Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever
Toon afbeeldingen van Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgeverzoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9,37 MB)

ebook (10,60 MB)

XML (1,01 MB)

tekstbestand






Editeur

F.L. Bastet


Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever

(1977)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 73]
[p. 73]

V. Mei 1894-December 1894 (Brief 81-105)

De Reisimpressies verschenen van Februari 1894 af in De Gids. Couperus trad in dit zelfde jaar tot de redactie er van toe, die toen verder gevormd werd door de heren W.G.C. Byvanck, J.N. van Hall, A.G. van Hamel, A.A.W. Hubrecht en P.W.A. Cort van der Linden. De novelle Menschen op Reis, die hij na terugkomst wil schrijven, en wellicht identiek aan de in de brieven 102 en 124 genoemde Portretten en Typen, is als zodanig niet tot stand gekomen, maar het materiaal is vermoedelijk gebruikt in de pas in 1900 te schrijven roman Langs Lijnen van Geleidelijkheid.

De zomer van 1894 wordt nu eens in Baarn, dan weer in Den Haag doorgebracht, waar het echtpaar zich vestigt in de Jacob van der Doesstraat 123. Het valt op, dat Couperus, als hij zijn zaken in verband met Majesteit behartigt - illustraties, de Engelse vertaling van Teixeira de Mattos die dat jaar verscheen, zijn afwijzing van een Carlistische opdracht - nog steeds niet over een vervolg op de roman spreekt. Wat hem bezig houdt, is de publicatie van IJdel Geld en die van Reisimpressies. Terwijl hij bovendien nog steeds Metamorfoze als idee ‘caresseert’, komt in de loop van September echter het plan voor zo'n vervolg op, dat, aansluitend bij de ideeën van Bertha von Suttner, in November wordt aangekondigd als Wereldvrede. Hij is intussen uit eigen beweging begonnen Flaubert's Tentation de St. Antoine te vertalen. Metamorfoze is ‘van later zorg’.

De lijst voor presentexemplaren van Reisimpressies is kort. Niet alleen ontbreekt Frans Netscher ditmaal, maar ook Gerrit Jäger, die op 27 Augustus is gestorven. (Jäger's portret is getekend in de figuur van Dolf den Bergh uit Metamorfoze, waar de zelfmoord door middel van morfine plaats vindt; Jäger verdronk zich). Men zou er misschien uit af mogen leiden, dat Couperus zelf van deze schetsen achteraf niet zo'n hoge dunk heeft gehad, hij wil spoedig over Venetië een dieper gaande studie schrijven; een vertaling van Jerôme K. Jerôme's Lavender Sketches wordt later zelfs geheel weggemoffeld! (brief 218). Meer ziet hij in zijn vroegere poëzie, die hij Veen stukje bij beetje aanbiedt en die als Williswinde in 1895 het licht zal zien. Tenzij wij die bundel moeten beschouwen als een product van de ‘geldduivel’, die hij later nog eens ten tonele zal voeren. Om de bundel dik te maken, suggereert hij Veen in brief 104 n.b. nog de toevoeging van De Schoone Slaapster in het Bosch. Forse honoraria zijn hem welkom. In brief 105 wordt Veen op slinkse wijze onder druk gezet met een ‘zeer mooi aanbod’ van de uitgeverij Warendorf, voor een volgende roman. Veen weet heel goed, dat Couperus al druk aan Wereldvrede schrijft, dat niet minder dan f. 2000,- moet gaan kosten (brief 115).

[pagina 74]
[p. 74]

81

Baarn.
Villa Mon Repos.
9.5.94.

 

Waarde Heer Veen.

Zoû U, met bijliggend kaartje, een ingebonden presentex: van Majesteit willen zenden aan Dr. Vlaanderen te Hilversum.Ga naar voetnoot60 Bij voorbaat vriendelijken dank. Ik zend U spoedig de Reisimpressies van de Gids; en ik hoop spoedig te beginnen aan een novelle: Menschen op Reis, - scènes in een hôtel -, die den bundel kan sluiten, maar die ik wel eerst in de Gids wilde plaatsen. Maar vóor Dec. kan de bundel wel gedrukt zijn.

Dezer dagen ga ik voor korte pooze naar den Haag, maar kom hier weêr terug; mocht U mij dus later over de geillustreerde uitgave van Majesteit willen spreken, dan kan U mij hier vinden.

