Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ongepubliceerd werk (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ongepubliceerd werk
Afbeelding van Ongepubliceerd werkToon afbeelding van titelpagina van Ongepubliceerd werk

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.03 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Editeurs

Marco Goud

H.T.M. van Vliet



Genre

proza
drama

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ongepubliceerd werk

(1996)–Louis Couperus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Derde bedrijf

Moes- en bloemtuin

Eerste tooneel

Parelhoen, Kippen, Eenden, Kuikens; daarna Fazante, Merel, Fidel; onzichtbaar Koor van Wespen, Bijen en Krekels. Als het gordijn op gaat groot gekwaak en gekwakkel
parelhoen
levendig, gaat van de een naar den ander
 
Bonjour, bonjour...wat zeg je van zooveel
 
Gasten, die tusschen mijn komkommers zich
 
Verdringen op mijn jour?
[pagina 251]
[p. 251]
koor
in de lucht
 
‘Zoemen wij samen...’
parelhoen
tot een Kip
 
Ja, 't is mijn laatste ontvangdag!
kip
 
Wat pompoenen!
parelhoen
 
Griezelige vormen, hé! Ik hoû héel veel
 
Van dat soort bibelots!
kuiken
bek in de lucht
 
Wordt er gezongen?
parelhoen
 
Ja.
koor
 
‘Zoemen wij samen’...
parelhoen
 
Ik heb de Wespen
 
En ook de Bijen...
tot een Kip
Bonjour!
Zij beweegt zich druk
koor van bijen en wespen
 
‘Zoemen wij
 
Samen; verzuimen wij ooit
 
Aan weizoom en woudzoom te zamen te zoemen...?
 
Zoemen wij samen; verzuimen wij ooit...’
fazante
komt op, lachende, tot Merel
 
Dus was jij gevangen?
merel
vertelt wat hem gebeurd is
 
Als onder 'n hoedje!
 
'k Ging in de pot, bepaald; maar 'k ben nu weêr
 
De pot uit.
Kijkt om
Is Kantekleer niet hier?
fazante
verwonderd
 
Kómt
 
Hij dan?
fidel
kop uit kruiwagen, van waar hij uit de hoogte het gewoel beschouwt
 
Ik hoop, dat hij nog van idee
 
Verandert.
[pagina 252]
[p. 252]
merel
 
Wàt? Fidel in den kruiwagen?
fidel
schudt zijn kop, stuk ketting rammelt aan halsband
 
Toen Kantekleer voorbij ging, zwarte Merel,
 
Heeft hij me alles verteld en heb ik van
 
Woede mijn ketting stuk getrokken en
 
Kom ik eens zien.
parelhoen
ziet Merel
 
Zoo, ondeugd, ben jij daar?
koor
in de lucht
 
‘Wij fiedlen en veêlen
 
Onder struik en struweelen...’
fazante
heft kop op
 
Een koor?
parelhoen
 
Ja, 'k heb de Krekels.
krekelkoor
 
‘...En wij strijken
 
Den strijkstok met streelenden streek...’
ekster
zwarte rok, witte das, kondigt aan, naar mate de gasten uit gat in haag te voorschijn treden
 
Heer Ganzerik!
ganzerik
treedt binnen, luchtig
 
Wàt? Wordt je aangediend?
parelhoen
bescheiden
 
Ja, bij den distelpoort heb 'k een lakei
 
Gezet.
ekster
 
Heer Woerd van Eendenburg?
eend
 
Wat wordt
 
Je äangediend?
parelhoen
 
Ja, bij de distelpoort...
[pagina 253]
[p. 253]
ekster
 
Mevrouw Kalkoen!
kalkoen
jaloersch
 
Laat je aándienen??
parelhoen
bescheiden
 
Ja,
 
Ik heb den man van de Ekster er van daag
 
Maar bij genomen...
koor
tusschen de bloemen
 
‘Zoemen wij samen...’
kalkoen
bek in lucht
 
En laat je zingen?
parelhoen
nonchalant
 
'k Heb de Wespen en
 
De Bijen ook...
krekelkoor
 
‘En strijken den strijkstok
 
Met streelenden streek...’
parelhoen
 
En de Krekels...
kalkoen
 
Oo!
parelhoen
zeer nonchalant
 
Ja, hièr Wespen en Bijen; daar wat Krekels...
tot een Kip
 
Zoo! Bonjour!
koor
 
‘Zoemen wij samen...En strijken
 
Den strijkstok...’
parelhoen
tot Fazante
 
Ik heb in mijn moestuin, 'k meen
 
In mijn salon ál wat belangrijk is...
fazante
tot Merel
 
Willen wij achter dezen gieter gaan?
merel
 
De gieter, bijgenaamd de Kaalkop-Grijskop:
[pagina 254]
[p. 254]
 
Zoodra hij bukt, zie je zijn zilvergrijze
 
Pruik stroomen uit zijn koopren kalen kruin.
parelhoen
vervolgt
 
'k Heb d'ouden kater.
merel
 
De ongelaarsde kater.
parelhoen
 
Ik heb...
er tusschen door
Bonjour!...onzen heel grooten wijsgeer,
 
Meneer, Khalkoen tot gast; zijn naam schrijf je met een
 
H...omdat hij zoo deftig is en wijs.
 
Hij houdt veel van lezingen over de khunst,
 
Khùnst met een H; hij houdt die tusschen de
 
Thee-rozen: matinée's met thee, ten minste
 
Met thée-rozen, of kruisbes-causerieën.
 
Ik heb alles en iedereen, ik heb
 
Mevrouw Fazantehen in haar sprookjes-
 
Japon...en 'k heb de Schildpad...neen, nog niet.
 
Ze is zeker opgehouden...
druk heen en weêr
fazante
tot Merel
 
Wie? De Schildpad?
merel
 
Een oude dame, die langzaam maar zeker
 
Mijlen aflegt in een geruit tailleurtje.
fazante
 
Kijk, 'n hommel!
parelhoen
 
Ja, ik heb de hommel; hij
 
Schittert wel aardig...Zoo, bonjour, bonjour!
kip
kersen vallen
 
Er vallen kersen!
fazante
 
Het is een windvlaag...
parelhoen
 
Ja, 'k heb den windvlaag; zeker, 'k heb den windvlaag,
 
Die nu en dan wat kersen prezenteert,
[pagina 255]
[p. 255]
 
Maar je kan nooit met hem afspreken: hij
 
Komt ongeregeld...ik heb, ik heb, ik heb...
merel
 
Ze heeft...ze heeft...het hièr
wijst op voorhoofd; zacht
 
Kater, 't complot??
kater
op tak, kijkt toe
 
Gaat goed. Ik zie al in de verte een héel
 
Bizondre Hanenstoet marcheeren, door
 
Den Pauw vooraf gegaan; hij ziet héel
art- Nouveau
er uit!
pauw
buiten
 
E...ón!
allen storten naar ingang
fidel
 
Dat draaiorgel-
 
Gekrijsch...!
ekster
 
Heer Pauw!!

Tweede tooneel

De Zelfden, de Pauw
parelhoen
tot Pauw, die binnen komt heel langzaam, kop hoog
 
O, aangebeden Meester!
 
Cher Maître, kom toch, bid ik U, hier bij
 
De Zonnebloemen; pauw en zonnebloem
 
Is dat niet zeer Burn'-Jones?
allen
om Pauw
 
Meester! Cher Maître!
kippetje
tot Eend
 
Een woord van hèm kan kip en kraai lanceeren!
kippetje
is Pauw genaderd, vol emotie
 
Meester, wat dunkt u van mijn allerlaatst
 
Gekaak'l??
[pagina 256]
[p. 256]
pauw
plechtig
 
Inténs.
Beweging
eend
bevende
 
En wat van mijn gekwakkel?
korte stilte
pauw
orakelt
 
Harmoniesch-melodieus.
Beweging
parelhoen
in verrukking, tot Kippen
 
Hij zegt bij mij
 
Altijd zijn oordeel met eén woord...
pauw
 
Subjectief,
 
Objectief.
Beweging
parelhoen
tot Fazante
 
Hòe vindt U heer Pauw? Is u
 
Nerveus?
fazante
 
Ja, want Kantekleer komt!
parelhoen
verrukt
 
Ach, wáarlijk?
 
Dan is mijn
jour
een gróot succes!
in het rond
Verbeeldt je,
 
Kantekleer komt!!
pauw
zacht
 
U zal gróoter succes
 
Nog hebben...
parelhoen
opschrikkend
 
Nòg grooter succes? Maar hòe?
pauw
 
Dàt zal u zien.
parelhoen
 
Maar zeg mij hoe??
pauw
 
Wacht maar!
ekster
 
Meneer de Braekelhaan!
[pagina 257]
[p. 257]

Derde tooneel

De Zelfden; een voor een de Hanen.
parelhoen
verschrikt
 
De Braekelhaan?
 
Wie is dat?! Is dat een vergissing: 'k kèn
 
Geen Braekelhaan!
braekelhaan
wit, met zwarte streepen, of tressen, buigt
 
Mevrouw!
parelhoen
 
Wat een verrassing!!
ekster
 
Meneer van Ramelsloke!
parelhoen
 
O, mijn God!
pauw
nonchalant
 
't Is een der allerlaatst gefokte hanen...
 
Met grijze poot.
parelhoen
 
Met grijze pooten, O!!
ekster
steeds luider
 
Meneer van Wyandotte, gebruineerd
 
Staalkleurig...
emotie onder de kippen
parelhoen
 
God, O God, O God, O God!
 
Mijn jongen!
parelhaantje
aanloopend
 
Moeder!
parelhoen
groetend
 
M'neer van Wyandotte!
pauw
nonchalant
 
Hij draagt zijn kam gekruld met
art-nouveau
 
Styleering.
parelhoen
heen en weêr tusschen gasten en steeds nieuwe Hanen
 
Art-nouveau
krulkam, O God!
[pagina 258]
[p. 258]
 
Mijn Heeren! Meesters!! Maîtres!
parelhaantje
 
O, mama...
parelhoen
groetend
 
Welk 'n éer!
parelhaantje
 
Mama, er komen er nóg meer!
ekster
 
Meneer de Haan van...
parelhoen
 
Hemel, wie nu weêr!
ekster
 
...Mezopotamië, met een dubbelkam.
parelhoen
 
Een dubbelkam! O, meester Dubbelkam!!
pauw
 
Bah, die zoo lang reeds overal geziene
 
Pooten en kammen! Ik heb u een paar
 
Zeér nieuwe, zeer bizondere überhanen
 
Willen bewonderen doen.
parelhoen
 
Dank, meneer Pauw!
tot Fazante, blufferig
 
Pardon, liefste vriendin, je ziet, ik heb
 
Meneer Haan van Mezopotamië,
 
Die komt mij een visite maken...Meester!
 
Ik ben zóo trots...!
ekster
 
Meneer Haan Orpington
 
Met stijf geveêrt rondom zijn oog.
parelhoen
uitbundig
 
Met stijf
 
Geveêrt...o!
merel
 
Ze wordt er krankzinnig van!
[pagina 259]
[p. 259]
ekster
 
Heer Baardhaan van Varna.
pauw
tot Parelhoen
 
'n Slavische Haan...
parelhoen
vliegt van Orpington naar Varna
 
O, 't Panslavisme en de Slavische Ziel!
 
Cher Maître, o!
ekster
 
Meneer...
parelhoen
 
Hemel, wie nu??
ekster
 
Scotch-Grey-roospoot.
parelhoen
vliegt naar Scotch-Grey
 
O, roospoot, ròze pooten!
 
O rozen om de pooten te lanceeren!
 
En pootrozen in de mode te pooten!
 
Wat een verleiding!
ekster
 
Meneer Haan...
parelhoen
zeer opgewonden
 
Het is
 
Nièt mooglijk, dat er méer Hanen nog zijn!
ekster
 
Van Bekerkam.
parelhoen
 
O, meester, dat is...dat
 
Is wèl verbijsterend van nooit-geziendheid,
 
Die kambeker van u!
ekster
 
Meneer de Blauwe
 
Van Andaluzië.
parelhoen
tot de Blauwe
 
Werd uw blauw ei ook
 
In de trillende kast van een guitaar
[pagina 260]
[p. 260]
 
Uitgebroed, zeg, meneer De Blauwe Van
 
Andaluzië?
ekster
 
Meneer de Haan van Langsam.
pauw
 
't Is een Tartaar.
alle kippen
opgewonden
 
't Is een Tartaar!
ekster
 
Meneer
 
Hamburger-Haan, goud-strepig.
alle kippen
 
O, goudstreepge
 
Hamburger-Haan!
merel
 
G'neral und Excellenz.
parelhoen
 
Mijn garden-moestuinparty wordt beroemd!
Tot den Hamburger
 
Meester, wat een mooi vest...
merel
 
Van goud-zebra!
parelhoen
 
Van zebra-goud!! O, dat is te veel eer
 
Voor mijn...voor uw...
ekster
 
Meneer de Haan van Bizmak!
parelhoen
 
De Bizmak-Haan!
groote agitatie
pauw
 
Dat is een Hindoe-Haan.
parelhoen
 
De heele Hindoe-ziel en heel 't Boeddhisme
 
Straàlt uit zijn oog...
groetend
Meneer de Hindoe-Haan!
ekster
 
De Heeren Haan van Padua...Heer Haan
[pagina 261]
[p. 261]
 
Van Polen-Holland.
parelhoen
 
Zooveel had ik nooit
 
Kunnen gefokt denken door een. O! Padua,
 
Polen en Holland!
ekster
 
Heeren Zilverkam
 
En Goudkam.
parelhoen
 
En gekamd met zilvre' en gouden
 
Cascades!!
ekster
 
Sultanhaan van Bagdad.
pauw
 
Zeer
 
Duizend-en-Een-Nacht.
parelhoen
 
O, bizònder Duizend-
 
Eén-Nacht!
alle kippen
 
Bizonder, o bizonder Duizend...
ekster
 
Heer Bantamhaan, met lubben om de pooten.
parelhoen
in extaze
 
Wat rococo! En 't is een dwergjeshaan.
 
Een dwergjeshaan!
parelhaantje
 
Mama, toe, wees toch kalm!
parelhoen
 
Ik kan niet kalm meer zijn: Heer Bantamhaan!
 
Heer Bayondhaan! Heer Bizmak-haan!
ekster
 
Heer Haan
 
Van Eendevlerk, van Kraaienbek, van Gierklauw...
 
Heer Witte Kemphaan...
[pagina 262]
[p. 262]
parelhoen
 
O, heeft hij geen kam?
 
Dàt is bewondrenswaardig!
kater
tot Merel
 
Kijk, dat is
 
De vechtbaas en scheermesjes zijn gebonden
 
Onder zijn maagre teenen.
ekster
 
Heer Haan met
 
Er-bij gefokt orgaan.
parelhoen
 
Oo!! Meester, Maître,
 
Meester!
ekster
 
De Heeren Haan van Jam en
 
Van Cochinchina!
pauw
trotsende
 
Pràchtig-immoreele
 
Hanen van het verdòrven Oosten!
parelhoen
 
O,
 
't Verdorven Oosten!
pauw
 
Vol zieklijke gratie!
parelhoen
begroet
 
O meesters van de ziekelijke gratie!
 
Welk 'n eer!...Wat kijkt diè met gemeene oogen
 
Schuin!
fazante
tot Fidel
 
En, zèg...Kantekleer?
fidel
 
Hij komt daar aan.
fazante
 
Zie j' hem?
fidel
 
Hij krabt den grond...
[pagina 263]
[p. 263]
ekster
 
De Ghoondook-Haan,
 
Met hanekampluim als een parasol.
 
De Yankee-Plymouth-Rock; de...
kantekleer
verschijnt
 
Wil jij maar
 
Eenvoudig aandienen: de Haan.
ekster
vol minachting
 
de Haan.

Vierde tooneel

De Zelfden, Kantekleer; Duiven, Zwaan
kantekleer
 
Vergeef, mevrouw, dat ik u mijn bezoek
 
Waag te brengen in dit geveêrt.
parelhoen
 
Kom binnen.
kantekleer
 
'k Weet heusch niet of ik durf: ik heb volstrekt
 
Geen aangefokte of andre bij-organen.
parelhoen
toegevend
 
Dat doet er nièts toe!
kantekleer
 
Ik was nooit in 't Oosten.
 
Ik draag een kam, en waarlijk, 'k weet niet hoe
 
Het te verbergen, peperroode lellen.
parelhoen
 
U is geexcuzeerd, in uw werkpak.
kantekleer
nadert
 
Ik heb geen ander kleed, vergeef mij, bid
 
Ik u, die soberheid - dan al 't Aprilgroen
 
En àl 't goud van Oktober tot pluimage.
 
Ik schaam mij zeer. Ik ben alleen de Haan.
[pagina 264]
[p. 264]
 
Een Haan niet anders dan men nog wel vindt
 
In 'n ouden Hoenderhof; een Haan, gemaakt
 
Niet anders dan een Haan, wiens silhouet
 
Nog wel eens voort leeft op den dorpskerktoren,
 
In de kunst van een schilder, ja, zelfs in
 
Het simple speelgoed van een kind, gesneden
 
Kunstloos uit wit hout...
merel
zacht
 
Ik heb al je beul
 
Gezien.
kantekleer
ziet om naar Fazante
 
Zwijg! Laat zij niets merken.
fazante
behaagziek
 
Ben jij
 
Gekomen om mij?
kantekleer
teeder
 
't Was niet flink.
parelhoen
terwijl Cochinchina-haan zeer omringd is van alle Kippen
 
Die Haan
 
Van Cochinchina zegt vreeslijke dingen!
kantekleer
 
En ik zeg nooit vreeslijke dingen, schoon
 
Ik niet werd te Breda ge-opereerd
 
Noch vet gemest tot een kapoen. Maar zeker
 
Stroomt snel mijn bloed door mijn leniger lichaam:
 
Ben ik ook geen Cochinchinees, ik ben
 
Een Haan, een èchte Haan!
fazante
 
Kom meê in 't woud!
 
Ik heb je lief!
 
O, eindlijk eens een wezen
 
Te zien, natuurlijk, ècht...
ekster
 
De beide Duifjes!
[pagina 265]
[p. 265]
kantekleer
verrukt
 
‘De beide Duifjes’? Die van La Fontaine?
parelhoen
 
Ik wacht de beide Duifjes...
kantekleer
 
Nu, gelukkig!
duifjes
treden binnen met saut perilleux
 
Hop!
kantekleer
 
Duiklen ze!
duifjes
 
Wij zijn Engelsche clowns!
kantekleer
 
En ik die dacht...! Was 'k weêr sentimenteel!
duifjes
 
Hop! Hop!
kantekleer
 
‘De beide Duifjes’ zelfs doen kunsten!
 
O heerlijk zoû het zijn de Waarheid weêr
 
Te zien, een zuivere blankheid...
ekster
 
De Zwaan!
kantekleer
 
Goed dan, de Zwaan!
schrikt
Maar hij is zwàrt!
zwarte zwaan
 
Ik heb
 
Mijn blankheid, zoo banaal, er aan gegeven,
 
En ik behield mijn lijn.
kantekleer
 
En je bent niet
 
Meer dan de schaduw van een èchten zwaan!
zwaan
beleedigd
 
Maar...!
kantekleer
 
Laat mij klimmen op die bank. Ik wil
[pagina 266]
[p. 266]
 
Zien of nog de Natuur bestaat...heel vèr!
 
Ja, 't gras spruit uit; een koe graast, een kalf zuigt
 
En, zeegnen wij den Hemel, want dit kalf
 
Heeft maar éen kop!
af van bank
fazante
 
Kom in het dauwvocht woud,
 
Zoo primitief en eerlijk, en wij zullen
 
Elkander lief hebben!
merel
tot Parelhoen, terwijl Fazante en Kantekleer bek tegen bek praten
 
Dat botert wel!
parelhoen
verrukt
 
Geloof je? O, ik vind het heerlijk een
 
Intrigue uit...te broeien!!
merel
ziet door onder vleugel van Parelhoen
 
Zij is bezig
 
Onzen held van de Kam erg op te kammen!
fazante
tot Kantekleer
 
Kom!
kantekleer
 
Neen, ik kraai waar ik moet kraaien; hier
 
Ben ik van noô, heeft men mij lief!
fazante
 
Dat g'loof je!
 
Neen, neen! Kom in het woud, waar wij weêr zalig
 
Twee echte duiven zullen hooren kirren...
kalkoen
achtergrond
 
Dames, Heer Pauw...
pauw
modest
 
Heer Pauw - Pauw...
kalkoen
 
...Zal aan ons
 
Verlangen gaan voldoen en zijn juweelen
 
Staart òp steken.
[pagina 267]
[p. 267]
pauw
maakt zich gereed staart op te steken
 
Wat zal ik zeggen: 't is
 
Een klein talent meér bij mijn groot genie.
 
Ik ben...zal ik het noemen, vuurwerkkunstenaar?
parelhoen
vurig
 
Ja...
pauw
 
Neen. 'k Noem mij liever pyrobolist.
 
Puurder en prachtiger praalt niet en pronkt
 
Het schettrend-scherpe knitter-knattrend vlam-
 
Geflonker over 't schittrend Scheveningen
 
En 't overstraald, vuur-overstroomde strand
 
Dan...
kantekleer
 
Lieve Hemel, wat vertelt hij toch!
pauw
 
ik...
fazante
 
O, nù begrijp ik wat hij zegt!
pauw
 
Puur
 
Prachtiglijk praal en pronk met mijn zoo schittrend
 
Schel schuive weeldewaaier, wien ik wel
 
Wil open wuiven mijn wijd-wijde schatstaart...
steekt staart op
allen
bewonderend
 
Ooo!! Ooo!!!
kantekleer
tot Fazante
 
Dat zijn de gansjes, die bewondren!
pauw
 
Van chryzolietgruis, smeltend esmerald
 
En zoó vuurge saffieren, dat 'k vervuurwerk!
kantekleer
 
't Is 't beestje wèl!
een haan
tot Pauw
 
Meester, zeg, wie van ons
 
Brengt ge in de mode?
[pagina 268]
[p. 268]
andere haan
 
Mij, mij, ik gelijk
 
Een palmenboom!
andere haan
 
Mij, ik lijk een pagode!
andere hanen
door elkaâr
 
Neen, mij: kijk naar mijn bek, mijn teen, mijn veêren!
kantekleer
 
Nu jullie een maskerade gaan beginnen,
 
Doet de Wind jullie zeegnen door een vogel-
 
Verschrikker!
windvlaag; vogelverschrikker beweegt de mouwen
allen
schrik
 
Hè!!!
kantekleer
 
En die lompenafdrager
 
Spreekt tot dien Schatstaartwaaierheer: Wat zegt
 
De broek, terwijl hij 'n Vitusdans mimeert:
 
‘Ik was eens in de mode!’ En wat de hoed,
 
Dien 'n bedelaar niet meer woû hebbe' en nu
 
Is de verschrikking voor vinkjes en Sijsjes:
 
‘Ik was eens in de mode!’ En wat de jas?
 
‘Ik was eens in de mode!’ En bei zijn mouwen
 
Die niemand repareert, willen den Wind,
 
Dien zij de Mode denken, grijpen en
 
Omhelzen...hiér vallen zij, wèg is de
 
Wind!
pauw
tot verschrikte Dieren
 
Idioten!! Geén Ding spreekt!
kantekleer
 
Dat zegt
 
De Mensch van ons!
pauw
zacht, tot wie hem omringen
 
Hij is boos, dat ik deze
 
Hanen hier bracht!
ironiesch, tot Kantekleer
 
Wat zegt U van die Heeren
[pagina 269]
[p. 269]
 
Met hun schitterende pluimage?
kantekleer
 
Wat
 
Ik zeg? Dat zij gefabriceerde hanen
 
Zijn, uitgedacht door vreemd gehersende
 
Fokkers van pluimvee, die om 't dolst gehoendert
 
Uit te broeien, van de' een een kip, van de' ander
 
Een kam namen of lel en zoo die monsters
 
Vervaardigden, die niets meer hebben van
 
Een Haan en beter op hun plaats zijn in
 
'n Catalogus dan in een hoenderhof
 
Onder de hoede van een ouden hond. Al die
 
Gekrulde en dwars door een verkronkelde
 
Beesten zijn pluimveefoksel maar niet glad
 
Gestreken en gestreeld door 't moederlijk
 
Liefkoozende gebaar van de Natuur
 
En 'k zeg, dat al die haangedrochten, zonder
 
Stijl, schoonheid, lijn, en wier lichamen zelfs
 
De zachte ellips van 't ei verloren, schijnen
 
Te doemen uit Apocalyptische
 
Rennen en hokken! En ik zeg dìt, Zon!
 
Dat de eenge plicht eens Haans is te zijn een
 
Scharlaken kreet, die schalt en is een Haan
 
Niet dàt, dan geeft het niet of hij krulveêrig
 
Of kegelvormig is.
een haan
 
Hoe moet hij doen
 
Om 'n Haan te zijn?
kantekleer
 
Alleenlijk denken aan
 
Zijn kukelkraai!
haan
hoog
 
Wij denken er steeds aan!
 
En hebben die gedachte meêgedeeld!
kantekleer
 
Aan wie?
[pagina 270]
[p. 270]

Vijfde tooneel

De Zelfden. Drie springende, kleine Hanen
eerste
 
Aan mij!
tweede
 
Aan mij!
derde
 
Aan mij!
alle drie
 
Cher Maître!
 
Aan ons!
eerste
 
Uw stem?
tweede
 
Bas?
derde
 
Tenor?
kantekleer
 
Wat moet dat?
 
Een intermezzo?
parelhoen
 
Neen, een interview.
eerste
 
Kraait u de borst uit of kraait u wellicht uit
 
De keel?
kantekleer
 
De borst? De keel?
tweede
 
Spreek toch: het is
 
Voor een enquête.
kantekleer
 
Voor?
derde
 
Voor een enquête,
[pagina 271]
[p. 271]
 
Omtrent de Hanenkraaibeweging.
eerste
 
Is
 
U, Meester, zéer sober bij 't eerst ontbijt?
kantekleer
verdedigt zich
 
Wie is ù toch, die zoo netelig weet
 
Te vragen en niet los laat?
tweede
 
Ik ben, Meester,
 
Kukeleku-graaf...
derde
 
Kukeleku-loog.
eerste
 
Kukeleku...
kantekleer
 
Schei uit!
wil weg
tweede
 
U mag niet verder
 
Voor u geantwoord heeft!
kantekleer
verschrikt
 
Maar ik...
derde
 
Heeft u
 
Bepaalde neigingen?
kantekleer
 
Ontelbare!
eerste
 
Waartoe voelt u zich aangetrokken?
kantekleer
 
Tot
 
Mijn kippen!
tweede
 
Kan u ons iets mededeelen
 
Omtrent uw zang?
[pagina 272]
[p. 272]
kantekleer
 
Dien zing ik, dat is alles.
derde
 
En àls u uw zang zingt?
kantekleer
 
Klatert hij los!
eerste
 
Volgt u bizondere regels?
kantekleer
 
Ik...?
tweede
 
Hoe leeft u?
kantekleer
 
Kraaiend!
derde
 
Waarom kraait u?
kantekleer
 
Omdat ik leef.
eerste
 
Hoè zingt u?
kantekleer
 
Zoo goed ik maar zingen kan.
tweede
 
Scandeert u anapestiesch of daktyliesch?
 
Kukelekù of liever Kùkeleku?
slaat maat met wiek
kantekleer
 
Hij wil me te lijf!!
derde
 
Rhythmeert u een-een
 
Twée of wel: Eén-Drie of drie-een of vièr?
eerste
 
Wat is in éen woord uw dynamiesch schema?
merel
 
Wic biedt er wat voor mijn dynamiesch schema!
[pagina 273]
[p. 273]
tweede
 
Waar plaatst u het accent? Op
Kú??
kantekleer
 
Waar ik
 
't Accent plaats?
derde
 
Of plaatst u het op
kelù?
kantekleer
 
Kelù??
eerste
 
Enfin, welke is uw school?
kantekleer
 
Een school
 
Voor hànen?
tweede
 
Maar er zijn er toch, die kraaien
 
‘Kùkelekù’, anderen ‘Kìkelekì’!
derde
 
Men is kukelekist of kik'lekist!
kantekleer
 
Kukelkist? Kikelkist?
een haan
 
De ëenige normale kraai is ‘doe-
 
Deldoe’.
kantekleer
 
Wie is die Haan?
ekster
 
Een Hindoè-haan.
tweede
 
Die Turk daar ginds, met zijn rood kamgezwel,
 
Kraait: ‘Koek'rekoe’!
turk
treedt nader
 
Ik ben koekvervekist.
derde
 
Bezigt u niet, cher maître, in bizonder
[pagina 274]
[p. 274]
 
Geval: ‘kàkàlaku’ voor ‘kukelku’?
kantekleer
 
Dus: ‘kaklakist’?
een andere haan
 
Ik laat de klinkers weg:
 
Ik kraai: k! k! k! k!
kantekleer
 
Droom ik of ben ik
 
Wakker?
weder een andere haan
 
U, u, u, u! Heeft u nooit
 
Gepoogd de medeklinkers weg te laten?
kantekleer
wanhopig
 
Hoe die Chineezen, Turken, Arabieren
 
Vier lettergrepen weten te verhasplen!
andere haan
duwt de anderen weg
 
En ik meng alles door elkaâr en kraai:
 
‘Kukalakoe!’ in vrij en soepel rythme.
hanen
door elkaâr
 
Ik kraai: ‘Kukar!’ Ik ‘Kukier!’ Ik ‘Koekoer!’
kantekleer
 
Wie heeft gelijk?
de haan
van het vrije rythme
 
Ik, die kraai als ik wil!
 
Vrijheid is
mijn
wet!
kantekleer
 
Wie is die met véel
 
Gezag sprekende haan?
eerste
 
Een wonderknappe
 
Haan, die nog nimmer kraaide!
kantekleer
 
Maar ik ben
 
Een Haan, die kraait!
[pagina 275]
[p. 275]
allen
minachtend
 
Nu ja! Och, kom!
kantekleer
 
Ik kraai
 
Mijn kreet uit, zoo als de roos bloeit.
pauw
sarcastiesch
 
Ik wachtte al
 
Daarop: de roos!!
kantekleer
tot Merel
 
Nu, moet mijn beul nog langer
 
Mij martlen doen?
allen
minachtend
 
De roos!
parelhoen
 
De roos! Spreek toch van bloemen
 
Niet zóo banaal!
pauw
 
Verbuigt u soms
rosa?
kantekleer
 
Ja, pure pronkpauw, en 'k wil je vergeven
 
In mijn prezentie kwaad te spreken van
de roos: rosae. O, vuurwerkmaker, heusch
 
De roos is soms meér van Bengalen dan
 
Jouw licht is! Toch roep ik iedren Haan op
 
Om mèt mij te beschermen...
een haan
verveeld
 
Wiè dan toch?
kantekleer
 
 
de roos: rosam,
 
en te verklaren, dat...
merel
ironiesch
 
Werp jij je op als kampioen?
kantekleer
 
Ja, van de rozen:
rosarum...
 
dat men wèl aanbidden mag...
[pagina 276]
[p. 276]
de verveelde haan
 
Wiè toch??
kantekleer
 
de rozen: rosas: geurige
 
Bloemenvorstinnen...
witte kemphaan
ruw en uitdagend
 
Stìnkende ploertinnen.
kantekleer
 
Eindelijk!!
merel
 
In 't rond, op bank en stoel!
kantekleer
tot Kemphaan
 
M'neer!
fazante
 
Antwoord toch niet dien vlegel!
kantekleer
tot Fazante
 
'k Spreek uit de
 
Hoogte en zoo verklein ik mij niet...
tot Kemphaan
Weet
 
Dat ik niet toe sta zoo te spreken en
 
Dat u lijkt...
duwt brutaal kuiken weg
 
Excuzeer me, jong uilskuiken...
 
Op 'n kakatoe, met afgeknipten kuif.
kemphaan
woedend
 
Op 'n kakatoe? Ik 'n kakatoe? Ik 'n kakatoe??
kantekleer
bek tegen bek, veêren op
 
Ja, 'n kakatoe! Ja, 'n kakatoe, 'n kakatoe!!
Korte Pauze
kemphaan
 
Ik heb gedurende mijn vechttournée
 
In Noord- en Zuid-Amerika drie Clayborns
 
Het onderspit doen delven en ik heb
 
Twee Sherwoods, drie Smoks en eén Sumatra
 
Gedood en 'k heb - daarom zal niemand zich
 
Meten met mij zonder van koorts te rillen -
 
Vijf Red-Games te Cambridge en tien Braekels
[pagina 277]
[p. 277]
 
Te Brugge neêr gelegd!
kantekleer
 
En ik, meneer,
 
Heb niemand neêr gelegd; integendeel
 
Heb 'k vaak geholpen, vaak beschut, beschermd.
 
Ik ben wel moedig maar op mijn manier.
 
Doe niet zoo angstverwekkend moordnaarsachtig.
 
Ik ben gekomen omdat ù hier kwam.
 
Een bloem was in mijn bek louter voorwendsel
 
Uw stom brutale uitdaging uit te lokken.
 
U hàpte naar mijn ‘roos’! Mag ik uw naam
 
weten?
kemphaan
 
De witte, Wereldkampioen.
kantekleer
 
De mijne is Kantekleer.
fazante
 
Fidel!!
kantekleer
tot Fidel
 
Jij blijft
 
Neutraal!
fidel
 
Maar dat is moeilijk, oude jongen!
fazante
 
Een Haan laat zich niet voor een simple Roos
 
Dooden!
kantekleer
 
Wie 'n bloem beleedigt, smaalt zoo wel
 
Zon als Natuur.
fazante
tot Merel
 
Je zei, dat alles los
 
Zoû loopen.
merel
 
Alles loopt ook los, behalve
 
'n Duel.
[pagina 278]
[p. 278]
parelhoen
schelle kreten
 
O, dat is vreeslijk: 'n five-'o-clock,
 
Waarop geduelleerd wordt...!
tot Parelhaantje
 
Wat verschriklijk,
 
Dat nòg de Schildpad er niet is!
stemmen
 
Tien tegen
 
Eén, Kantekleer!
parelhoen
wijst hare gasten plaatsen aan op bank, stoelen en pompoenen
 
Gauw, gauw!
merel
 
Ze is zoo gelukkig:
 
Ze neemt d'honneurs waar in 'n affaire-d'honneur.
fidel
tot Kantekleer
 
Laat je niet slaan: ze zouden allen willen
 
Je bloed zien vloeien!
kantekleer
triestig
 
'k Heb nooit kwaad gedaan.
fidel
wijst hem den kring, vol gespannen haat
 
Kijk!!
fazante
minachtend
 
Kìppen, kìppen!
kantekleer
richt zich op
 
Goed maar minstens zullen
 
Ze weten wie ik ben en wat is mijn
 
Geheim: weet allen dus, dat ik...
Schriklijke stilte; tot Kemphaan, die ongeduldig wordt
 
