Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever
Afbeelding van Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgeverToon afbeelding van titelpagina van Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.37 MB)

ebook (10.60 MB)

XML (1.01 MB)

tekstbestand






Editeur

F.L. Bastet



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Brieven van Louis Couperus aan zijn uitgever

(1977)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 100]
[p. 100]

VII. October 1895-Maart 1897 (Brief 128-160)

In het najaar van 1895 gaat Couperus weer op reis: via Frankfort en Venetië bereikt hij in de Decembermaand Rome, waar hij evenals twee jaar daarvoor zijn intrek neemt in Hôtel du Sud. Gabriele d'Annunzio maakt in die tijd opgang, Elisabeth laat klaarblijkelijk de vertaling van Moore's Esther Waters liggen en overweegt nu deze moderne Italiaan te vertalen. De mogelijke invloed van diens werk op Couperus is nog weinig onderzocht (L'innocente lijkt hier en daar verwant met Langs Lijnen van Geleidelijkheid). Couperus voltooit in Rome zijn Flaubertbewerking, die hij aanvankelijk samen met Hooge Troeven in een bundel wil uitgeven. Veen besluit echter er twee boeken van te maken. Voor het eerst noemt Couperus hier zelf als mogelijke illustrator Jan Toorop, een suggestie die zal leiden tot althans toekomstige samenwerking.Ga naar voetnoot84. Metamorfoze begint vorm aan te nemen, schrijft hij midden Februari uit Rome. Wij zouden graag weten, hoe hij zijn schetsen had opgezet.

In de loop van April keert het echtpaar terug: niet meer naar de van der Doesstraat, maar naar het ouderlijk huis in de Surinamestraat. Als een van zijn eerste daden geeft hij in Mei zijn voornemen te kennen uit te treden uit de redactie van De Gids, na wat hij noemt ‘een psychische verwikkeling’. Tot 1897 blijft hij overigens nog officieel redacteur. Metamorfoze begint nu gestalte te krijgen, er komt ‘heel veel in van mijzelven’. Zijn financiën zijn door het reizen blijkbaar wat in de war geraakt: voor het eerst vraagt hij in Juli om een fors voorschot. Het boek, door Veen iets te vlug al in de pers aangekondigd, vordert traag doordat Couperus er met veel liefde en zorgvuldigheid aan werkt. Hij wenst het niet af te raffelen. Midden in het derde boek brengt hij een week door bij de ouders van Jhr. Ram, die in Zeist op het Zusterplein wonen.Ga naar voetnoot85 In deze tijd vermoedelijk begint de langdurige correspondentie met Ram, die eind September presentexemplaren van twee boeken ontvangt die hij mirabile dictu blijkbaar nog niet heeft (brief 149). Ram heeft een deel van de stof geleverd, die Couperus in Parijs, waarheen hij onmiddellijk daarna vertrekt, zal verwerken in het vierde boek (Anarchisme).

In Parijs neemt hij contact op met De Wyzewa, maar naar het schijnt verder met bijna niemand anders. Hij werkt hard voort aan Metamorfoze.

Begin Februari 1897 nadert dit boek zijn einde (brief 157). Op de eerste Maart zijn Couperus en zijn vrouw terug in Den Haag, waar zij hun intrek nemen in Pension Boelen. Metamorfoze is, bijna drie jaar nadat hij voor het eerst over dit sterk autobiografische boek gedacht heeft, voltooid en verschijnt onmiddellijk in De Gids. Ook de uitgave in boekvorm laat daarna niet lang op zich wachten.

[pagina 101]
[p. 101]

128

Hotel Continental
Frankfurt a.M., den 16.10.1895

 

Waarde Heer Veen.

Ik had verleden geen tijd U dadelijk te antwoorden en moest U daarom laten wachten. Ik dacht wel, dat het geen tijd meer was om den bundel nu te geven, en ik vind het uitstekend hem te geven in het voorjaar. Laten wij de grootte van ± 100 Gidsbladzijden vaststellen; ik zal U, als alles overgeschreven is, zenden: de Verzoeking en Hooge Troeven; reken dan uit hoeveel het is en ontbreekt er iets aan, dan zal ik er nog eenige van de schoonste scènes uit de Tentation fragmentarisch aan toevoegen. Zoo kunnen wij dus zeker zijn van de grootte.

Laat ons dan vaststellen ƒ 1000.- voor den eersten druk en ƒ 600.- voor iederen volgenden. Hooge Troeven is geheel niet geschikt voor de Lelie, want er komt een jonge koning in voor, die een hofdame verleidt!Ga naar voetnoot86 En daarbij zoû ik het ook liever niet tegenover de Gids doen. De Gids krijgt nu echter in Febr., naar ik hoop, mijn boek over Venetië en zal dus niet te klagen hebben. Zend U de contracten maar naar Venetië, poste restante; en ook daarheen een paar exemplaren Wereldvrede. Zie hier het lijstje der presentex: (zend U ze maar alleen ingebonden).

Mr. J.R. Couperus, den Haag.

Mevr. R. Baud-Steenstra Toussaint, Salatiga, Java.

Mej. M. Baud, den Haag, Tromptraat 29

1 ex

den Heer en Mevr. Van Santen, Amsterdam, 39 Vondelstraat

Ricus LashGa naar voetnoot87 Esq. 39 Vondelstraat Amsterdam

Baronne Taets van Amerongen

(adres Jhr. Hugo van Lawick / Lausanne

Mevrouw de Veer-BoogaardGa naar voetnoot88 Leidscheweg. Voorschoten

Prof. ten Brink Leiden

Frans Netscher. Rotterdam

Dokter Vlaanderen Hilversum

 

Zend U mij de ex: maar liever als ik U mijn adres te Venetië heb opgegeven. Ik geloof nu, dat ik alles met U besproken heb en dus na vriendelijke groeten

 

Steeds gaarne Uw dw.

L.C.

[pagina 102]
[p. 102]


illustratie

[pagina 103]
[p. 103]


illustratie

[pagina 104]
[p. 104]


illustratie

[pagina 105]
[p. 105]

129

Venetië
Hotel Luna.
24.10.95

 

Waarde Heer Veen

Een woordje om U te zeggen, dat mijn adres het bovenstaande is. Mag ik hopen, dat U mij zendt wat U aan kritieken over W. en Will.Ga naar voetnoot* bemachtigen kan. Ik hoor, dat ten Brink over IJdel Geld geschreven heeft in Elzevier:Ga naar voetnoot89 zend mij dat eens, s.v.p.

 

Steeds gaarne

Uw dw.

L.C.

130

Rome.
Hôtel du Sud.
3.12.95

 

Waarde Heer Veen.

Zoû U aan mij nog willen zenden 1 geb. ex. Wereldvrede?

Gaarne hoor ik van U wanneer U met de proeven Hooge Troeven wil aanvangen? Wil U eerst de Verzoeking laten drukken, of eerst de novelle?

Ook vernam ik van U of ik met 1 Maart a.s. zoû kunnen rekenen op het honorarium Hooge Troeven?

Wat een geschiedenis van Johanna van Woude!Ga naar voetnoot90

 

Steeds gaarne

Uw dw.

L.C.

[pagina 106]
[p. 106]

131

Rome
Hôtel du Sud.
7.12.95.

 

Waarde Heer Veen.

Mijne vrouw zoû gaarne vertalen een werk van Gabriele d'Annunzio - Il Piacere of Trionfo della Morte-.Ga naar voetnoot91 Zoû U zoo goed willen zijn eens na te gaan of die beiden zijn aangeteekend? Na Uw antwoord zullen wij U dan spoedig een titelblad zenden. D'Annunzio maakt op het oogenblik veel opgang.

 

Met vriendelijke groeten

L.C.

132

Rome
Hôtel du Sud
Via Lombardia.
Vrijdag. [z.j.]

 

Waarde Heer Veen.

Alles ontvangen: maar ik vind beider uiterlijk niet zoo geslaagd als vorige keeren: het eene zeer rouwig, zwart en wit, en het ingebonden zelfs bleek van band; en de bundel een vies kleurtje en met iets, dat me aan een Gartenlaube aan den Rijn laat denken, waar we Rijnwijn drinken.Ga naar voetnoot92 Het schijnt altijd een tref te zijn! De druk is echter goed en hoewel er nog enkele grootere letters onvermijdelijk schenen, veel beter dan eertijds M.Ga naar voetnoot* Ook de vertaling kreeg ik, maar het eerste wat ik las, was dat de keizer een kamerdienaar(!) (voor kamerheer) ontbood en toen ben ik zoo wee geworden, dat ik sedert niet verder las! Ik woû maar, dat ze met die vertalingen uitscheidden! Wil U mij s.v.p. zenden wat U machtig kan worden aan persopinie's, b.v. het zeker heel zachte artikel van Van Deyssel?Ga naar voetnoot93 U zal mij daar zeer meê verplichten.

Uw brief zoo even ontvangen. ik zal de recensies bij gelegenheid weêr terugzenden. Hooge Troeven is klaar, maar aan de Tentatie moet nog veel gedaan

[pagina 107]
[p. 107]


illustratie
Bandontwerp door L.W.R. Wenckebach voor Williswinde, 1895.


[pagina 108]
[p. 108]

worden. Maar U geeft het toch niet eerder uit dan het voorjaar? Het is wel eens prettig zonder proeven te zijn.

 

Met vriendelijke groeten

Steeds Uw dw.

L.C.

133

Rome
Hôtel du Sud
24.12.95.

 

Waarde Heer Veen.

Hooge Troeven heb ik doen zenden: Verlangt U ook aanstonds de Verzoeking: alles is gereed. Het is langer geworden dan mijn eerste plan, daar ik er gedeelten nog aan heb toegevoegd: het deel zal U dus zeer zeker medevallen.- Ik verwijs eene Mej. de Vries Robbé omtrent vertalingen en inlichtingen naar U - wil U zoo vriendelijk zijn haar die te geven: ik schreef haar, dat U haar wel zoû willen helpen.- Zend s.v.p. een ex. Majesteit (oning.) aan Mevrouw Scheurleer,Ga naar voetnoot94 Hôtel de Rome, alhier en een ex. Wereldvrede aan J. Beraneck, aux soins de la Rédaction de la Revue Suisse et Bibliothèque Universelle, Lausanne. Wil U dat doen met mijne groeten: die meneer heeft een artikel over M. geschreven. Kan U mij ook zenden de Revue des Revues: daarin staat ook een artikel: als U het niet heeft, bestel het dan s.v.p. op mijne kosten.Ga naar voetnoot95 U zoû mij met dat alles zeer verplichten.

 

Geloof mij Uw dw.

L.C.

134

Rome.
12.1.96.

 

Waarde Heer Veen.

Ik zal de Verzoeking vandaag nog inpakken. Ik zie geen bezwaar in een bundel van de twee stukken: trouwens Hooge Troeven alleen is toch te klein voor een boekje, niet waar? Zoû U niet op het titelblad beide namen vermelden:

Hooge Troeven.

De Verzoeking van den H. Antonius

of niet?

[pagina 109]
[p. 109]

Als het U het zelfde is, wees dan zoo goed deze maand het honorarium te verzenden aan de heeren Scheurleer en Zonen te 's Hage: U zal mij daar zeer meê verplichten. Dank voor Uwe trouwe toezendingen: ze breken Wereldvrede een beetje af, maar ze kunnen ook niet altijd loven en dank zeggen: dat verveelt wel eens! De critiek van Ten Brink was heel mooi. Wanneer de Revue van Netscher?? Ik ben op het oogenblik heel lui en ben aan niets bezig: het is wel eens prettig, zoo een leêg hoofd! Onze hartelijke wenschen voor '96 van ons beiden! Altijd gaarne

 

Uw dw.

L.C.

 

Zoû Mej. Else Otten misschien Hooge Troeven willen vertalen?

135

Rome
Hôtel du Sud
22.1.96

 

Waarde Heer Veen.

Ik heb Antonius al op twee verschillende manieren ingepakt om U te verzenden, maar telkens was het niet in orde. Het is niet gemakkelijk een ms. te verzenden, Ik denk, dat ik het U nu maar in kleine stukken, in genummerde brieven zal zenden, want je suis au bout de mon latin. Meld mij dan telkens de aankomst van een brief. Het ms. is niet zoo duidelijk als altijd: er zullen misschien 3 proeven moeten zijn. Is Hooge Troeven te klein voor een apart boekje, als novelle?? Dan zoû U er twee boeken van kunnen maken.

Of wat dunkt U?

 

Steeds t.à.v.

L.C.

136

Rome
Hôtel du Sud.
28.1.96.

 

Waarde Heer Veen.

Antonius is verzonden.

Wat zoû U ervan denken Antonius alleen uit te geven en de Hooge Troeven te bewaren om later te voegen aan een nieuwen en (dus vermeerderden) druk van Eene Illuzie? Dit zoû mij dunkt zeer goed zijn en aan zoo een 2den druk een nieuw belang geven.-

Ik kreeg reeds de Revue van Netscher. Kan U mij misschien zenden Tweemaandelijksch Tijdschr. over Williswinde en Stemmen Waarheid Vrede (artikel Huls-

[pagina 110]
[p. 110]

man);Ga naar voetnoot96 ook de 2de gedeelte Beraneck Revue Suisse? Ik ontving dit gaarne als U het ten minste kunt krijgen zonder moeite.- Gaarne vernam ik van U, of U een ex; Wereldvrede zond aan Mevrouw de Veer-Boogaard te Voorschoten: zoo niet, zend er dan s.v.p. een, en ook een aan Mevrouw Scheurleer, Hôtel de Rome, Rome.- Van mijn bankier nog niets vernomen: ik schrijf hem dadelijk.

 

Steeds gaarne Uw dw.

L.C.

137

Rome
Sud.
3.2.96.

 

Waarde Heer Veen.

Dank voor de tijdschriften: ik zend ze U later terug, maar zoû ik ze daarna weêr kunnen ontvangen? Mej. Baud verzamelt alle kritieken etc. over mijne werken en heeft er een volledige collectie van en zoû ze gaarne bijhouden.Ga naar voetnoot97 Of zendt U ze dan later aan haar terug, als dat kan.

Ik zal mij natuurlijk houden aan onze eerste afspraak van een bundel, als het niet anders kan, hoewel het mij eenigszins spijt. Maar dan had ik gaarne, dat U het titelblad alzoo liet teekenen:

 

Hooge Troeven

De Verzoeking van den H. Antonius

naar

Gustave Flaubert

- Fragmenten -

 

Want de Verzoeking niet op het titelblad te vermelden gaat niet aan, dat zoû niet eerbiedig genoeg zijn.

Ook heb ik bedacht de fragmenten, die ik eigenlijk als geheel gearrangeerd heb, en dus uitstekend als geheel boek zouden kunnen gedrukt worden (en die maar zeer weinig minder zijn dan het oorspronkelijke werk van Flaubert) - te noemen met aparte titels, die op aparte tusschentitelbladen gedrukt kunnen worden: dit maakt dan meer den indruk van een bundel. Zoo dunkt het mij het beste als U volhardt in de uitvoering van éen boek.

[pagina 111]
[p. 111]

Ik weet niet of ik U reeds schreef dat de heeren Scheurleer mij bericht zonden ƒ 1.000 (duizend) ontvangen te hebben. Zoo niet, dan doe ik dit hierbij en vraag U vergeving voor mijne slofheid U dit niet eerder gemeld te hebben. Tevens zend ik U hierbij de drie eerste proeven van Hooge Troeven. Ik zoû zeggen, dat ze wel kunnen worden afgedrukt, als U er goed op let.

Van Antonius zal ik wel drie proeven noodig hebben, denk ik.

 

Met vriendelijken groet,

Uw dw.

Louis Couperus

138

Rome
Hotel du Sud.
12.2.96

 

Waarde Heer Veen.

Het doet mij genoegen dat U besloten heeft tot twee boeken. Hooge Troeven is zeker heel klein: ik kan de dikte precies zien: 120 bl. Wereldvrede. Het was ook eerst niet geschreven voor aparte uitgave. Is het goed er bij te voegen: Eene Novelle, of niet? Ik dacht de Jong te vragen er een teekeningetje voor te maken: wil ik dat doen?

De Verzoeking zal echter een goed boek worden. Het is maar heel weinig korter dan het oorspronkelijke en dat is een dik boek: de dialoogvorm verwijdt het boek zoo. Laat het met zorg drukken, met drie letters. Als U het soigneert, wordt het zeker een mooi werk. Ook hierbij zouden een paar illustraties het goed doen: misschien van een onzer jongere symbolisten? Van Toorop anders? Wat denkt U? De titel is goed maar er hoeft volstrekt niet Fragmenten bij: het is een geheel zooals ik het gearrangeerd heb: ik had Fragmenten er bij willen zetten om er iets bundel-artigs van te maken: maar nu is het beter, en veel artistieker.

Natuurlijk, maakboeken zijn nooit goed, in geen geval. Wereldvrede zal nu wel gereleveerd worden door Netscher en ten Brink. Trouwens, die enkele hatelijke artikeltjes van J en X en N zullen het wel niet zoo deeren. Ik blijf er zeer tevreden over. Het ligt in de lucht af te keuren tegenwoordig. En er is zoo bitter, bitter weinig in ons landje: misschien alleen Borel; dat is prachtig. Wagenvoorts boek verdiende ook niet zulke kritieken: er zit zeer veel moois in.Ga naar voetnoot98 Maar als een Hollander niet bij zijn theestoof blijft is het niet goed!

Metamorfoze begint vorm aan te nemen. Het zal iets geheel anders zijn dan wat ik tot nog toe geschreven heb: de held is een modern auteur.

[pagina 112]
[p. 112]

Ik ben onlangs vrij erg ziek geweest en zal van het voorjaar misschien drie kuren te maken hebben. Prettig perspectief.

Ik zend U spoedig de laatste proeven van Hooge Troeven.

 

Steeds gaarne Uw dw

L.C.

139

den Haag.Ga naar voetnoot*
Rome.
Hôtel du Sud
23.2.96.

 

Waarde Heer Veen.

Ik had het liever anders gedrukt gezien, maar het kan wel zoo blijven. Zend mij dus het eerste vel terug, dan zal ik de correctie beginnen.

Dank voor al Uwe zendingen, die ik U in Maart zal zenden; midden Maart kom ik terug in den Haag.

 

Steeds gaarne

Uw dw

L.C.

140

Rome
Hôtel du Sud.
4.3.96.

 

Waarde Heer.

14 Maart hoop ik terug te zijn in den Haag, ten huize Mevrouw Baud, 29 Trompstraat.

 

Steeds Uw dw.

L.C.

141

den Haag.
20 Surinamestraat.
2.6.95Ga naar voetnoot*.

 

Waarde Heer Veen.

Ik ben in de laatste proeven in de war gekomen met de hoofdstukken: Hoofdstuk III ontving ik nu als het laatste: maar verder heb ik de hoofdstukken nog niet aangegeven. Zorg hier dus voor of zend mij nog eens de proeven terug: anders zoû het begin in hoofdstukken verdeeld zijn en de rest niet!

[pagina 113]
[p. 113]

Kan U mij nog zenden het slot artikel Hulsman? En de vroegere kritieken Wereldvrede voor Mej. Baud? Hooge Troeven ziet er goed uit.

 

Steeds Uw dw

L.C.

 

Ik zend U hierbij aanwijzing voor de hoofdstukken.

142

20 Surinamestraat
Woensdag. [18.VI.96]

 

Waarde Heer Veen.

Is U uit de stad? Anders zoû ik gaarne de volgende dingen van U ontvangen.

Een paar ex: van de brochures van Vosmeer de Spie en Netscher.Ga naar voetnoot99

1. ingebonden Hooge Troeven.

De afgedrukte vellen: Verzoeking.

Het slot van artikel Hulsman.

En zoo mogelijk terug al de recensies Wereldvrede, als U die niet meer nodig heeft.- Else Otten schreef mij om de ‘preferentie vertaling Metamorfoze.’ Wat dunkt U? Als U de zaak in orde met haar maakt, kan ik haar later Gidsproeven zenden.

 

Steeds gaarne

t.à.v.

L.C.

143

den Haag.
20 Surinamestraat
Zaterdag. [11.VII.96]

 

Waarde Heer Veen.

Ik kom tot U met een vriendelijk verzoek. Zoû U mij kunnen verplichten met een voorschot van ƒ 1500,-, het zij op de tweede editie van Wereldvrede, het zij op de uitgave van Metamorfoze? Ik zoû deze som niet in eens noodig hebben, maar ontving ze gaarne in maandelijksche termijnen van ƒ 300.- Zoû U mij hiermede kunnen helpen? Ik neem U natuurlijk in het minst niet kwalijk als U mij even ronduit weigert, als ik U ronduit vraag; maar zoo het mogelijk ware, zoû U er mij een groote dienst meê bewijzen.

[pagina 114]
[p. 114]

Ik herinner mij niet of ik U al veel van Metamorfoze schreef. De roman is in 1 deel, 5 hoofdstukken, en zal ongeveer zoo groot zijn als Majesteit. Het is eenigszins autobiografie, voor zooverre het werk geeft de kunst-evolutie van een modern auteur, die eerst poëzie schrijft en later proza. Er komt dus van zelf heel veel in van mijzelven. Ik schreef er reeds twee hoofdstukken van. Maar of het werk met het najaar klaar zal zijn betwijfel ik, hoewel ik het hoop. Ik dacht U voor de eerste editie te vragen 2500.-. Het zoû natuurlijk eerst in de Gids verschijnen.

Wat Antonius betreft, had ik gaarne, dat U geene presentexemplaren verzond. Misschien schrijf ik U later er aan een paar adressen te zenden. Zend mij er s.v.p. 5 exemplaren van.

Ik hoop, dat U een aangename reis gehad heeft!

 

Steeds gaarne Uw dienstw.

Louis Couperus

144

20 Surinamestr.
20.7.96.

 

Waarde Heer Veen.

Uw brief in goede orde ontvangen: hartelijk dank. Zoodra ik Uw antwoord heb, zal ik U een kwitantie en règle zenden.

 

Steeds gaarne

Uw dw.

L.C.

145

den Haag.
20 Surinamestraat. [z.j.]

 

Waarde Heer Veen.

Ik zal de proeven spoedig zenden; ze hebben getraîneerd omdat ik druk aan het werken ben: aan Metamorfoze.

Alles over Mevrouw N.-D. vind ik uitstekend.-

Ik ben nog altijd niet wel, hoewel ik toch uit ga: het is een questie van tijd.

Dood echter, nog niet.

Zend ook een ex. Hooge Troeven aan Mevrouw Valette, aan bovenstaand adres. U ziet, dat ik verhuisd ben.

 

Steeds gaarne Uw dw.

L.C.

[pagina 115]
[p. 115]

146

den Haag.
20 Surinamestraat
27.7.96

 

Waarde Heer Veen.

Ik vind de voorloopige overeenkomst omtrent Metamorfoze goed: wij kunnen dan later wel het contract opstellen. 1. Aug. heb ik geen geld noodig; wil mij dus s.v.p. niet zenden vóor 1. Sept.- Twee deelen kunnen er niet van gemaakt worden, omdat het boek in 5 hoofdstukken wordt geschreven en omdat ieder hoofdstuk zijn ondertitel heeft. Ook kan ik U niet vast beloven dat het werk met het najaar gereed is. Er is nu een derde van gereed, en het is een moeilijk boek en ik werk er niet vlug aan. Ook moet het dan eerst in de Gids komen, want dit is al lang van te voren bepaald.

Ik dacht wel, dat U nog niet over een tweede druk Wereldvrede zoû denken. Maar hoe wordt die aflevering-editie? Majesteit is nu toch in de 2de editie met een andere type gedrukt dan Wereldvrede en Hooge Troeven: hoe wordt dat dus? Zoodra ik U kan zeggen, wanneer Metamorfoze gereed komt, zal ik dit doen en er dan bij de Gids op aandringen, dat het werk maar in 2 afleveringen verschijnt.

 

Met vriendelijke groeten

Steeds gaarne Uw dw

L.C.

147

den Haag.
Pension Boelen
12.8.96.

 

Waarde Heer Veen.

Ik moet U even een vriendschappelijk standje maken, nl: over Uwe voorbarige berichten omtrent Metamorfoze, die onzen goeden meneer van Hall zoo zenuwachtig hebben gemaakt, dat hij mij subito om inlichting vroeg. Maar waarom nu ook al over de uitgave een bericht in de wereld te zenden?? En nog wel: ‘met het najaar?’ Voyons: ik heb U ronduit gezegd - als ik me niet vergis - dat de roman voor 1/3 gereed is; denkt U nu, dat ik 2/3 af kan maken plus verschijning in de Gids, alles vóor het najaar?

Ik kan me heusch niet met dit werk haasten, het is er veel te fijn toe; en waarom is dat haasten nu ook noodig: laat de menschen nu nog maar eerst wat op me schelden: daarbij krijgen ze de Verzoeking van het najaar: dat is genoeg! Waarlijk, ik werk met te veel pleizier aan Metamorfoze, om het af te raffelen, reken er dus liever niet op voor dit jaar: trouwens ik heb U dat ook nooit vast kunnen belooven.

Heeft U nog iets met Else Otten vastgesteld, of is er niets van gekomen.

 

Steeds gaarne

Uw dw

L.C.

[pagina 116]
[p. 116]

148

den Haag.
Pension Boelen.
3.9.96.

 

Waarde Heer Veen.

Dank voor den 2den termijn van ƒ 300, die ik in goede orde ontving; zoo ook de Verzoekingen. Zooals ik U vroeger zeide: presentexemplaren zijn niet noodig. Het boek ziet er heel netjes uit. Else Otten (Kurfürstendamm 264 I Berlijn. W.) zoû gaarne een ex: Reisimpressies hebben om daaruit het een en ander te vertalen. Als U er geen bezwaar tegen heeft, zoû ik haar maar een ex: zenden.

Brief omtrent Telegraaf heb ik indertijd ontvangen. Mevrouw Couperus dankt U, dat U aan haar gedacht heeft, maar ze souffreert tegenwoordig een beetje aan de oogen en het is beter dat zij maar in het geheel niet schrijft. Ze ziet dus van de vertaling af.

Ik schiet met Metamorfoze vrij wel op, en ben nu goed bezig aan het derde boek: er zullen er vijf zijn. Ook ben ik er zeer tevreden over: het wordt heel iets anders dan de Keizerromans en U kan niet zeggen, dat ik eentonig ben!

Vele groeten, ook van Mevrouw C. en steeds gaarne

 

Uw dw.

Louis Couperus.

149

Parijs
Pension Deviès
18 Rue Châteaubriand
24.9.96.

 

Waarde Heer Veen.

Zooals U ziet ben ik in Parijs, aan bovenstaand adres. Mag ik rekenen dat U mij naar afspraak, het geld hierheen zendt, op welke wijze U wilt, maar niet door Scheurleer, daar er op die wijze verwikkelingen komen in mijne rekening, die ik liever vermijd. Ik hoop weêr spoedig aan Metamorfoze door te werken en ben Zeer tevreden over de vordering ervan. Ik had gaarne, dat U mij hierheen zondt een paar presentexemplaren van Engelsche vertalingen van Extaze en Majesteit, die ik een enkelen keer als visitekaartje moet gebruiken: zoû U mij daaraan kunnen helpen, dan zal ik U ten zeerste dankbaar zijn. Het is U misschien gemakkelijker dan mij dit aan de Engelsche uitgever te vragen?

Dan had ik gaarne dat U presentex. van Illuzie en Reisimpressies zond aan Jhr. J.H. Ram, Luitenant der Grenadiers, te Zeist.Ga naar voetnoot100

[pagina 117]
[p. 117]


illustratie
Spotprent van Marius Bauer op Couperus' Flaubert-bewerking in De Kroniek van 1896


[pagina 118]
[p. 118]

Zend U mij bij gelegenheid kritieken van de Verzoeking?

Ook nog dit: ik hoorde iets van een vierde editie van Eline Vere? Zoû U eens zoo goed willen zijn te informeeren of dit zoo is, want is het zoo, dan moet ik er van Kampen over interpelleeren:Ga naar voetnoot101 wil U dus eens voor mij onderzoeken welke editie de laatste van Eline Vere is?

 

Met vele groeten

Steeds Uw dw.

Louis Couperus.

150

Parijs 2.10.96.

 

Waarde Heer Veen.

Dank voor den brief, die in orde ontvangen is met cheque, en voor de couranten. Ik zal U waarschuwen wat Metamorfoze aangaat.

 

Steeds Uw dw.

L.C.

 

Ook 2 Majesty's ontvangen, maar geen Extaze's nog ...

151

Parijs
18 Rue Châteaubriand
Donderdag. [z.j.]

 

Waarde Heer Veen.

Uw brief is mij in goede orde geworden, met de chèque van ƒ 300.-, vriendelijk dank.

Metamorfoze vordert maar heel langzaam, maar dat kan geen kwaad. Men moet den menschen niet te gauw en te veel des Guten geven! Ik ben nu midden in het derde boek: dat is dus de helft.

Is er geen kans op een tweeden druk Wereldvrede vooreerst? Zoo het eenigszins kan, zoû ik Uw voorschot van dit jaar willen beschouwen als eene vooruitbetaling van dien tweeden druk: meld mij dus s.v.p. of U er bepaald op gesteld is het als vooruitbetaling op Metamorfoze te beschouwen?

Eigenlijk hoû ik er niet van vooruit te ontvangen, maar ... de tijden zijn slecht! Mevrouw C. zoû gaarne een aardig boek willen vertalen: de oogen zijn beter en zij heeft hier veel vrijen tijd. Mocht U dus eens iets hebben, wees dan zoo goed aan haar te denken. Ik zoû het echter van het boek willen laten afhangen of zij de vertaling met haar naam teekent of niet.-

[pagina 119]
[p. 119]

Else Otten vraagt mij dringend copie van Metamorfoze. Is U geheel klaar met haar en is er iets tegen als ik haar nu zend de copie van het Eerste Boek? Wat vindt U? Hoort U nog iets van de Italiaansche vertalingen? Zoû U niet eens Fransche vertalingen kunnen in de hand werken? Ik zoû dan hier met uitgevers kunnen praten. Morgen ga ik naar de Wyzewa,Ga naar voetnoot102 die over mij geschreven heeft in de Revue des Deux Mondes: over Wereldvrede. U ziet, ze vinden dat boek mooier hier dan thuis. Wat zoû U kunnen doen ten opzichte van Fransche vertalingen? Wil U s.v.p. zenden een ex: Verzoeking Antonius aan Mevrouw Boon Hartsinck,Ga naar voetnoot103 geb. van Valkenburg, Velperweg, Arnhem.- Ziehier het maandelijksche bulletin!

 

Intusschen steeds gaarne

Uw dw

L.C.

 

De Eng. boeken ontving ik in goede orde: ze dienen hier een beetje als visitekaartjes!

152

Parijs
18 Rue Châteaubriand.
22.11.96.

 

Waarde Heer Veen.

Ik wilde gaarne nog eens terugkomen op de kwestie van het honorarium van Metamorfoze en wel in dezer voege:

Laten wij het bepalen op ƒ 2500.- (de roman wordt waarschijnlijk zoo groot als Majesteit, maar 1 deel; maar intusschen kan ik het volume ervan niet op enkele bladzijden vaststellen met nauwkeurigheid).

Voor de volgende drukken ƒ 1800.- Daar ik reeds vier maanden ƒ 300.- van U ontving, zoû ik U dan willen voorstellen mij in December nog ƒ 300.- te zenden en de overige ƒ 1000 te verdeelen over de vijf eerste maanden van het nieuwe

[pagina 120]
[p. 120]

jaar; dus iedere maand ƒ 200.- Mocht U hiertoe genegen zijn, dan zoû U mij zeer verplichten en mij inderdaad zeer helpen.

U zoû dan de contracten in dezen zin kunnen opstellen en wij zouden ze nu kunnen teekenen. De roman is nu tot de helft gevorderd en voor het volgende najaar kan ik U het werk wel met zekerheid belooven.

Van Hall wilde al absoluut met Januari beginnen met het Eerste Boek, maar dat zullen wij maar niet doen. Ik ben nu midden in het Derde Boek (er komen er Vijf) en daar ik uitgerekend heb, dat dit de helft van Majesteit was, vertrouw ik dat het geheele werk zoo groot als Majesteit zijn zal, vooral omdat het Vierde Boek zeer rijk aan stof zal zijn.

U sprak indertijd van een uitgave in afdeelingen van Majesteit, Wereldvrede, en Hooge Troeven; veel sympathie heb ik voor die uitgave niet: de tweede druk van Majesteit is toch met een kleinere letter gedrukt: hoe wordt dus het geheel? En dan - hoewel ik natuurlijk geen oogenblik Uwe eerlijkheid verdenk: dit is verre van mij - een volgende druk is voor mij ... een volgende druk, en onwillekeurig kan ik er dus mijn voordeel niet in zien. Ik begrijp wel, dat het maar een handelstruc is en het eigenlijk nog maar ... de eerste druk blijft, maar toch: sympathiek is mij de manoeuvre niet.-

Ik bemoei mij liever maar niet met de Fransche uitgevers: als ze het niet doen na het artikel van de Wyzewa in de Revue des Deux Mondes over Wereldvrede, dan maar niet.

Wil U s.v.p. aan Mr. T. de Wyzewa, 12 Rue du Pré aux Clercs, Paris, zenden een paar presentexemplaren van Hooge Troeven en de Verzoeking.

Wat Else Otten betreft, zal ik mij gaarne aan Uw raad houden.

Intusschen na vriendelijke groeten

 

Uw dw

L.C.

153

Paris
8 Rue Chateaubriand
25 Nov. [z.j.]

 

Geachte Heer Veen,

Mijn man wil niet op Uw idee van Dyre Rein antwoorden omdat hij tegen het vertalen van een vertaling is.Ga naar voetnoot103a Want, niet waar, het verschijnt in het Duitsch, en ik zou het uit het Duitsch vertalen, daar ik tot mijn spijt geen Noorsch ken. Nu is het waar dat zoo'n vertaling veel verliest en natuurlijk niet zoo goed kan worden als eene direct uit het oorspronkelijke. Ook wordt er in ons land direct

[pagina 121]
[p. 121]

vertaald uit het Noorsch, geloof ik, o.a. door Wijsman, is U dus niet bang dat er op zoo'n vertaling langs een omweg een aanmerking zal gemaakt worden?

Maar enfin, als U deze bezwaren niet deelt, en het boek toch laat vertalen, wil ik het gaarne doen, zend U het mij dan maar eens als het uit is. Maar is U het met de bezwaren eens, toe, zoek dan iets anders voor mij, ik zou gaarne iets onder handen hebben.

U zoudt er mij een groot genoegen mee doen. Heeft U geen lust in een Loti serie, daar zijn er nog vele van onvertaald. Enfin, zorgt U maar voor mij, ik laat het aan U over.

 

Met groeten

Uwe dw.

Elisabeth Couperus.

154

Parijs
18 Rue Chateaubriand
5.12.96

 

Waarde Heer Veen.

Brief en chèque in orde ontvangen; hartelijk dank ook voor de schikking voor 97.- Ik kreeg een verzoek van de Vereeniging Handwerkers-Vriendenkring, om een paar boeken voor hun bibliotheek. Als U er niets tegen heeft, zend ze dan een paar exemplaren van wat U wilt: b.v. Majesteit en Wereldvrede. Of iets anders. Het is zoo moeilijk zoo iets te weigeren. Ook b.v. Williswinde; enfin, ik laat de keus aan U over.

Het adres is B.R. Pereira

80 Zwanenburgwal.

Onze beste wenschen voor het Nieuwe Jaar!

 

Steeds Uw dw.

L.C.

155

Parijs
18 Rue Chat.Br.
Jan 97.

 

Waarde Heer Veen.

De chèque in orde ontvangen; hartelijk dank.

Zoo ook de Noorsche vertaling.Ga naar voetnoot104 Het is heel aardig, ook dat artikel in de Bergensche revue. Maar geeft het eenig geldelijk voordeel? Zeker niet. Dan moeten

[pagina 122]
[p. 122]

we ons maar troosten met den roem! En dat zoû wel gaan, als de tijden maar wat beter waren, maar die zijn vrij beroerd tegenwoordig.

Iets nieuws is dit:

Er komt een Fransche vertaling van Majesteit door Louis Bresson, Waalsch predikant te Rotterdam, in de Revue Hebdomadaire, en daarna als boek, bij Plon.Ga naar voetnoot105 Mr. Maurice Spronck - van het Journal des Débuts - sprak mij erover verledenGa naar voetnoot* zomer, in den Haag. De vertaling verschijnt van den zomer. Plon biedt 1500 fr, te verdeelen tusschen den vertaler en mij. Alzoo 750 fr. Voor den vorm zeide ik mij niet te kunnen beslissen voor ik U geschreven had. Maar wij zullen maar accepteeren, niet waar: we kunnen toch niet veel anders doen en het is nog al aardig.

Mijn idee is natuurlijk met U te deelen. Tenzij U zoo edelmoedig is mij dezen keer (dat de vertaling U geen moeite en tijd gekost heeft), Uw deel te laten. Ik zit tegenwoordig erg te rekenen - trouwens, dat begrijpt U ook wel uit mijn geregelde voorschotjes - en elke paar honderd gulden is weêr wat.

Maar vindt U het aardig de eerste Fransche vertaling samen met mij te deelen, dan nemen wij ieder de helft van dezen primeur! Misschien, dat als Majesteit wat succès heeft in het Fransch U met Plon over andere vertalingen kunt onderhandelen. Ik wacht nog op een officiëelen brief van Spronck, dien ik U zoû opzenden, maar ik ontving nog niets. Steeds gaarne

 

Uw dw.

L.C.

156

Parijs
18 Rue Châteaubriand
11.1.97.

 

Waarde Heer Veen

Hierbij het officieele epistel van Spronck, dat ik U gaarne wilde laten inzien. Ik stel het op hooge waarde, dat U mij voortaan alle vertalingsbenefices wilt laten en daarbij U toch wilt bemoeien met de onderhandelingen; en de hartelijke wijze, waarop U mij over dit punt schrijft, bewijst mij, dat onze verhouding vriendschappelijker is dan gewoonlijk tusschen uitgever en auteur het geval is! Nogmaals dus: hartelijk dank, voor de vriendelijke wijze, waarop U mij wilt bevoordeelen, gaarne beloof ik U een bijdrage voor Uw Kerstnummer; misschien kan ik van den

[pagina 123]
[p. 123]

zomer iets schrijven, en in alle geval heb ik een schetsje in portefeuille.- U kunt er dus vast op rekenen.

Is de aflevering-uitgave van de Keizer-romans in een ander formaat dan de eerste? Dan zoû ik er wel een exemplaar van willen hebben; voor de compleete collectie van mijn eigen boeken.

Aan Metamorfoze ben ik druk bezig: ik hoop, dat het vroeg in het voorjaar klaar zal zijn.

Met vriendelijke groeten van mijne vrouw

 

Steeds gaarne

Uw dw.

Louis Couperus

 

Heeft U nog iets aan die Werkliedenvereeniging gedaan, of vond U het niet noodig?

157

Paris.
18 Rue Châteaubr.
6.2.97.

 

Waarde Heer Veen.

Brief en chèque in orde ontvangen. Hartelijk dank. Den 1sten Maart kom ik in den Haag terug, Pension Boelen 70H. Javastraat. Metamorfoze nadert zijn einde: ik hoop het deze maand af te maken. Ik geloof niet, dat ik U dezen keer met den omvang zal teleurstellen. Ten minste, naar de Engelsche vertaling gerekend (die geene coupures heeft) zijn het evenveel woorden!! U ziet, zuiverder kan ik niet berekenen. Ik zal U de copie in Maart ter lezing zenden: wil U ze dan s.v.p. zoo spoedig mogelijk doen toekomen aan den heer Van Hall, 11 Vondelstraat (ik weet het nummer niet goed.)

Vele groeten van mijn vrouw en steeds gaarne

 

Uw dw.

L.C.

158

Pension Devies
H. Blanchonnet
Rue Chateaubriand, 18
Champs-Elysees
Paris
 
Paris
15 Februari [97]

 

Geachte Heer Veen,

Het doet mij genoegen te hooren dat U een geschikt boek bemachtigd heeft, en

[pagina 124]
[p. 124]

gaarne wil ik het vertalen. Hoe lang is het, en heeft U al eenigszins een idee over het honorarium? Daar er zooals U schrijft geen haast bij is, heb ik liever dat U mij het boek toezendt in de eerste dagen van Maart, pension Boelen, Javastraat 70h, Haag; wij denken primo Maart weer in het vaderland terug te komen en deze veertien dagen zou ik toch niet veel kunnen doen, door de copie van Metamorfoze. Maar ik zal in ieder geval maken dat het vóór het najaar klaar is, en ik vind het aardig van U bij Uwe vondst aan mij gedacht te hebben.

Met vriendelijke groeten van mijn man

 

Steeds Uw dw:

Elisabeth Couperus

159

Paris
Rue Chateaubriand 18
20 Febr: [97]

 

Geachte Heer Veen,

Met genoegen zal ik de vertaling op mij nemen. Zend mij s.v.p. het boek dus na 1 Maart in den Haag. Mijn man vraagt of u ook weet hoe het staat met de Italiaansche vertalingen?

Achtend met vele groeten

 

Elisabeth Couperus.

160

den Haag.
2.3.97.

 

Waarde Heer Veen.

Ik zend U vandaag een groot gedeelte van Metamorfoze. Lees het vliegensvlug en zend het zoo spoedig mogelijk naar Mr. J.N. van Hall, Vondelstraat.

Zend de twee eerste Boeken, - het eerste gedeelte voor de Gids - niet later dan morgen.

Ik vind van U een pakje,Ga naar voetnoot[*] nog niet opengemaakt!

In haast

 

Uw dw.

L.C.

voetnoot84
Jan T. Toorop (1858-1928) ontwierp de banden van Metamorfoze, Psyche, Babel, God en Goden, en voorzag Psyche en Fidessa van illustraties. Zie Braches, Boek als N.K., blz. 138; blz. 173-174; blz. 177-178; blz. 281-282; blz. 322. Zie ook aldaar voor de tussen Couperus en Toorop gewisselde brieven (blz. 282).
voetnoot85
Van Booven, Leven en W., blz. 150-151. Vergelijk ook noten 4, 10, 13 en 22.
voetnoot86
De Hollandsche Lelie, ‘Weekblad voor jonge Dames’, dat sedert 1887 onder redactie van Catharina Alberdingk Thijm bij Veen verscheen. Dubois, Emants, blz. 62, citeert Ten Brink, die opmerkte, dat in het blad ‘een ziekelijke geest van lievigheid en zoetigheid overheerscht, die steeds vreemd zal blijven aan de kunst en alleen behaagt aan nagemaakte asceten en onechte mystieken’.(!)
voetnoot87
Over de identiteit van Ricus Lash zijn helaas tot nu toe geen gegevens te vinden.
voetnoot88
Wilhelmina Catherina Félicia Bogaard (1855-1938), gehuwd met Justus Pieter de Veer (1845-1921).
voetnoot*
Wereldvrede en Williswinde.
voetnoot89
Jan ten Brink, in Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, 1895, blz. 446-448.

voetnoot90
In november 1895 verscheen bij Veen van Johanna van Woude Van de Muziek des Levens (met platen van L.W.R. Wenckebach), dat Veen misschien Couperus heeft toegezonden. Johanna van Woude (pseudoniem van Mevr. S.M.C. van Wermeskerken-Junius) voerde toen de hoofdredactie van De Hollandsche Lelie (zie noot 86). Het is niet duidelijk wat Couperus bedoelt.
voetnoot91
Il Piacere uit 1889, Il Trionfo della Morte uit 1894.