 

Steeds Uw dw.

L.C.

82

den Haag
178 RiouwstraatGa naar voetnoot61
25.5.94.

 

Waarde Heer.

De Jong kan ons onmogelijk morgen wachten, en ik moet morgen absoluut terug naar Baarn. Het spijt mij zeer. Ik zal de Jong nu vragen eens in Baarn te komen, om aldaar samen met U te overleggen. De geheele maand Juni blijf ik in Baarn.

 

Steeds Uw dw.

L.C.

83

den Haag
178 Riouwstraat
ten huize Mr. C.S. Hein
Zondag [z.j.]

 

Waarde Heer Veen.

Zoû U eens hier in den Haag kunnen komen om te confereeren met de Jong? Schrijf mij dan s.v.p. aan bovenstaand adres.

 

Steeds Uw dienstw.

Louis Couperus

[pagina 75]
[p. 75]

84

Baarn.
Mon Repos.
31.5.94.

 

Waarde Heer Veen.

Ik zend U hierbij de Gidsbladen der Reisimpressies. Maar wat de novelle betreft, hoe gaarne ik U die zoû geven, ik heb geen lust meer ze te schrijven, daar mijne gedachte eigenlijk meer bezig is met mijn volgenden grooten roman. Kan U van de Reisimpressies alleen dus een boekje maken: mij dunkt van wel. Wat onze samenkomst met de Jong betreft, ik geloof, dat de Jong dit niet bepaald noodzakelijk vond, en hoewel ik er gaarne eens met ons drieen over spreken wilde, heeft hij misschien gelijk uit een zuiver praktiesch oogpunt. Er is zoo weinig ‘noodzakelijks’ op de wereld.

Dan wilde ik U nog eens het volgende vragen: bij onze terugkomst alhier vinden we de vertaling van Vain Fortune zoo goed als klaar in de portefeuille! Mevrouw Couperus veut en finir: wil U de vertaling nog uitgeven? Het is toch een fijn boek en de vertaling, met medeweten van Moore, genomen uit twee lezingen van den roman, heeft iets eigenaardigs. Wat denkt U ervan? Zeg zelve wat U er voor geven kunt: Dorian Gray was ƒ 200.- Ik zoû er oogenblikkelijk werk van kunnen maken en U de copie zenden om een begin met drukken te maken.

 

Steeds Uw dw.

Louis Couperus.

85

Baarn
Mon Repos.
2.6.94.

 

Waarde Heer Veen.

Honorarium Reisimpressies bespraken wij reeds: ƒ 500.- eerste druk; ƒ 300.-volgende.

Het is jammer, dat Vain Fortune dit jaar niet zoû kunnen; is dit waarlijk onmogelijk? Is het waar, dat de aanteekening voor eene vertaling verjaart na een jaar? Denk er nog eens over na of het niet met St. Nicolaas zoû kunnen. Grootte is 19 vel, en daar komt nog 1 of 2 vel bij, door de combinaties der beide versies. In een voorrede zal ik een kort uittreksel van Moore's brieven geven, omtrent die vertaling; dat zal aardig staan.Ga naar voetnoot62 Het is jammer, dat wij er reeds zoo lang meê getalmd hebben.

Zend mij s.v.p. het contract, betreffende ‘Reisimpressies’.

 

Steeds Uw dw.

L.C.

[pagina 76]
[p. 76]

86

Baarn.
Villa Mon Repos.
8.6.94.

 

Waarde Heer Veen.

In de contracten van Reisimpressies staat 2o: ƒ 300.- voor den tweeden druk: dit is natuurlijk eene vergissing; wil U zoo goed zijn dus gewijzigde contracten te zenden, luidende ƒ 300,- voor (den tweeden en) volgende drukken. Wat de illustratie van Majesteit betreft, zoû ik U nog gaarne dit mededeelen: ik behoû mij, voor U vast met de Jong afspreekt, deze voorwaarde voor: dat ik oordeelen kunne over de gelijkenis tusschen mijne hoofdpersonen met de illustraties, die de schilder van deze maakt. De hoofdpersonen moet ik terugzien in de illustraties, zooals ik ze mij gedacht heb en niet volgens een soms zeer gewijzigde opvatting van den verluchter. B.v., toen de Jong Epiloog illustreerde, waren de beide mannen zeer goed getroffen, maar het dametje was alles behalve een chique, Parijsche cocotte en meer een dorpsnaaistertje, en hoewel de Jong dat beaamde, heeft hij het niet veranderd, en zoo gelaten. U begrijpt, zoo iets kan niet gebeuren waar het betreft de hoofdpersonen van Majesteit en daarom behoû ik nog voor mijne opinie te kunnen uiten, en wensch ik, dat daarmeê rekening wordt gehouden. U zult deze voorwaarde niet anders dan billijk kunnen vinden.-

Vain Fortune, dat wij IJdel Geld noemen, is gereed en wordt overgeschreven: ik zoû U copie kunnen zenden: U zei immers, dat U dit jaar het nog zoû kunnen laten drukken? Verlangt U ook nog het boek ter inzage?

Verder verzoekt Mevrouw Couperus U zoo goed te willen zijn te informeeren of Esther Waters van Georges Moore aangeteekend is, en, zoo niet, het te bestellen en ter vertaling te doen aanteekenen.Ga naar voetnoot63 Het boek schijnt nog al sensatie te maken.

 

Steeds Uw dw.

Louis C.

87

123 Jacob v.d.Doesstr.
Woensdag. [z.j.]

 

Waarde Heer Veen.

Ik zie, achter op de Reis-impressies, dat U een 2de editie van Orchideeen ter perse heeft. In mijn kontract met RössingGa naar voetnoot64 zie ik: volgende uitgave, nieuwe condities.

[pagina 77]
[p. 77]


illustratie
Woonhuis van Couperus in de Jacob van der Doesstraat 123, Den Haag.


[pagina 78]
[p. 78]

Wat is dus Uw idee en wat kan U mij voor die 2de uitgave aanbieden: van Rössing kreeg ik indertijd ƒ 100; me dunkt, een ƒ 150. ± mag U me wel geven; Een Lent v. Vaerzen kreeg U al cadeau, voor de tweede maal! Ik heb nog eenige groote gedichten liggen, indertijd in tijdschriften verschenen: Viviane, Semiramis en Williswinde; als U er die wil bijvoegen, en alzoo een ‘vermeerderde uitgave’ geven, mag U ze hebben en zal ik ze U zenden.

 

Steeds Uw dw.

L.C.

88

den Haag
123 Jacob v.d.Doesstraat. [z.j.]

 

Waarde Heer Veen.

Vergeef mij, dat ik de proeven nog niet terugzond; het verhuizen etc is daar de schuld van. Zoodra ik tijd heb, zal ik het doen.- Wat is er van die Eng. vert. van M.;Ga naar voetnoot* is die met Uw weten?

Schrijf voortaan aan bovenst. adres.

 

Steeds tv

L.C.

89

den Haag.
123 J.v.d.D.str.
12.7.94.

 

Waarde Heer Veen.

Zend mij s.v.p. nog twee gebonden exemplaren van Majesteit. De proeven spoedig.

 

Steeds Uw dw.

L.C.

90

den Haag.
123 Jacob v.d.D.str.
9.8.94.

 

Waarde Heer Veen.

Ik hoop, dat de Eng. vertaling alleszins loonen moge; zoû ik eens inzage mogen hebben van Uw contract met den Eng. uitgever?

Een Duitsche permissie. Ik kan mijne aanteekeningen omtrent vertalingen niet vinden; ik herinner mij vaag, er eene gegeven te hebben, maar aan wie weet ik niet. Zeker niet in engageante bewoordingen, want al die aanvragen van dames pour l'amour de leurs beaux yeux vervelen mij bar. Daarbij: Extaze in het Duitsch

[pagina 79]
[p. 79]

is niet verschenen van de hand der dame aan wie ik permissie gaf, maar van een mij geheel onbekende!! U ziet dus: willekeur zwaait den scepter en zoo raad ik U van harte: doe ook precies wat U wil met die vertalingen, als U mij maar op de hoogte houdt. Voilà.

 

Steeds Uw dw.

L.C.

 

Spoedig de proeven.

91

den Haag.
123 Jacob v.d.Dsst.
21.8.94.

 

Waarde Heer Veen.

Ik heb over die opdracht nagedacht, maar kan er mij niet mede vereenigen. Ik kan mij niet, zonder de minste overtuiging of sympathie, voor de heele wereld als Carlist vertoonen; en dan wat zoû het geven? En daarbij, een vorst, die het niet is, kalmweg koning van Frankrijk en Spanje te noemen, is, - behalve voor een Carlist - eenvoudig ridicuul. Laat ons dit in Godsnaam niet zijn. Ik heb niets tegen de opdracht aan een gekroond hoofd.

Durft U het aan Carmen Sylva bijvoorbeeld opdragen, dat is mij goed. Maar Don Carlos is wel een beetje erg vaag!Ga naar voetnoot65

 

Steeds Uw dw.

L.C.

[pagina 80]
[p. 80]

92

den Haag.
123 J.v.d.D.
24.8.94.

 

Waarde Heer Veen

Tot mijn groote spijt heb ik den brief van T.d.M.Ga naar voetnoot* niet meer; maar er stond verder niets meer in: waarom moest UnwinGa naar voetnoot66 hem terug hebben?! In allen gevalle spijt het mij hem niet meer intact te hebben.

Laten ze toch in Godsnaam die malle opdracht niet doen, hoe meer ik er over denk, hoe doller ik het vind.

 

Steeds Uw dw.

L.C.

93

den Haag.
123 Jacob v.d.Doesstr.
17.9.94.

 

Waarde Heer Veen

Ik heb verleden een dame-vertaalster uit Berlijn naar U verwezen; ik geloof, dat U er zich met meer nut meê kan bemoeien dan ik, wien al die aanvragen bar vervelen. Laat mij U dus - met exceptie van bizondere gevallen in welke de buitenlandsche uitgever zich direkt tot mij wenden zoû - plein pouvoir geven waar het vertalingen betreft: ik vertrouw gaarne in dezen op Uwe billijkheid.

Nu enkele vragen: denkt U nog over een geillustreerde uitgave Majesteit en heeft U nog eens met de J. de Jong hierover gesproken.

Zoû U genegen zijn de vertaling van Vain Fortune dadelijk in '95 uit te geven en in dit geval zoodra de proeven van Reisimpressie's gereed zijn, met de proeven van Vain Fortune te beginnen? We hebben nog geen accoord gemaakt, maar Mevrouw Couperus laat het thans aan U over wat U geven wil.

Ben ik indiscreet U te vragen mij het honorarium van Reisimpressies toe te doen komen zoodra U dit kan doen en wat vroeger dan de uitgave plaats heeft?

Wat heeft U besloten omtrent het bandje voor dien bundel?

Ik denk tegenwoordig meer over mijn volgend werk, dan dat ik er aan schrijf. Trouwens ik heb twee groote plannen: behalve Metamorfoze, een vervolg op Majesteit, Othomar Keizer; maar het schrijven wil nog niet gaan.

Zie daar wat ik U mede wilde deelen. Geloof mij intusschen

 

Uw dw.

L.C.

[pagina 81]
[p. 81]

94

den Haag
123 J.v.d.Dsstr
27.9.94

 

Waarde Heer Veen

Brief met hon. Reisimpressies en boek beide in goede orde ontvangen; dank, dat U zoo spoedig aan mijn verzoek hebt voldaan.

 

Steeds Uw dw.

Louis Couperus

95

123 J.v.d.D.str.
12.10.94.

 

Waarde Heer Veen.

Zend s.v.p. een exemplaar Illuzie, met portret (en kies er een mooi en duidelijk uit) aan:

Baronne Von Vietinghoff-Scheel-LeistGa naar voetnoot67

5 Rue Berthier

Versailles.

 

Steeds Uw dw.

L.C.

96

den Haag
123 J.v.d.Dstr. [z.j.]

 

Waarde Heer Veen.

Hierbij de proeven; revizie is niet noodig, als U er nog eens streng het oog over laat gaan. Ik zal U spoedig zenden copie Vain Fortune. Vergeet U niet ex: Illuzie met portret?

Ik vergat U dit te zeggen verleden keer: ik ben, bezigheidshalve, begonnen aan een vertaling van la Tentation de St. Antoine. Van Flaubert. Ik weet niet, of ik ze afmaak, hoewel ik er veel pleizier in heb; in alle geval komt het werk niet in de Gids. Zoû U het willen hebben, b.v. voor begin volgende jaar? Dan maak ik het af, en anders niet. Het boek is zoowat 19 vel. Heeft U er een ƒ 500.- voor over, dan zoû ik U gaarne dat inédite werk geven.

[pagina 82]
[p. 82]

Hoe dacht U met het honorarium te doen voor de geillustreerde uitgave Majesteit? Ik heb er nog geen vaste ideeen over. Een som ineens of% van ieder exemplaar?

 

Steeds UW dw.

L.C.

 

Nog dit: mocht U eens weten bronnen etc., die ik zoû kunnen gebruiken voor mijn volgend werk (vervolg Majesteit; Europeesche vredequestie) meld of zend mij dan het een en ander; Ontvangt U ook Die Waffen nieder! orgaan van den Vredebond, directrice Bertha von Suttner?Ga naar voetnoot68

97

den Haag.
123 Jacob v.d.Does str.
6.11.94.

 

Waarde Heer Veen.

Vooreerst dank voor de twee exempl: Extaze: vooral de roode band vind ik heel mooi: zoo is het uitstekend!Ga naar voetnoot69

Zoû U zoo goed willen zijn exempl. te willen zenden, van Extaze (roode band) aan Mej. G.L. Baud, 29 Trompstr.; alhier, en aan Frans Netscher, Rotterdam.; dan zal U mij zeer verplichten.

Nu over de geillustr. uitgave Majesteit, waar ik U al lang over had willen schrijven. Over een uitgave met risico heeft U mij nooit geschreven, en daar treed ik ook liever niet in. Zoo mengt U mij in ‘de zaken’, en dat is Uw departement. Ik had dus gaarne een vaste som en heb die berekend op ƒ 2000,- Nu zoû het mij zeer aangenaam zijn als U mij die som in 4 termijnen van ƒ 500.- afbetaalde in het volgende jaar en mij alzoo begunstigde met eenige voorschotten, de termijnen bv. stellende: Maart, Juni, September en December. Zoû U hierin kunnen treden? Wat presentexemplaren betreft heb ik er niet meer noodig dan drie: verdere vrienden mogen koopen.

Ik ben begonnen aan mijn nieuwen roman, die zich bij Majesteit zal aansluiten en waarvoor ik een mooien titel heb: Wereldvrede. Ik wijd mij nu liever aan dit werk dan aan Metamorfoze: misschien is dat van later zorg.

Spoedig hoop ik U copie te zenden van Vain Fortune, dat wij IJdel Geld zullen noemen. Denkt U het uittegeven begin volgende jaar, of wanneer? Wij kwamen hiervoor dus verleden, mondeling, overeen ƒ 200.-, niet waar?

[pagina 83]
[p. 83]

Heeft U al wat van de Jong gehoord? Ik nog niet. Is U klaar met hem gekomen?

Gaarne, als het niet te indiscreet is, vernam ik wat hij krijgt voor het illustreeren: me dunkt, een nog al rechtmatige nieuwsgierigheid.

U geeft de Reisimpressies toch vóor St. Nicolaas? Laat ze niet te laat verschijnen: de menschen koopen hun cadeaux hier vroeg.

Voilà pour aujourd'hui en steeds gaarne

 

Uw dw.

Louis Couperus.

98

Den Haag.
123 Jacob v.d.Doesstr.
10.11.94

 

Waarde Heer Veen.

Ik weet waarlijk niet hoe en wat! Verwijst U Unwin maar naar het artikel van Pol de MontGa naar voetnoot70 of misschien wil Vosmeer de SpieGa naar voetnoot71 iets doen? Maar die zit, geloof ik, in Florence. Ik, voor mij, weet waarlijk niets te schrijven.

 

Steeds t.à.v.

L.C.

99

den Haag.
123 Jacob v.d.Doesstr.
15.11.94.

 

Waarde Heer Veen.

Ik zal gaarne Uwe beslissing afwachten, maar ik wilde U nog eens zeggen, dat ik waarlijk niet van idee veranderd ben en dat wij nooit over een risico-uitgave gesproken of geschreven hebben: misschien heeft U dit willen doen, maar zeer zeker is het er nooit van gekomen. Ik leg hier nadruk op, omdat ik vind, dat wij ons ook aan mondelinge afspraken moeten houden, even goed als aan contracten, en dat U mij een beetje verwijt het eerste niet te doen; maar waarlijk, nog eens, van een risico-uitgave is nooit sprake of correspondentie geweest.

Majesty is zeer goed vertaald, maar het bandje vind ik net een ouderwetsch bedgordijn! Ik heb het erg druk tegenwoordig, maar zoodra ik kan, zal ik U een gedeelte van IJdel Geld zenden.

[pagina 84]
[p. 84]

Hierbij een lijstje voor Reisimpressies:

Mr. J.R. Couperus, den Haag, Surinamestr.

Mevr. Ricus Baud-Steenstra Toussaint, Salatiga

Java.

Mej. M .Baud, 29 Trompstraat,

den Haag;

en twee exemplaren aan mij: meer is vooreerst niet noodig.

 

Steeds UW dw.

L.C.

100

123 Jacob v.d.Does
Zaterd. [z.j.]

 

Waarde Heer Veen

Wil U zoo goed zijn aan Unwin te schrijven, of hij mij alle kritieken etc. over Majesty, die hij in handen krijgt, zenden wil?

 

Steeds UW dw.

L.C.

101

Zaterdag. [z.j.]

 

Waarde Heer V.

Ik heb het erg druk: een woordje om U te zeggen, dat de brief in orde was. Spoedig meer.

 

t.à.v.

L.C.

102

123 Jacob v.d.Doesstr.
Woensdag [z.j.]

 

Waarde Heer Veen.

Ik zal U de prachteditie zenden, maar kan ik er op rekenen, dat er niets aan bederft?

Ik zoû ook na de zieke Herbst maar eens een frissche lente nemen!Ga naar voetnoot72 Wat mij betreft, ik word liever niet vertaald dan wel! Wat een stomme troep Engelsche critieken: er is er geen een bij, die het boek vat.

[pagina 85]
[p. 85]

Trouwens hier is Vosmeer de Spie een van de weinigen geweest, die ‘Majesteit’ in zich heeft opgenomen. Als ik pas zoo een banale onzin gelezen heb, heb ik niets geen lust aan Wereldvrede te werken. Maar dat wordt wel beter: een mensch is toch geen mensch, maar een machine.

Wereldvrede vordert langzaam, maar het vordert, vooral in mijn gedachte, en dat is het beste.

Ik ben tusschendoor aan lichter werk bezig: Portretten, (types en menschen op reis ontmoet): het zal nog al een moppig boekje worden, denk ik.

Dank voor Uw vriendelijk aanbod van voorschot: het honorarium van een nog niet geschreven werk echter zoû ik niet dan in het uiterste willen toucheeren. Maar zoo U mij de overige ƒ 700.- van de volgende editie Majesteit deze maand kondt zenden (of 350 in Jan. en 350 in Febr.) dan zoû U mij zeer verplichten. Mocht U dit dus kunnen doen, dan houd ik mij zeer aanbevolen.

 

Steeds gaarne

Uw dw.

L.C.

103

Den Haag.
123 Jacob v.d.Doesstr.
1.12.94.

 

Waarde Heer Veen.

Ik heb over Uw voorstel nagedacht, en kan er in toestaan, al is het niet volgens mijn vroeger contract met Rössing. Maar enfin.

Vroegere verzen is een goede titel, dien wij kunnen behouden. Ik zend U hierbij alles, behalve het fragment uit de Apocalyps, dat ik niet meer schijn te hebben: het was ook niet zeer belangrijk.

Aldus 200,- eerste; ƒ 100,- iedere volgende druk. Gaarne zie ik een contractje van U tegemoet. Mag ik de proeven aan U overlaten; ik heb het tegenwoordig druk en niet veel tijd: zend mij alleen de allerlaatste drukproef.

Van IJdel Geld zie ik de proeven tegemoet.

Een voorwoord voor den bundel zal ik schrijven.Ga naar voetnoot73

Nu wilde ik U gaarne het volgende vragen: Zoû ik in deze maand over eenig geld mogen beschikken en wel:

ƒ 200.- IJdel Geld

200.- Vroegere Verzen,

300.- Voorschot op de geillustreerde editie Majesteit? Alzoo ƒ 700.- U zoû er mij bizonder meê verplichten, daar de laatste maand van het jaar een lastige tijdlengte is! Gaarne vernam ik dit dus van U; U was verleden zoo vriendelijk mij

[pagina 86]
[p. 86]

eventueele voorschotten toetestaan. Ook zie ik nog Uwe beslissing omtrent de geillustreerde editie te gemoet.

 

Steeds gaarne Uw dw.

L.C.

104

123 Jacob v.d.Doesstr.
12.12.94

 

Waarde Heer Veen.

Hierbij het contract terug. Indien Vroegere Verzen niet goed is, dan zeker Williswinde, vind ik: het is het beste gedicht. Ik denk, dat het een goeden bundel zal worden, zeker grooter dan Lent v. Vaerzen en denkelijk ook dan Orchideeën. Mocht het echter te klein worden, dan kan U er in opnemen de tekst van een kinder operette: De Schoone Slaapster in het Bosch: indertijd hier door 100 kinderen opgevoerd, maar dan is mijn verzenreserve ook heelemaal uitgeput.

Ik wacht de proeven van IJdel Geld en zoodra ik meer tijd heb of zoodra het noodig is, krijgt U meer copie.

 

Steeds UW dw.

L.C.

 

Bereken dus s.v.p. de grootte van den verzenbundel en zie of U de operette nog gebruiken wil: dan zal ik ze U zenden. Maar liever hoû ik den bundel zoo.

105

den Haag.
123 Jacob v.d.Does.
21.12.94.

 

Waarde Heer Veen.

Ik heb nog eens over Uw voorstel nagedacht, maar treed liever toch niet in eene uitgave op risico. Laten wij dus hopen, dat U een goeden colporteur bemachtigen kan, en het dan houden op ƒ 2000.-.

Mocht U hier niet in kunnen treden, zoo zoû ik liever van de geillustreerde uitgave willen afzien, en, er voor in de plaats, een gewone editie geven, volgens contract. Dit zoû mij (in dit tweede geval) liever zijn, omdat er mij eenigszins aan gelegen ligt voor het volgende jaar te rekenen op eenige vaste honoraria.

Ik kreeg van Warendorf een zeer mooi aanbod voor een volgenden roman. Maar ik verander liever niet en blijf liever bij U.

 

Steeds gaarne Uw dw.

L.C.

[pagina 87]
[p. 87]


illustratie
Bladzijde uit de kinderoperette De Schoone Slaapster in het Bosch.


voetnoot60
Lambertus Pieter Vlaanderen, geb. 1834 te Utrecht, van beroep geneesheer (voorheen officier van gezondheid), vestigde zich in 1875 te Hilversum, komende van Den Haag. Hij was gehuwd met Francina G.E. VorderHake (1842-1909).

voetnoot61
Dit is het adres van Couperus' in noot 53 genoemde zwager C.S. [Fayan] [Vlielander] Hein.

voetnoot62
De voorrede is recent herdrukt door Richard Erbe, Louis Couperus, Nag. w., blz. 183-184.
voetnoot63
Elisabeth Couperus is wel begonnen aan de vertaling van George Moore's in 1894 verschenen roman Esther Waters, maar zij heeft deze niet voltooid. Wat haar o.m. moeilijkheden opleverde, waren de vele ‘sporttermen’ (zie brief 127).

voetnoot64
A. Rössing, uitgever te Amsterdam, had in 1886 de uitgave van de Orchideeën bezorgd. Een Lent van Vaerzen was in 1884 bij J.L. Beyers te Utrecht verschenen.

voetnoot*
Majesteit.

voetnoot65
Het is niet goed begrijpelijk, waarom Veen (?) aan Couperus de suggestie heeft gedaan Majesteit op te dragen aan Don Carlos (1848-1909). Don Carlos Maria de los Dolores Juan Isidoro José Francisco van Bourbon, hertog van Madrid, trad op als Spaans troonpretendent en plaatste zich in 1872 aan het hoofd der Carlisten in de Baskische provincies. Na een burgeroorlog van vier jaren vluchtte hij in 1876 naar Frankrijk, en reisde vandaar de wereld rond. - Carmen Sylva (1843-1916) was het pseudoniem van Elizabeth Ottilie Luise, prinses Von Wied, die in 1869 met koning Carol I van Roemenië trouwde en, ten dele samen met haar hofdame Mite Kremnitz, belletrie heeft geschreven. Werken van haar werden door F. Smit Kleine ook in het Nederlands vertaald. Zij was o.m. ook met Frederik van Eeden bevriend, die wel met haar gecorrespondeerd heeft. Het staat vast, dat ook Couperus haar niet ongelezen heeft gelaten. Reijnders, Couperus bij Van D., blz. 180, haalt in dit verband Eline Vere aan: ‘Couperus typeert het dweepstertje Marianne, dochter van Théodore en Truus van Erlevoort die in Eline Vere De Horze bewonen, door haar Carmen Sylva's melodramatische roman Ein Gebet (waarin o.a. een moord uit minnenijd wordt gepleegd met een vergiftigde hostie) als lievelingsboek te geven’. Zie ibid. ook Van Deyssel's invectieven tegen zowel Carmen Sylva als Smit Kleine, die hij noemt ‘de letterkunde-consul van de groote Carmen, welke is de Synthezis, die de wereld altijd heeft tegemoet gezien, vereenigend het Koningschap en het Dichterschap’.
voetnoot*
Teixeira De Mattos.
voetnoot66
T. Fisher Unwin, (1848-1935), progressief Engels uitgever, die o.m. voor vrijheid in Rusland en verzoening met Zuid Afrika pleitte. Bij hem zou in 1894 de vertaling van Majesteit door Alexander Teixeira de Mattos en Ernest Dowson verschijnen.

voetnoot67
In brief 193 zal nader over haar worden meegedeeld wie zij is: ‘ ... eene onzer vriendinnen uit Duitschland, eene jonge dame, die zich zeer ernstig toelegt op illustreeren en décoreeren van boeken ...’.

voetnoot68
Bertha von Suttner, geb. gravin Kinsky (1843-1914), die bekend werd als voorvechtster van de wereldvrede en in 1905 de Nobelprijs voor de vrede zou krijgen. In 1891 stichtte zij de nog steeds bestaande Österreichische Friedensgesellschaft, met een eigen tijdschrift Die Friedenswarte, al spoedig gewijzigd in Die Waffen nieder! Zij schreef vele romans, van welke alleen Die Waffen nieder, van 1889, beroemd is geworden en in zekere zin gebleven.

voetnoot69
Extaze, dat in de eerste druk was verschenen in een band van R.N. Roland Holst - zie Braches, Boek als N.K., blz. 137-138; blz. 162 - werd in 1894 herdrukt. Volgens Van Booven, Leven en W., blz. 276, ‘bandteekening onbekend’.

voetnoot70
Van Pol de Mont verschenen over Couperus, Noodlot en Extaze 3 artikelen in Dietsche Warande, 1892, blz. 55 e.v.; blz. 402 e.v.; blz. 529. Over Eene Illuzie bovendien in Dietsche Warande, 1893, blz. 420 e.v.
voetnoot71
Pseudoniem van Maurits Wagenvoort (1859-1944), die in De Kunstwereld, I, maart, 1894, nrs. 9, blz. 1-2; 10, blz. 1-2; en 12, blz. 1-2 Louis Couperus en ‘Majesteit’ schreef (zie brief 102 en 142 met noot 97). Ook als brochure verschenen bij Veen in 1894 en in 1896 aldaar herdrukt.

voetnoot72
Niet te begrijpen zonder brief 106, waar sprake is van een vertaalster, Herbst geheten, wier ziekte haar blijkbaar verhinderd heeft een vertaling te voltooien.

voetnoot73
In Williswinde, gedateerd september 1895.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • F.L. Bastet

  • over L.J. Veen


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 9 mei 1894

  • 25 mei 1894

  • mei 1894

  • 31 mei 1894

  • 2 juni 1894

  • 8 juni 1894

  • 1894

  • 12 juli 1894

  • 9 augustus 1894

  • 21 augustus 1894

  • 24 augustus 1894

  • 17 september 1894

  • 27 september 1894

  • 12 oktober 1894

  • 1894

  • 6 november 1894

  • 10 november 1894

  • 15 november 1894

  • november 1894

  • 1 december 1894

  • 12 december 1894

  • 21 december 1894