Pardon,
 
Dappre Kemphaan, maar 'k wil, voor mij te laten
 
Dooden ook wel iets dappers doen.
kemphaan
trotsch
 
Hoe zoo?
kantekleer
 
Mij laten uitjouwen.
[pagina 279]
[p. 279]
fazante
 
Neen.
kantekleer
 
Ja, ik wil
 
Sterven terwijl zij lachen: grijnst en grinnikt,
 
Leerlingen van de Merel, want
ik
ben 't die
 
Met mijn gekraai de Zon doe opgaan.
Verwondering. Algemeen geschaterlach
 
Lacht
 
Nu iedreen goed?
Tot Kemphaan
Vooruit!!
padua-haan
als getuige
 
Vooruit, mijn Heeren!
allen
lachende en zich wringende
 
't Is om te stikken, om te stikken, om
 
Te stikken!
merel
 
Ouderwetsche vroolijkheid
 
Is nog niet dood!
allen
door elkaâr
 
Hij steekt kraaiend de zon aan!
 
Stekende de zon aan, kraait hij; Zonnend de
 
Kraai aan, stéekt hij!!
kantekleer
al vechtende met Kemphaan
 
Ja, ik geef U het Licht!
 
Omdat het kraaien van al de andre Hanen
 
Niet wil doen stralen of doen wijken, is
 
Dàt niet meer dan een schorre schreeuw en 't mijne...
Ontvangt een slag
stem
 
Pang! Op zijn nek!
kantekleer
 
...Beveelt de zon...
ontvangt slag
stem
 
Pang! Op
 
Zijn bek!
[pagina 280]
[p. 280]
kantekleer
 
...iederen dag...
ontvangt slag
stem
 
Pang! Op zijn oog!
kantekleer
 
Te rijzen...
Ik
roep de Daagraad op!!
fidel
blaft
 
Ja, ja!!
fazante
snikt
 
Hoû vol!
een haan
 
Jóngens, een bijnaam voor de Daagraad!
allen
trappelend
 
Ja!!!
Kemphaan stort toe op Kantekleer
fazante
 
Wat een schok!!
merel
 
De Groote Horizontale!
stem
 
Voor Kantekleer?
merel
 
De Daglantaarnopsteker!
kantekleer
steeds pareerende
 
Merci...gaat met je moppen voort; ik wankel
 
Al...ik was nooit een kemphaan: ik ben maar
 
Een hoenderhofhaan...
stem
 
Hoû je smoel!
kantekleer
 
Merci.
 
Ik...
stemmen
 
Pluk hem, pluk hem, levend!
kantekleer
 
Ik voel, dat...
[pagina 281]
[p. 281]
 
...Vooruit! Nòg méer liefs!
stem
 
Draai je daglantaren
 
Maar uit!
kantekleer
 
Merci...Hoe meer men mij bespot,
 
Beleedigt, toe schreeuwt, uit lacht...
geit
kop boven schutting
 
Mè! Mè! Mè!!
kantekleer
 
Merci...hoe beter ik zal vechten...
kemphaan
lacht
 
Hij
 
Vechten! Hij 's òp!
fazante
smeekt
 
Genoeg!
stem
 
Zeg, witte: vièr
 
Geef ik!
fazante
 
Hij bloedt!
allen
zich oprichtende, achter elkaâr om te zien
 
Ik zoû 't bloed willen zien!
kemphaan
woedend
 
Ik zal je villen!
een kip
achter
 
De kuif van dien Padua-
 
Haan hindert mij!
merel
 
Hòed! Hoèd!!
Vreeslijk tweegevecht. Men voelt, dat Kantekleer verloren is. Hij rolt zich op tot een bal, als stervende
stemmen
door elkaâr
 
Wat 'n slag! Zijn kam,
 
Ruk àf! Vermoord hem! Slaat hem dóod! Slacht hem!
[pagina 282]
[p. 282]
fidel
 
Scheidt uit als menschen te schreeuwen!
stemmen
op het rythme van de slagen, die vallen op Kantekleer
 
Ha, op
 
Zijn oog! Op zijn kop! Op zijn vlerk! Op zijn...
Plotse stilte
kantekleer
verbaasd, ziet om zich heen. De Kemphaan heeft zich terug gedrongen tegen den haag. Vreemde ontroering tusschen allen. Kantekleer, bloedende, wankelend, begrijpt niet
 
Wat is er?? Wijken zij?? Waarom die stilte?
 
Wat denken zij uit om mij te vermoorden?
Plots ontroerd, tot Fidel
 
O, Fidel, wat een vreùgde!!
fidel
 
Wat?
kantekleer
 
Ik lasterd'
 
Hen! Want zij spotten niet meer; zij beleedigen
 
Mij niet meer! Zij naadren mij en zij zijn
 
Rondòm mij!!
Inderdaad zijn allen om Kantekleer heen
fidel
 
Omdat de Sperwer daar is!!
kantekleer
ziet op. Een schaduw valt neêr over de bonte menigte, die zich dicht om Kantekleer dringt
 
De Sperwer!! Komt allen rondom mij heen!
fazante
 
O, dapp'r en edel hart!
Voor de tweede maal cirkelt en donkert de Schaduw. Om Kantekleer is niets dan eén groep van geveêrte
angstige kip
 
Tweemalen reeds
 
Cirkelde over ons zijn zwarte schaduw!
kantekleer
roept
 
Hier, kuikentjes!!
[pagina 283]
[p. 283]
fazante
 
Neem jij ze onder je vlerk?
kantekleer
 
Ik moet wel! Hun mama was een machine!
De Schaduw, voor de derde maal, cirkelt, zwarter en zwarter
fazante
oogen op
 
Hij zweeft vlak boven ons!
allen
in ontzetting
 
Ooo!!
kantekleer
kraait
 
Hier ben ik!!!
fidel
 
Hij hoort je schallen...
fazante
 
Hij verwijdert zich...
Schaduw wijkt
allen
verlucht
 
Ooo!!
fidel
 
En de kring vormt weêr zich om te zien!
kantekleer
schrikt op
 
Wat zeg je?
De kring heeft zich weêr geformeerd. Halsen rekken, oogen glinsteren
fazante
 
Ja, nu willen ze allen, dat
 
Die dáar je doodt, om zich te wreken op je,
 
Dat zij bang zijn geweest!
kantekleer
 
Hij zàl mij niet
 
Vermoorden! Ik heb mij krachtig gevoeld
 
Toen aller vijand boven ons de lucht
 
Verdonkerd heeft! En moed heb ik hernomen,
 
Bevende voor die andren!
Hij loopt toe op Kemphaan
kemphaan
verwonderd
 
Zijn zijn krachten
 
Zoo toe genomen...?
[pagina 284]
[p. 284]
kantekleer
 
Tot driewerf de jouwe!
 
Die zwarte schaduw werkte op mij als
 
Rood op een stier en driemaal heb ik in
 
De schaduw van een vogel Nàcht gezien!
Kemphaan, achteruit geduwd, bereidt zich zijne messen te gebruiken
fazante
schreeuwt
 
Pas op! Hij heeft twee stalen sporen aan!
kantekleer
 
Dat weet ik!
kater
tot Kemphaan, hooge rug
 
Haal je scheermesse' uit den koker!
fidel
blaffende op kruiwagen
 
Als hij die niet met rust laat, bijt ik hem
 
Zijn keel af...
allen
teleurgesteld
 
Ooo!! Ooo! Ooo!
fidel
 
Wàt jullie schreeuwen!
kemphaan
voelt zich verloren
 
Vooruit dan maar!
fazante
 
Hij licht zijn klauw al op!
kemphaan
slag met poot
 
Verrek dan!
Hevige kreet, terwijl Kantekleer ontwijkt
 
O!!
Kemphaan valt neêr
stemmen
 
Wat is dat?
merel
huppelend, heeft gezien
 
Niets! Hij heeft
 
Zich allerhandigst met de linkerklauw
 
De rechterklauw gehakt!
allen
jouwen Kemphaan uit, die weg hinkt
 
Hú!!!
[pagina 285]
[p. 285]
fidel en fazante
om Kantekleer, wezenloos, uitgeput
 
Kantekleer!
 
Wij
zijn het! De Fazante! En ik, Fidel!!
 
Spreek dan een woord!
kantekleer
 
De zon zal morgen rijzen!
allen
juichende
 
Hoera!!
kantekleer
zich achteruit werpende
 
Wèg!! Want ik wéet wie jullie zijn!
fazante
 
Kom meê in 't woud, waar èchte dieren zijn!
kantekleer
 
Ik blijf!
fazante
 
Nu je weet hoe zij zijn?
kantekleer
 
Ik blijf!
fazante
 
Wil je hièr blijven?
kantekleer
 
Niet voor hen maar voor
 
Mijn zang. Hij zoû zoo klaar niet schallen, elders...
 
Om den Dag te verwittigen, dat hij
 
Steeds rijzen moet, zal ik steeds kraniger
 
Zingen! Wèg, allen, wèg!! Ik heb niets meer
 
Dan mijn zang en gekraai...Kuke...niets meer
 
Dan mijn gekraai...Dàn wil ik ook goed kraaien!
 
...leku! Maar zing ik met falset stem, zing
 
Ik uit de borst? En hoe scandeer ik: éen,
 
Drie...? Kukele...En mijn klemtoon? Dat alles
 
Maakt me in de war! Twee-twee, drie-éen! Koekoer!
 
Sedert men mij daarover onderhield...
 
Kikir! Mijn schema...kukeléku...ach
 
Ben ik verward in regelen en scholen!
[pagina 286]
[p. 286]
 
Een arend zelfs zoû vallen, zoo zijn vlucht
 
Door hem geanalyzeerd werd...En kúke...
 
Ik kàn niet kraaien meer; ik, die wel wist
 
Waaròm ik kraaide, nooit nog hoè ik kraaide!
 
Ik heb niets meer! Ze ontnamen alles mij!
 
Zelfs mijn gekraai! O, hoe vind ik dat weder!!
fazante
opent vleugelen
 
Kom in het woud!
kantekleer
stort zich op haar
 
Ik heb je lief, lief, lief!
fazante
 
Waar nooit der vogelen geluid geleerd werd!
kantekleer
 
Gáan wij dan! Maar...ik wil toch zeggen aan...
fazante
 
Kòm in het woud!
kantekleer
 
Aan àl 't Gepoelpetaat,
 
Dat onder 't latwerk hier verzameld is...
 
Dat al die dolle Hanen er van door
 
Gaan naar hun luxe-eetbakken zoodra zij
 
Geroepen worden!
menschestem
buiten
 
Piet! Piet! Piet! Piet! Piet!
Alle de Hanen en kippen, onweêrstaanbaar, dringen naar den uitgang
kantekleer
 
Al hun snobisme gaat niet verder dan
 
Hun honger gaat!
fazante
 
Kom meê!
stemmen
 
Zij wil hem schaken!
kantekleer
 
Ja, ik kòm meê!
[pagina 287]
[p. 287]
menschestem
 
Piet! Piet! Piet! Piet! Piet! Piet!
parelhoen
 
Mijn jour is afgeloopen!
kantekleer
 
Kom, wilde Fazante!
parelhoen
 
Je gaat dus op de vlucht?
kantekleer
 
Ja, om mijn zang
 
Te redden!
beiden af
parelhoen
tot Parelhaantje
 
Kind, ik ben dóodmoê maar toch
 
Was 't een pràchtige jour!...Adieu!!
tot wegwirrelende gasten
 
Tot Maandag!
 
Tot ziens! En au revoir!!!
ekster
dient aan
 
Mevrouw de Schildpad!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken