Deel 4
Afbeelding van Liederen. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Liederen. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.29 MB)

Scans (4.41 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen. Deel 4

(1920)–A. van Collem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Nieuwe liederen der gemeenschap


Vorige Volgende
[pagina 43]
[p. 43]

XIX.

 
De muzikant die het heelal ontstijgt,
 
De fluisteraar, de ziel, de melodist,
 
De waaiende, wiens eeuwig lijf bevracht
 
Is, met de geuren en de klanken en
 
De kleuren en de dampen van den aether,
 
De steigeraar, die levensrythmen blaast,
 
En alle werelden jaagt voor zich uit,
 
De geest van al wat adem heeft, de wind
 
Die de muziek maakt bij het eeuwig gaan
 
Der dansende atomen in de ruimte,
 
De communist, aangrijper van het Al,
 
De Brenger van de hoogte naar de diepte,
 
Die ze vaneenescheidt en samenvoegt,
 
En laat in ieder achter het geluid
 
Van toen zij klonken in gemeenschap samen,
 
De ziel van al wat is, die openblaast
 
Het dichtgeschovene en van muziek
 
En kleur en dans en lijn en zang, maakt vol
 
Het eertijds uitgewoonde en verkilde,
 
De sprookjesman die op een mantel ligt
 
Te kijken uit de hoogte in de diepte,
 
Die zich van uit de diepte heft opwaarts
 
Te fluisteren naar dingen het geheim
 
Hunner geboorte uit het Communisme,
 
Hij heeft zich neergebogen tot den mensch,
 
Den kleinen mensch, die uit het stof gemaakt
[pagina 44]
[p. 44]
 
Is van den haat, en toorn en hoovaardij,
 
Tot kleine menschen vol van misverstand,
 
Heeft hij zich heengebogen, hooge wind,
 
En in hun hersens aangeblazen vonk
 
Tot een verheldering en in hun oogen
 
Glans geroepen, dat zij zien het Al
 
Nu met de oogen aan, van communisten,
 
Nu met de zinnen aan, van communisten,
 
En met de vreugden aan, van communisten,
 
En met de eenheid aller wezens in
 
Hun hemelen en aard omvattend hart;
 
De groote muzikant, de communist,
 
De stem van het heelal, zonk in het hart,
 
Het kloppend bevend kleine menschenhart,
 
En in de weefsels van dien kleinen mensch
 
Bracht hij de trilling van de vreugde, die
 
Maakt gezond de organen van het lijf,
 
En op de lippen van dien kleinen mensch,
 
Lag hij de klank van zijn voornaam bevel;
 
Gij zult vernietigen, dit wat afhoudt
 
Den mensch te zijn in eenheid met natuur,
 
Gij zult vernietigen in uwen mensch,
 
Den ouden panter die op roof uit gaat,
 
Gij zult vernietigen in uwen mensch
 
Den jakhals die op menschenlijken aast,
 
Gij zult vernietigen in uwen mensch
 
De schuifelende padde, winst, zijn slang,
 
Gij zult het oor van dien opgaanden mensch
[pagina 45]
[p. 45]
 
Inblazen het geheim der algemeenschap
 
Der arbeidskracht die communisme is,
 
Gij zult hem maken tot een Communist,
 
Die met zijn broeder staat in overleg,
 
Zijn gelen, blanken, koperrooden, en
 
Zijn donkren broeder uit het zwart Libye,
 
Opdat geheel de aarde worde veld
 
En vlak en zee en berg en zwart ravijn
 
En geul en strand en heuvel van den Arbeid,
 
Van arbeid, die een feest zij voor den mensch,
 
De menschheid, niet meer ligt zij, de vervuilde,
 
De geknechte, de verkochte, aan
 
Een loon, waarvoor zij bukkend staamlen mag,
 
Het loon is van de aarde weggeworpen -
 
De menschheid werd, zooals nu is de wind,
 
De muzikant, die het heelal ontstijgt,
 
De fluisteraar, de ziel, de melodist,
 
De waaiende, wiens eeuwig lijf bevracht
 
Is met de geuren en de klanken en
 
De kleuren en de dampen van den aether,
 
De steigeraar die levensrythmen blaast
 
En van muziek en dans en lijn, maakt vol
 
De hoogte en de diepte der afgronden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken