Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Sprookjes uit Suriname (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Sprookjes uit Suriname
Afbeelding van Sprookjes uit SurinameToon afbeelding van titelpagina van Sprookjes uit Suriname

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Illustrator

Maria Heylen



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

sprookje(s)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Sprookjes uit Suriname

(1964)–Mathieu Custers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De Tijger voor de derde keer gefopt

Iedereen had schrik van de tijger. Hij had ook zulke vreselijke tanden en hij kon grommen en brommen dat je ruggegraat er ijskoud van werd.

Alleen Anansie deed alsof hij geen schrik had. Maar dat was enkel bluf. Want als de tijger in de buurt was, dan kon je Anansie met geen vergrootglas bespeuren.

Anansie was nu volwassen, en getrouwd. Hij stelde het opperbest. Maar hij hield ervan te snoeven en te bluffen. Dat was

[pagina 18]
[p. 18]

één van zijn ondeugden. En op zekere dag vertelde hij aan ieder die het horen wilde dat hij gerust op de rug van de tijger door het dorp durfde rijden.

‘Hoor hem weer eens snoeven!’ zeiden de mensen, en ze lachten hem vierkant uit. Wat zou die Anansie?... Hij beloofde dit en hij zegde dat, maar als het er op aankwam, dan zag je hem niet.

Het opperhoofd van het dorp had het ook vernomen. Hij wilde er het fijne van weten. Anansie moest bij hem komen.

‘Zeg eens, Anansie,’ sprak hij, ‘is het waar wat ik heb horen vertellen? Durf jij op de rug van de tijger door het dorp rijden?’

‘En waarom niet?’ pochte Anansie. ‘Is dat zo erg?’

‘Dat wil ik dan toch wel eens zien,’ antwoordde het opperhoofd.

‘Dat zul je zien, baas,’ zei Anansie. ‘Op mijn woord!’

Anansie ging naar huis. Maar onderweg kreeg hij er toch spijt van dat hij zo opgesneden en gesnoefd had. Maar zijn eer was er nu mee gemoeid. En beloofd was beloofd! Hij zou die bluffer wel wat anders leren!

Maar... ook de tijger had vernomen wat Anansie verteld had. Hij was woedend; dat kun je wel begrijpen. Moest hij zich opnieuw laten beetnemen door die lelijke spin? Nee hoor, hij zou die bluffer wel wat anders leren!

Intussen dacht Anansie na. Hij moest proberen de tijger iets wijs te maken, iets dat aannemelijk was. Gemakkelijk was dat niet. Daarom ging hij een eindje wandelen in de frisse lucht. En toen hij thuiskwam had hij iets gevonden.

‘Zeg eens,’ sprak hij tot zijn vrouw, ‘waar zijn die bedorven eieren die hier gisteren lagen?’

‘In de vuilnisbak,’ antwoordde de vrouw. ‘Wat kun je nu

[pagina 19]
[p. 19]

met bedorven eieren uitrichten?’

‘Dat is iets wat mij alleen aangaat,’ zei Anansie. ‘Haal er mij eentje, vlug!’

De vrouw grommelde nog wat, maar ging ten slotte toch naar de vuilnisbak, en bracht haar man een bedorven ei. Zij haalde haar schouders op en ging weer aan het werk.

 

Anansie bekeek het ei en stak het toen vastbesloten tussen zijn kaken. Ba! Hoe vies! Hij rilde ervan en trok vreselijke gezichten. Hij zag eruit of hij heel erg ziek was.

Net op dat ogenblik hoorde hij een vreselijk rumoer, en... de tijger stapte naar binnen. Zijn ogen gloeiden van kwaadheid. Hij zou die spin wel kunnen verscheuren!

‘Heidaar, spinnekop,’ brulde hij, ‘heb jij gezegd dat je op mijn rug door het dorp zult rijden? Kom maar eens hier, dan kraak ik je tussen mijn tanden!’

‘Wat nu?’ vroeg Anansie onnozelweg. ‘Hoe is het mogelijk dat je je zo iets hebt laten wijsmaken? Wie vertelt dat?’

‘Iedereen vertelt het,’ snauwde de tijger.

‘Iedereen?’ lachte Anansie. ‘Je weet toch wel dat de mensen van alles vertellen: vandaag dit en morgen dat. Ze liegen dat ze zwart worden. Trouwens: ik ben een week lang niet meer buiten geweest. Ik verga van de pijn.’

De tijger bekeek Anansie. Inderdaad, hij zag er echt ziek uit. En zijn stem klonk zo zwak en onduidelijk dat de tijger de oren moest spitsen om te verstaan wat hij zegde. Maar dat was nog het ergste niet... Vanwaar kwam die vreselijke geur?... De tijger keek linies en rechts en trok zijn neus in alle plooien.

‘Anansie,’ zei hij, ‘het ruikt hier verschrikkelijk vies.’

‘Ach ja, meneer de tijger,’ antwoordde Anansie, ‘ik zal het je maar zeggen, want ik kan je toch niets verborgen houden.

[pagina 20]
[p. 20]

Ik heb zulke lelijke zweren in mijn mond, en nu heb ik een bedorven ei tussen mijn kaken gestoken. Ze zeggen dat een bedorven ei daar goed voor is.’

‘Wat jij je laat wijsmaken!’ grinnikte de tijger. ‘Helpt het?’

‘Veel niet,’ zuchtte Anansie. ‘Maar wat wil je? Als je pijn hebt doe je van alles... Ach, was ik maar bij het opperhoofd! Die heeft voor elke pijn de beste medicijn. Voor zweren en kiespijn, voor koorts en zere poten... Zeg eens, nu denk ik er aan,’ vervolgde Anansie, ‘hoe gaat het met je éne poot? Ik heb gehoord dat je die flink bezeerd hebt?’

‘Beter!’ gromde de tijger.

‘Maar toch nog niet helemaal genezen, he?’ vroeg Anansie. ‘Waarom loop je niet eens naar het opperhoofd?’

‘Meen je dat die me wil en kan helpen?’ knorde de tijger.

‘Wis en zeker!’ bevestigde de spin. ‘Hij is medelijdend van aard, dat zul je zien... Ach, ach!’ steunde Anansie, ‘wat een pijn, wat een pijn!’

En hij trok zulk ongelukkig gezicht dat de tijger opeens echt medelijden met hem kreeg. Anansie merkte het en begon nog luider te klagen.

‘Maar... maar...’ zuchtte hij.

‘Wat is dat met je “maar”?’ vroeg de tijger.

‘Als ik maar durfde, dan zou ik je iets willen vragen.’

‘Vraag maar op!’ zei de tijger. ‘Zo wreedaardig ben ik nu toch ook weer niet dat ik zou weigeren iemand die ziek is te helpen!’

Anansie kon zijn oren haast niet geloven. Het ging goed!

‘Wel,’ zuchtte Anansie, ‘omdat je het nu zelf voorstelt: zou je me niet op je rug naar het opperhoofd willen brengen? Ik verga van de pijn. En daarbij,’ voegde hij er snel aan toe, ‘zou jijzelf een pot zalf kunnen vragen voor je zere poot!’

[pagina 21]
[p. 21]

‘Zalf?’ vroeg de tijger. ‘Ja, ik geloof wel dat het nodig is... Goed dan!’ besliste hij. ‘Maar op voorwaarde dat jijzelf die zalf aan het opperhoofd vraagt!’

‘Met genoegen!’ antwoordde Anansie. ‘Het ene plezier is het andere waard.’

‘Zo hoor ik het graag,’ sprak de tijger. ‘Vooruit, klim maar op mijn rug.’



illustratie

Dat liet Anansie zich geen tweemaal zeggen. Op één, twee drie zat hij op de rug van de tijger. ‘Wat een dom beest!’ dacht hij.

‘Zit je goed?’ vroeg de tijger.

‘Je rug is wel een beetje glad,’ antwoordde de spin. ‘Ik ben bang dat ik er zal afschuiven. Mag ik er geen kussen op leggen?’

‘Mij goed!’

Vlug haalde Anansie een kussen en legde het op de rug van

[pagina 22]
[p. 22]

het roofdier. En hij daarboven op! Hij zat zich te verkneukelen van pret.

Toen ze een tijdje op weg waren, vroeg de tijger nog eens of alles in orde was.

‘Tja,’ antwoordde Anansie, ‘het wiegelt nogal fel. Ik zou er kunnen afvallen. Heb je er iets op tegen dat ik je een toom aandoe? Dan heb ik iets om me aan vast te houden.’

‘'t Kan me niet schelen,’ zei de tijger. ‘Doe maar.’

Fluks raapte Anansie een liaan op en bond die de tijger voor. Nu kon hij zich flink vasthouden. En verder ging het, recht naar het dorp. Maar het was nog een heel eind tot aan het dorp. Ineens vroeg Anansie:

‘Zeg eens, meneer de tijger, heb jij ook zo'n last van de vliegen? Ze steken me geweldig. Wil je niet even een kleine omweg maken langs het meer ginds? Dan kan ik een rietpluim afplukken om die vervelende beestjes te verjagen?’

De tijger vond dat best. Anansie brak een flinke rietstok af en wipte weer terug op de rug van de tijger. Hij lachte van plezier.

Weldra waren ze weer op de grote weg. Het dorp was niet ver meer. Toen de tijger langs de eerste hutten rende, begon Anansie er met zijn rietstok op los te slaan. Hoe sneller de tijger rende, hoe feller de stokslagen zijn huid striemden. De mensen kwamen buitengelopen en lachten dat ze schokten.

‘Bravo!’ riepen ze. ‘Bravo!’

De tijger dacht dat die toejuichingen voor hem bestemd waren en deed nog meer zijn best.

Anansie moest zich inhouden om het niet uit te schateren van plezier. Met de toom in de linkerpoot en de rietstok in de rechter, stuurde hij de tijger recht naar de hut van het opperhoofd. Hij stak fier zijn kop omhoog en zijn borst vooruit.

[pagina 23]
[p. 23]

‘Hier ben ik!’ wilde hij zeggen. De mensen kwamen van alle kanten toegelopen en klapten luidruchtig in de handen.

Het opperhoofd kwam vlug uit zijn hut en ging recht naar Anansie en de tijger toe. Maar uit voorzichtigheid bleef hij op enkele passen van de tijger staan.

‘Bravo, Anansie,’ sprak hij, ‘je hebt het pleit gewonnen! Je hebt prachtig je woord gehouden!’

Die woorden werden op een oorverdovend gejuich onthaald. Anansie was vlug op de grond gesprongen en stond nu naast het opperhoofd.

En toen pas begreep de tijger dat hij opnieuw beetgenomen was. Een ogenblik dacht hij eraan met open muil op de mensen toe te springen. Maar hij was zo erg beschaamd dat hij wel in de grond had willen kruipen. Zonder boe noch ba keerde hij zich om en rende terug naar de bossen en de wildernis.

Dat was de laatste keer dat de tijger zich onder de mensen vertoonde. Nu leeft hij in de dichte bossen. Pas op als je meneer de tijger ontmoet, want hij zal je zijn poot niet toesteken en zeggen: ‘Dag beste vriendje.’

Blijf onder zijn ogen uit.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken