Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen. Deel 3 (1919)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen. Deel 3
Afbeelding van Liederen. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Liederen. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.36 MB)

Scans (5.39 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen. Deel 3

(1919)–A. van Collem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Opstandige liederen


Vorige Volgende
[pagina 54]
[p. 54]

Ik zie het weten...

 
Ik zie het weten nog niet in uw oog,
 
Den straal van het begrip, den klaren straal,
 
Den uit de diepte stralenden, die maakt
 
Van uw gelaat een klinkend tafereel.
 
 
 
Ik hoor het woord nog niet, het strijderswoord
 
Van uit de hartstreek komend naar de lippen,
 
Het woord dat als een windvlaag sleept en raakt
 
De slapenden, de nog niet aangeslotenen.
 
 
 
Ik voel de spanning niet in U, den brand
 
Die heel uw binnenwezen moet doorlaaien;
 
Wanneer ik tot u nader, moet de grond
 
Onder mijn voeten zeggen ‘Dit is de Etna’.
 
 
 
Ik voel de sfeer der liefde niet om U,
 
De sfeer waarin de schoonheid wordt geboren,
 
Nog niet is aangeduid in uw gebaar
 
Het een-van-willen-zijn met uwe broeders.
 
 
 
Ik zie nog niet om uw vergrijsden mond
 
Een trek van minachting, de hatend koele,
 
Het werelden wegwerpende gebaar
 
Dat op den meester neerziet als op tuig.
[pagina 55]
[p. 55]
 
Ik zie het raadsel nog niet van uw kop
 
Als een beangstigend onheil gestegen,
 
Uwe gestalten naar de vensters op,
 
De hooge vensterhuizen van uw heer.
 
 
 
Ik zie U nog niet grijpen naar het goud
 
Van hen die zich verrijken, uwe belagers,
 
Trapt ze de diepten in, weest als een straf;
 
Dat zij die van U leven U vervloeken.
 
 
 
Werpt ze in d'Acheron, verachtlijk maakt
 
Den aanleg van hun geest, om te vergaren
 
Uit uw arbeid hun geld; dat hun geld ga
 
Gelijk een staart, uit hun laag lichaam groeien.
 
 
 
Deedt ge dit alles maar, of maaktet gereed
 
De werelden in alle gehuchten en steden
 
Tot een vaststaand verbond, onwrikbaar staal
 
Om alle de opstandigen, de sterken.
 
 
 
Ge deedt het niet, ge slaapt, ge zijt gereed
 
Voor uwen meester kreten aan te heffen,
 
Ge zijt gereed wanneer de meester roept
 
In een soldatenpakje te verrekken.
 
 
 
Het socialisme is nog niet in U,
 
Een oude slaaf leeft nog in uw twee oogen,
 
Tot uw verbrokkeld denken is nog niet
 
De lichtstraal uwer roeping ingevlogen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken