Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verdichtsels (1861)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verdichtsels
Afbeelding van VerdichtselsToon afbeelding van titelpagina van Verdichtsels

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.43 MB)

Scans (90.11 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verdichtsels

(1861)–Jan Baptista de Corte–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XIX.
Het Wilgenbladje en de Spinnekob.

 
Maek u van hier,
 
Venynig dier!
 
Hoe durft gy het verzinnen
 
Uw vuilen draed te komen spinnen
 
Rondom myn steeltje?... Ga terstond,
 
Of 'k zal.... Zoo sprak een wilgenblaedje
 
Aen een klein kob'je, dat, met een klein draedje,
 
Zyn netje bond
 
Aen 't jonge scheutje van een boompje,
 
Dat groeide langs een waterstroompje.
 
Dan juist ging ik voorby: ik had het spytig woord
 
Van 't bladjen afgehoord.
 
'K bleef staen, en zag met vreugd het kob'je weven, weven!
 
'K aenschouwde, heel myn leven,
 
Zoo geern een kobbeken dat zat en spon.
 
Het kan zoo koddig langs zyn fyne draedjes loopen
 
En zoo behendig 't een aen 't ander knoopen,
 
Veel beter dan het ooit een wever kon!
 
Het kan daer zoo bevallig hangen
[pagina 32]
[p. 32]
 
En zitten lonken in zyn fraei gevlochten bed.
 
Het kan zoo snel de vliegjes vangen
 
Die zich verwarren in zyn net!....
 
Maer ik vergeet myn blaedje
 
En het venynig kobbendraedje.
 
Het bladje dan, sprak gansch gestoord;
 
Maer 't kobbetje spon altyd voort....
 
De zomer vloog voorby; de zure winterdagen
 
Verschenen met hun gure vlagen;
 
'K ging mymrend langs den zelfden stroom;
 
Geen kob'je meer dat spon; geen bladje op éénen boom;
 
'T was als de stilstand van het leven
 
Die my omringde rond en rond!
 
De bladjes lagen daer te rotten op den grond,
 
Of waren door het stroompje weggedreven.
 
Een enkel was geheel gebleven;
 
'K herkende 't!... 'T hing aen 't draedje van het kobbenet
 
Waertegen 't zich zoo bitsig had verzet
 
En zoo verwoed was uitgevallen:
 
'T gebenedydde nu den eerst verwenschten draed.
 
Ik zei: Er is daerin een lesse voor ons allen:
 
 
 
Wy houden dikwyls voor een kwaed
 
'T geen ons moet dienen tot een baet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken