Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever
Afbeelding van Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgeverToon afbeelding van titelpagina van Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.37 MB)

ebook (10.60 MB)

XML (1.01 MB)

tekstbestand






Editeur

F.L. Bastet



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever

(1977)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 88]
[p. 88]

VI. Januari 1895-October 1895 (Brief 106-127)

Wereldvrede is wat moeizaam ontstaan. Nadat het eerst in de loop van de winter af had moeten komen, wordt dat tijdstip ongewis. Misschien in het najaar (brief 109) - of neen, in Augustus ‘moet het af zijn’ (brief 115). Intussen voeren Haagse dilettanten Majesteit op, wat ongetwijfeld een bijzondere vertoning geweest moet zijn. Het boek heeft groot succes. Wereldvrede zal het ondanks het 7e Vredecongres te Brussel - niet Scheveningen - in Augustus 1895 niet naar de kroon steken. Niet geheel zonder snobisme stelt Couperus voor, dat Veen zijn familiewapen op de band zou kunnen afdrukken, vanwege de daarin voorkomende toepasselijke, al eerder genoemde, duif met de olijftak in de bek (brief 120). Wereldvrede, eind 1894 begonnen, wordt in Juli 1895 voltooid, wat dus toch nog betrekkelijk snel te noemen is.

Na de Engelse editie van Majesteit, volgt nu ook een Duitse vertaling. Couperus maakt kennis met een lieve verschijning, die voor hem in Duitsland van grote betekenis gaat worden: Else Otten.Ga naar voetnoot74 Een Franse vertaling moet nog wachten tot 1898.

Couperus blijft iedereen verbazen door zijn scheppingskracht. Nauwelijks is Wereldvrede voltooid, of hij deelt mee, dat hij ‘goede werkplannen voor den winter heeft’ (brief 122). Welke? Hij onthult het nog niet. Volgens Van Booven zou Couperus reeds in 1895 overwogen hebben De Berg van Licht te schrijven. Het is niet uitgesloten, dat hij daar op zinspeelt. Men moet wel aannemen, dat Van Booven, over het algemeen opvallend goed geïnformeerd, deze verbazingwekkende mededeling niet verzonnen heeft. Couperus preludeert eind September wel op ander, veel later pas geschreven werk: een Haagsche roman en iets over Venetië (brief 124). Denkt hij hier reeds aan De Boeken der Kleine Zielen en aan Uit Blanke Steden onder Blauwe Lucht? Ook noemt hij portretten van mensen, op reis ontmoet: men denkt dan aan Wreede Portretten of aan de wonderlijke verzameling mensen in het Romeinse hotel-pension die een rol speelt in Langs Lijnen van Geleidelijkheid. Bovendien noemt hij vervolgens nogmaals Metamorfoze: ‘nog iets voor de toekomst’. Dit is een niet onbelangrijke brief, die laat zien, dat Couperus voor jaren werk vóór zich zag. Om stof zat hij bepaald niet verlegen. Dat ook Heliogabalus daar bij was, is dus niet geheel onmogelijk, hoewel het niet bewezen kan worden. Vermoedelijk baseert Van Booven zijn mededeling op een passage uit de brieven aan Jhr. J.H. Ram, waar hij soms letterlijk uit citeert.

Intussen schrijft Couperus snel, persevererend, om nogmaals Van Tricht aan te halen,Ga naar voetnoot75 de novelle Hooge Troeven.

[pagina 89]
[p. 89]

106

den Haag.
123 Jacob v.d.Doesstr.
6.1.95.

 

Waarde Heer Veen.

Hartelijk dank voor Uwe goede wenschen, ook namens Mevrouw Couperus, en ontvang ook de onze van ganscher harte.

Handelt U maar die vertalingkwesties met Mej. Herbst af. Het spijt mij natuurlijk, dat U de geïllustreerde Majesteit uitstelt, maar zooals het is, prefereer ik een gewone editie.

Als U de prachteditie Vain Fortune noodig heeft, zullen wij ze U zenden, maar Mevrouw C. zendt ze liever niet weg. Meld mij dus daar nog iets over.

Steeds na vriendschappelijke groeten

 

Uw dw.

L.C.

 

Ook omtrent Eline geef ik U gaarne volmacht: het gebeurt echter wel eens, dat er 2 vertalingen komen, getuige de 2 Duitsche vertalingen van Extaze.

107

den Haag.
123 Jacob v.d.Does.
15.1.95.

 

Waarde Heer Veen.

De brief in orde ontvangen, hartelijk dank. Ik meld U dus hierbij, ter nota, dat ik in vooruitbetaling ontvangen heb ƒ 1000.- als honorarium voor de tweede (gewone) uitgave van Majesteit.

Voor de proeven zal ik zorgen, maar ik ben druk aan het schrijven en daarom gaan ze niet vlug. Ik ben nu op de helft van het eerste deel van Wereldvrede en heb hoop het boek van den winter aftekrijgen. Heeft U het artikel uit het Atheneum over Majesty?Ga naar voetnoot76 Van Hall schreef mij erover. Zend het mij eens zoo Unwin het U zendt.

 

Steeds UW dw.

Louis Couperus.

[pagina 90]
[p. 90]

108

Vrijdag [z.j.]

 

Waarde Heer Veen.

Hierbij laatste proeven van IJdel Geld: van de voorrede had ik nog gaarne revizie.

Ook zal ik U nog een paar errata opgeven, die binnenslopen, zoodra ik alle afgedrukte vellen heb,-

Dan is er dit: Else Otten, Berlijn, 4 I Lutherstrasse, wil Epiloog vertalen.

Wil U s.v.p. daarop reageeren?

Presentex: van IJdel Geld aan:

Mevrouw Baud-Steenstra Toussaint, Salatiga

Twee exempl. aan den auteur, Moore.

Vijf aan mij. Voilà pour le moment.

 

Steeds gaarne

Uw dw.

L.C.

 

Zend de ex: aan Moore, maar liefst aan den uitgever.

daar ik niet weet of zijn adres nog het zelfde is.

109

den Haag.
Zaterdag. [z.j.]

 

Waarde Heer Veen.

Dank voor de zending. De Orchideeën zijn een mooi boek geworden!Ga naar voetnoot77 Wat leelijk papier, die Duitsche vertaling! - Ik zond reeds een handteekening onder portret aan Minden: waarvoor nu een tweede?? Wereldvrede zal denk ik eerst in het najaar komen, maar ik weet het niet: misschien duurt het nog lang, misschien is het in een week af!

Een ex. Orchideeen s.v.p. aan Ten Brink, Leiden; ook aan Mej. Minta Baud, den Haag, Trompstraat. Anderen niet noodig.-

Ik mis vel 12 IJdel Geld; zend mij dat s.v.p. Errata etc zend ik spoedig.

Tweede druk M. laat ik maar aan U over: denk aan de errata, die reeds opgegeven zijn: verder zijn er geen beduidende fouten in: misschien éen enkel foutje, dat U zelve zal zien.

 

Vele groeten

L.C.

[pagina 91]
[p. 91]

110

Zaterdag. [z.j.]

 

Waarde Heer Veen.

Ik zend U twee proeven. Volgen ze goed? Zend mij s.v.p. de afgedrukte vellen, anders heb ik geen overzicht van het boek.

Twee vellen ontbreken nu: 7 en 8. Zend mij die spoedig: ik wilde de proeven nu spoedig afmaken en zal U ook de rest copie zenden.

 

Steeds

t.à.v.

L.C.

111

Vrijdag [6.V.95]

 

Waarde Heer Veen.

De heer Carel Henny, 38 Groothertoginnelaan, alhier, vraagt toestemming voor Mej. Olga Lobedanz, om Extaze in het Deensch te vertalen.Ga naar voetnoot78 Wil U zoo goed zijn die zaak, volgens afspraak, te behandelen?

Met de proeven zal ik voortmaken. Maar ik heb tegenwoordig erg weinig lust in letters op papier!

Daarom ligt W ...Ga naar voetnoot* ook al te slapen voor het oogenblik. Maar voor het najaar zal het er wel zijn.

Die Volksstem is niet erg logisch. Al is bezit niet geregeld door internationaal verdrag, daarom blijft het wel bezit, en het was dus wel degelijk ‘diefstal’, al zal het zoo niet bedoeld zijn.

 

Steeds gaarne Uw dw.

L.C.

112

den Haag.
123 Jacob v.d.Does.
Zondag. [z.j.]

 

Waarde Heer Veen.

Dank voor de recensie en de twee exemplaren: ik wist niets van een goedkoope editie en waarom twee editie's tegelijk??

[pagina 92]
[p. 92]

De vellen IJdel Geld kunnen afgedrukt worden. Ik heb Moore's brief gevonden en zend U spoedig het voorrede'tje.Ga naar voetnoot79

Spoedig meer proeven en copie.

 

Steeds gaarne

Uw dw.

L.C.

113

Maandag [z.j.]

 

Waarde Heer Veen.

Aan Uw verzoek is voldaan.

Ik hoop W:Vr:Ga naar voetnoot* af te hebben van den zomer, maar op het oogenblik is de veine niet bizonder. Het zoû mij echter zeer tegenvallen, als ik U het niet van het najaar kon aanbieden. Het is 1 deel (vijf hoofdstukken) en zal iets kleiner zijn dan M.:M. telt er 6. Ik ben nu zoowat op de helft.

 

Steeds t.à.v.

L.C.

114

123 Jacob v.d.Does
Vrijdag [z.j.]

 

Waarde Heer Veen

Wees zoo goed een oningebonden presentexemplaar van Majesteit te zenden aan den heer G. Valette, 20 Surinamestraat, alhier; er zal eene voorstelling van Majesteit plaats hebben door dilettanten

 

Steeds UW dw

L.C.

115

Den Haag.
123 Jacob v.d.Doesstr.
Dinsdag. - [25.V.95]

 

Waarde Heer Veen.

De veroordeeling van EngelenburgGa naar voetnoot80 vind ik goed: men kan er wel om heen praten, maar het blijft toch onveroorloofd gebruik maken van eens anders eigen-

[pagina 93]
[p. 93]

dom. Hij is een kennis van mij en wij hebben nog samen comedie gespeeld; wees dus maar wat vriendelijk tegen hem.-

Ik wilde U ook eens schrijven over Wereldvrede. U spreekt van een directe uitgave, maar dit zal niet gaan. Ik ben natuurlijk wel een beetje verplicht het boek aan de Gids te geven, en daarbij geniet ik tegenwoordig een honorarium van de Gids van ƒ 64.- per vel (in plaats van ƒ 40.); dus daar moet U maar niet meer over denken. Nu hoop ik het boek wel spoedig af te hebben: ik ben den laatsten tijd er meê vooruitgegaan en vóor Augustus (dan ga ik naar Baarn) moet het af zijn. Nu hoop ik het in de Gids te plaatsen Augustus en September (misschien October erbij). U kan dus in October met drukken beginnen of als het moet, vroeger: natuurlijk met de belofte, dat U de Gids niet te vroeg inhaalt!

Als honorarium van den eersten druk zoû ik U willen vragen: ƒ 2000.- (twee duizend). Ik zoû U dan tevens toezeggen het recht met het buitenland te onderhandelen over vertalingen en, mochten hiervan bénifices komen, aan U overlaten, wat U mij daarvan gaf. Het boek is éen deel, 5 hoofdstukken:

1. Proloog.

2. Eerste Hoofdstuk

3. Intermezzo

4. Tweede Hoofdstuk

5. Epiloog.

en het geheel is iets kleiner dan Majesteit, dat 6 hoofdstukken besloeg. Die hoofdstukken zijn in doorslag van een zelfden omvang.

De volgende drukken - behalve bizondere - zoû ik stellen op ƒ 1500.-

U behoeft dus niet bang te zijn, dat het met het najaar er niet zijn zoû, ten minste voor zoover een mensch beschikken kan.

 

Steeds gaarne Uw dw.

Louis Couperus.

116

[28.V.95]

 

Waarde Heer Veen.

Ik weet niets van een verdeeling in 2 deelen: ik zoû maar 1 deel houden. Maar ik laat U vrijheid hierin te doen zooals het beste is.

 

Juist ontvangen!

 

Gebonden Orchideeen nog niet ontvangen.

Als U nog errata vindt in IJdel Geld, voeg ze er dan achter, s.v.p.

Over Wereldvrede zal ik eens denken, maar ik geloof niet, dat dat gaan zal.

 

Steeds t.à.v.

L.C.

 

Ik hoop het vóor Aug. af te hebben. Sept. en Oct. in de Gids, Nov drukken.

[pagina 94]
[p. 94]

117

[6.VII.95]

 

Waarde Heer Veen.

Hierbij de proeven. Druk echter voor het boek liever na uit een Gidsnummer; daar deze proeven nog niet correct zijn: ze zijn echter voldoende voor een vertaling.

In Sept. verschijnt de rest in de Gids, iets minder dan het eerste gedeelte.

In haast.

 

Steeds UW dw.

L.C.

118

Baarn.
(Mr.J.J. van Santen).
Dinsdag. [6.VIII.95]

 

Waarde Heer Veen.

Hierbij twee brieven. Doe er het Uwe meê. Ik zag gaarne Raché Wereldvrede vertalen, want Majesteit is erg gebanalizeerd in de vertaling. Heeft U dus nog niet met Minden afgesproken, denk dan eens over hem.

Druk Wereldvrede vooral niet af naar de proeven, die ik U zond en neem liever een Gidsex:.

 

Steeds UW dw.

L.C.

119

[z.j.]
Zondag.

 

Waarde Heer Veen.

Hierbij de eerste vellen Wereldvrede. U ziet, de voorrede is bijgewerkt. Gaarne heb ik daar revizie van. De andere vellen zijn zoo netjes, dat revizie er niet van noodig schijnt. De gedichten zal ik nazien en er een voorwoordje voor schrijven.

Is er echter haast meê, of kan ik er wat meê wachten?

Dit vernam ik gaarne van U.

Schorer heeft mij een visite gemaakt.Ga naar voetnoot81 U denkt niet over hem? Mij wel, als U Minden-Raché beter vindt.

De proeven Wereldvrede zal ik U geregeld zenden.

 

Steeds gaarne

Uw dw.

L.C.

[pagina 95]
[p. 95]

120

Den Haag.
Woensdag. [Kort na 9.VII.95]

 

Waarde Heer Veen.

IJdel Geld heb ik ontvangen: het is een keurig boek geworden. Ons beider compliment. Zal U s.v.p. zenden:

gebonden

1 ex. aan Mej. Minta Baud, Badhôtel, Baarn.

1 ex. aan Mevrouw Baud-Steenstra Toussaint. Salatiga, Java.

1 ex. aan Prof. ten Brink, Leiden

1 ex.- Prof. van Hamel, Groningen.

Ik woû die beide heeren vragen er eens wat van te zeggen.

Hierbij het contract terug: ik ben maar zoo vrij geweest bij mijn eerste idee omtrent de 2de en volgende uitgaven te blijven en ik denk wel, dat het U zal meêvallen. U weet misschien, in Aug. wordt hier in Scheveningen een Vrede-congres gehouden. Het boek is dus nog al aktueel. Het verschijnt Aug. en Sept. in ‘de Gids’, en dan kan U het dadelijk geven. Ik vermoed, dat het in Duitschland en Oostenrijk in de Vrede-kringen nog al gelezen zal worden: hoû dus goed acht op de Duitsche vertaling. Mej. Otten uit Berlijn liet er mij naar vragen, maar ik verwees haar naar U. Ik waarschuw U dus maar: misschien kunt U er nu reeds werk van maken.

Het boek wordt in alle geval 1 deel en het kan niet gesplitst worden, want het zijn 5 gedeelten, die nauw aan elkander hangen. Ik dacht het eerst in 2 deelen te schrijven als Majesteit, maar ik moest de stof wat serreeren, anders was het langdradig geworden. Ik ben er nu wel tevreden over, en de hoofdscène van het boek is zoo dramatisch geworden, als ik niet geloof, dat ik nog iets geschreven heb.

 

Steeds gaarne Uw dw.

L.C.

 

U zoû misschien mijn wapen nu aardig kunnen gebruiken op den omslag, want het is geheel het symbool van den Vrede??

Als U voor mogelijke vertalers Gids-proeven wilt hebben, zal ik die bewaren en ze U zenden: vlugger kan het dan niet.-

121

den Haag.
123 Jacob v.d.Does.
Woensdag. [z.j.]

 

Waarde Heer Veen.

De aangeteekende brief in orde ontvangen: hartelijk dank. Het liefst had ik de overige ƒ 1500.- dadelijk aan mij gezonden in bankpapier, b.v. in 3 aangetekende brieven van ƒ 500., na korte tusschenpoozen: dat is veilig genoeg.

[pagina 96]
[p. 96]

Zoû U mij vóor 1 Oktober alle proeven kunnen gezonden hebben. Wij gaan waarschijnlijk 2 Okt. op reis, en dan is het gemakkelijk, dat ik ze alle heb. Die U mij zond, zijn bijna alle gecorrigeerd. Ziet U ze eerst na? Ze zijn prachtig!

Zouden de 5 hoofdstukken niet kunnen beginnen telkens met een witte pagina ertusschen, en op die pagina de titels der hoofdstukken? Ik zoû dit netter vinden, als het nog niet te laat is. Denkt U nog om mijn wapen op den band? De Orchideeën zoû ik maar laten: ik heb heusch geen lust me in de foutjes te verdiepen: alle aardsche dingen zijn onvolkomen, en Van Nouhuys moet altijd zoo iets hebben om in te peuteren.Ga naar voetnoot82

Van een tweeden druk Majesteit alleen een paar exemplaren aan mij.

Voilà tout voor het oogenblik.

 

Steeds gaarne

Uw dw.

L.C.

 

Ik heb jufvr. Otten ook bij mij gehad: een lieve verschijning, kennis van familie van mij: ze bracht mij Epiloog vertaald: heel goed: misschien kunnen wij later wel eens om haar denken.

122

den Haag.
Vrijdag. [z.j.]

 

Waarde Heer Veen.

Ik voel mij beter en zal de proeven nu geregeld zenden: spoedig ook de voorrede Verzen. Zoû U zoo vriendelijk willen zijn mij dezer dagen ƒ 500.- te willen zenden, en zoû ik dan op het einde dezer maand mogen rekenen op de andere ƒ 1500.-? Ik anticipeer wel zoo op het contract, maar U is niet gewoon mij dat kwalijk te nemen.

Ik heb goede werkplannen voor den winter, maar daar zal ik U wel later van vertellen.

 

Steeds gaarne

Uw dw

Louis Couperus.

[pagina 97]
[p. 97]

123

den Haag
14.9.95.

 

Waarde Heer Veen.

Uw tweeden aangetekenden brief met ƒ 500.- in orde ontvangen: vriendelijk dank. De aparte titels heeft U goed begrepen.

De exemplaren Majesteit ontving ik. Ze zijn eenvoudig maar handig en de druk is goed, alleen veel open letters: ik meen, letters die niet goed aansluiten in het woord, maar dwarrelen.

Maar ik heb een aanmerking àpres-coup: dat U het boek in 1 deel drukt met zes hoofdstukken. U had het wel in 1 deel kunnen drukken, maar toch in 2 deelen laten. Het boek is geheel en al geconcepieerd in 2 deelen en de lijn van het geheel, de lijn van den bouw wordt er door geschaad als het in zes hoofdstukken achter elkaâr gelezen wordt. Maar enfin. Dat is een auteur-scrupule, die het groote publiek niet voelen zal, maar die mij toch speet. U zal het voor de handigheid zoo gedaan hebben, maar het formaat had het zelfde kunnen blijven met eene indeeling in 2 deelen.

Maar laat ons er niet over tobben: alleen doe het in het vervolg liever niet meer. Heeft U misschien nog een ex. van de oude editie over? Ik had er gaarne nog een als dat kon.

Na vriendelijke groeten

 

Steeds gaarne

Uw dw.

L.C.

124

den Haag.
Zaterdag. [21.IX.95]

 

Waarde Heer Veen.