voetnoot92
Aldus Couperus' nogal vernietigend oordeel over de banden van Wereldvrede (H.P. Berlage (1856-1934); zie Braches, Boek als N.K., blz. 201 en 322) en Williswinde (L.W.R. Wenckebach (1860-1937); zie Braches, Boek als N.K., blz. 209 en 330).
voetnoot*
Majesteit.
voetnoot93
Couperus verwachtte blijkbaar een kritiek van Van Deyssels hand na diens Over Louis Couperus, in Tweemaandelijksch Tijdschrift, 4, maart, 1895, blz. 1-20. Zie over het ontstaan van dit laatste stuk Reijnders, Couperus bij Van D., blz. 170 e.v.

voetnoot94
Vermoedelijk Martina Susanna Constantia Scheurleer-Heldewier (1830-1902), in 1882 weduwe geworden. Na 1902 niet meer in de brieven vermeld.
voetnoot95
In de Revue des Revues, juni, 1894, vertaalde Georges Khnopff (zie noot 141) Couperus' Kleine Raadsels als Petites Enigmes.

voetnoot96
Albert Verwey, Williswinde, in Tweemaandelijksch Tijdschrift, januari, 1896, blz. 541-542; G. Hulsman, Wereldvrede, in Stemmen voor Waarheid en Vrede, 33, 1896, blz. 36 e.v.; blz. 113 e.v., blz. 209 e.v..- De zeer uitvoerige studie van Hulsman noemt Couperus wel als groot schrijver, maar van verderfelijke invloed wegens zijn weerzinwekkende figuren, die in bordelen thuis horen, etc. In het oordeel over hem van kerkelijke zijde zag Couperus geen vooruitgang!

voetnoot97
In Metamorfoze, blz. 390 en 396, blijkt ‘Emilie’ dat gedaan te hebben. Het Letterkundig Museum te Den Haag bewaart een dergelijk plakboek, waarvan de herkomst niet geheel vaststaat, doch dat identiek zou kunnen zijn met dat van Minta Baud.

voetnoot98
In Metamorfoze, blz. 387, het zelfde oordeel over Borel. - Wat Wagenvoort betreft, Couperus bedoelt hier waarschijnlijk diens Felicia Beveridge, van 1895. Later had hij ook een zwak voor diens Maria van Magdala, uit 1897.

voetnoot*
Doorgestreept: den Haag.

voetnoot*
Couperus bedoelt: 96.

voetnoot99
Maurits Wagenvoort: zie noot 71. - Frans Netscher, Wereldvrede, in de Hollandsche Revue, I, 1896, blz. 51 e.v. (Bij dit artikel enige niet overbekende fotoportretten van Couperus).

voetnoot100
Dit is de eerste keer dat de naam van Couperus' vriend Ram in de brieven aan Veen voorkomt. Het is vreemd, dat deze eind 1896 nog niet de hier genoemde boeken uit 1892 en 1894 bezit.
voetnoot101
Een vierde druk verscheen pas in 1898 bij P.N. van Kampen & Zn., in een door Couperus herziene editie.

voetnoot102
Teodor de Wyzewa, pseudoniem van T. Wyzewsky (1862-1917). Zie over hem Paul Delsemme, Découverte des lettres néerlandaises par les français à la fin du XIXe siècle, in De Nieuwe Taalgids, 55, 1962, blz. 18 en passim; id., T. de Wyzewa et le cosmopolitisme littéraire en France à l' époque du symbolisme, Bruxelles, 1967. Hij beschouwde Couperus als een der belangrijkste Nederlandse schrijvers van de jaren negentig. Zie zijn Deux romanciers: M. Louis Couperus et M. Marcellus Emants, in Revue des Deux Mondes, 1 april, 1896; id., L'autobiographie d'un romancier hollandais, in Revue des Deux Mondes, 15 juni, 1897.
voetnoot103
Elisabeth Cornelia Maria Boon Hartsinck - Van Valkenburg (1845-1929). Zij is wellicht identiek met de door Van Booven, Leven en W., blz. 9 geciteerde Mevrouw M.B.H., die zich herinnerde hoe zij ‘in 1895 ongehuwd, reizend met hare moeder en zuster in Italië menigmaal met het echtpaar Couperus wandelingen maakte door Rome’, waarbij Couperus zich als geleider aanbood en ‘door zijn manier van vertellen alles voor ons opleven’ deed.

voetnoot103a
Roman van de Noorse schrijver Jonas Lie (1833-1905), verschenen in 1896. Realist en fantast, schreef hij hiermee een verhaal met een demonische inslag.

voetnoot104
In 1896 verscheen een vertaling van Majesteit bij Alb. Cammermeyers Forlag, Kristiana: Majestaet.
voetnoot105
In 1898 bij Plon, Nourrit et Cie, Paris, met een inleiding van Maurice Spronck, die daarin, met de woorden van Van Booven, Leven en W., blz. 132 ‘aantoont dat, door een heel bijzondere toevalligheid, een Fransch schrijver, Jules Le Maitre, in zijn roman Rois tegelijkertijd nagenoeg hetzelfde onderwerp behandelt als Couperus en dat beide schrijvers tot de zelfde gevolgtrekkingen komen’. Volgens Spronck konden de schrijvers niet door elkaar beïnvloed zijn.
voetnoot*
Verbeterd i. pl. v. ‘van den’.

voetnoot[*]
En aang. brief.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • F.L. Bastet

  • over L.J. Veen


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 16 oktober 1895

  • 24 oktober 1895

  • 3 december 1895

  • 7 december 1895

  • december 1895

  • 24 december 1895

  • 12 januari 1896

  • 22 januari 1896

  • 28 januari 1896

  • 3 februari 1896

  • 12 februari 1896

  • 23 februari 1896

  • 4 maart 1896

  • 2 juni 1896

  • 18 juni 1896

  • 11 juli 1896

  • 20 juli 1896

  • juli 1896

  • 27 juli 1896

  • 12 augustus 1896

  • 3 september 1896

  • 24 september 1896

  • 2 oktober 1896

  • 1896

  • 12 januari 1896

  • 25 november 1896

  • 5 december 1896

  • januari 1897

  • 11 januari 1897

  • 6 februari 1897

  • 15 februari 1897

  • 20 februari 1897

  • 2 maart 1897