Uw aangeteekende brief met ƒ 1000,- in orde ontvangen. Ik verklaar U dus hierbij genoten te hebben het honorarium van den eersten druk van Wereldvrede. Mijn vriendelijken dank voor Uwe bereidwilligheid dit vóor de verschijning van het boek te hebben uitgekeerd.

Het is jammer, dat ik Uw vraag omtrent de indeeling van den 2den druk Majesteit verkeerd begrepen heb, maar er is nu niets aan te doen en zeker heeft niemand schuld.

Gaarne ontving ik een ingenaaid ex. Majesteit 1e druk.

Wil u s.v.p. zenden 1 ingenaaid ex. 2e druk Majesteit aan

Mej. M. Baud, 29 Trompstraat, alhier.

Zie hier mijne plannen. Wij gaan voor enkele maanden naar Venetië en ik zoû daar gaarne willen schrijven een werk over die stad, meer geaprofondisseerd dan Reisimpressie's. Dan zweeft mij een Haagsche roman voor den geest: Een Bittere

[pagina 98]
[p. 98]

Ziel: een heel mooi motief. De Typen zullen in Venetië te pas komen: portretten van menschen op reis ontmoet. Metamorfoze is nog iets voor de toekomst.

Maar vóor het voorjaar a.s. zal ik denkelijk wel niets voor U hebben. Ik schrijf nu een kleine novelle voor De Gids, maar te klein om apart uit te geven: die wacht dus maar tot een bundel.

Voilà pour le moment.

 

Steeds UW dw.

L.C.

125

Donderdag. [z.j.]

 

Waarde Heer Veen.

Zoû U zoo vriendelijk willen zijn mij, zoo U kan, in te lichten wat de Nederlander is, een tijdschrift onder redactie van den heer Hoogendijk, alhier. Ik zag het blad nooit en ik zoû zeer gaarne weten wat voor een tijdschrift het is, en welke artikelen er in verschijnen.

Met eenige inlichting zoû U mij bizonder verplichten.

 

Steeds gaarne

Uw dw.

Louis Couperus.

 

[Op achterzijde, in ander handschrift, vermoedelijk van Veen: De Nederlander is een weekblad van een politieke fractie uit de kamer Kerdijk-Borgesius, waarin uitsluitend politieke artikelen verschenen (geavanceerd-liberaal) en een feuilleton wordt gegeven.]

126

den Haag.
Maandag. [7.X.95]

 

Waarde Heer Veen.

Dank voor Uwe inlichtingen Nederlander. Laatste proeven spoedig. Krijg ik de afgedrukte vellen vóor 15 Oct; dan ga ik op reis? Misschien voor errata. Als het wapen op den band komt, zoû ik gaarne de teekening zien, want er mogen geen heraldische fouten in komen: dit is altijd zoo dwaas.

Nu over iets anders. Mijne novelle Hooge Troeven is af, maar er is geen plaats voor in de Gids tot Februari. Die novelle van Jäger duurt N.B. drie maanden en dan komt Emants aan de beurt.Ga naar voetnoot83 Nu heb ik al eens bedacht wat ik er meê doen

[pagina 99]
[p. 99]

zoû. Naar een ander blad zenden lokt mij niet toe. Nu dacht ik: zoû U ze willen uitgeven met een groot fragment van mijn vertaling van de Tentation de St. Antoine, en den bundel noemen naar de novelle: Hooge Troeven? U zoû op die wijze ‘twee’ dingen hebben, die nog niet verschenen waren. Ik had dien bundel toch al in mijn hoofd voor later en dacht er dan voor te vragen ƒ 800. Nu Hooge Troeven echter niet in de Gids komt, zoû het ƒ 1000. moeten zijn.-

Wat dunkt U ervan? Zoû het nog een boekje kunnen zijn voor St. Nicolaas, of heeft U al genoeg aan Wereldvrede? Hooge Troeven zoû ± 50 Gidsbladzijden zijn en de Verzoeking ook ongeveer 40 à 50. Ik herinner mij toevallig dat Extaze ook 90 Gidsbladzijden telde.

Meld mij spoedig of het U toelacht, of dat de novelle maar moet wachten tot de Gids van Febr.

 

Steeds UW dw.

L.C.

 

Mag ik U de zorg van deze Poolsche dame opdragen?

127

Baarn.
Amalialaan.
Vrijdag. [z.j.]

 

Waarde Heer Veen.

Zie s.v.p. een Gidsnummer te krijgen voor het afdrukken. De voorrede kan vervallen, als U er geen heil in ziet. De proeven echter ontving ik gaarne allen, daar ik dikwijls nog iets verbeter. Vellen van Sept. zal ik U zoo gauw mogelijk zenden.-

Kan U Mevrouw C. ook helpen aan de een of andere sport-dictionaire voor Esther Water. Die sport-woorden zijn in de vertaling een groote moeilijkheid.

Doe eens Uw best.

 

Steeds t.à.v.

L.C.

voetnoot74
Else Otten woonde, als Nederlandse, in Berlijn. Zij heeft veel werk van Frederik van Eeden in het Duits vertaald, die haar meermalen in Berlijn heeft opgezocht. Vermoedelijk golden Couperus' bezoeken aan Berlijn ook haar. Behalve novellen vertaalde zij van hem o.m. Eene Illuzie, Psyche, Langs Lijnen van Geleidelijkheid, Babel, Dionyzos, De Berg van Licht, Aan den Weg der Vreugde, Antiek Toerisme, Herakles, De Ongelukkige, De Komedianten, De verliefde Ezel, Xerxes en Iskander.
voetnoot75
Van Tricht, Vanwege C., blz. 21; blz. 36.

voetnoot76
In Athenaeum, 7 juli, 1894, blz. 19 schreef Taco H. de Beer o.m.: ‘The event of the year is the publication of “Majesteit”, by Mr. Louis Couperus, one of the veterans, so to say, of the young school, lately made one of the editors of De Gids, our leading monthly. (...) The decorative scenery is done in so good a style and there is so much aristocracy introduced that the tale is making a deep impression, and the public reads eagerly about royal misery and princely grace, in spite of the fact that the descriptions meet now and then some resemblance to mosaic work’.

voetnoot77
L.W.R. Wenckebach (1860-1937) maakte deze band. Zie Braches, Boek als N.K., blz. 204; blz. 327, noot; blz. 329-330.

voetnoot78
Het is moeilijk uit te maken wie dit is, Carel Hendrik Henny (1841-1901) of Carel Henny (1855-1944).
voetnoot*
Wereldvrede.

voetnoot79
Zie noot 62.

voetnoot*
Wereldvrede.

voetnoot80
Mr. F. Vredenrijk Engelenburg. Zie P.H. Dubois, Marcellus Emants, Brieven aan Frits Smit Kleine, Achter het Boek, I/1, Den Haag, 1962, blz. 58.

voetnoot81
Deze wilde wellicht een en ander in Duitse vertaling van Couperus opnemen in zijn tijdschrift, dat, opgericht in 1880, aanvankelijk ‘Das Deutsche Familienblatt. Eine illustrierte Zeitschrift’ heette, en later werd omgedoopt tot ‘Schorer's Familienblatt’. Na 1894 bovendien nog onder andere titels.

voetnoot82
Willem Gerard van Nouhuys (1854-1914), schrijver en criticus. Hij verzorgde sedert 1894 in Het Vaderland de toneel- en literaire recensies. Als zodanig was hij daarin de directe voorganger van Henri (Jean François) Borel (1869-1933). Later werd hij redacteur van Groot Nederland.

voetnoot83
De Gids, 1895, IV, october-december, opent telkens met W. Jaeger, Toga en Degen (Couperus noemt de initiaal niet; niet te verwarren dus met Gerrit Jäger). De bedoelde bijdrage van Emants was Ontwaakt en opende het januarinummer van 1896.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • F.L. Bastet

  • over L.J. Veen


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 6 januari 1895

  • 15 januari 1895

  • 1895

  • 6 mei 1895

  • mei 1895

  • 25 mei 1895

  • 28 mei 1895

  • 6 juli 1895

  • 6 augustus 1895

  • augustus 1895

  • juli 1895

  • 1895

  • 14 september 1895

  • 21 september 1895

  • 1895

  • 7 oktober 1895

  • oktober 1895