Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1850)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.73 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1850)–Johan Michael Dautzenberg–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 73]
[p. 73]

De Schatgraver.

 
De bleeke schicht
 
Der maan verlicht
 
Den sombren dos
 
Van 't eikenbosch,
 
Wiens oude verhevene kruinen
 
Fier pralen op bergen en puinen.
 
 
 
Een machtig heer
 
Gebood weleer
 
Een dapper rot
 
In 't hechte slot.
 
Sints lang is de heer met zyn braven
 
Hier onder den heuvel begraven.
 
 
 
Thans woelt een vrek
 
Op de eigen plek
 
Met hak en spa,
 
En hoopt weldra,
 
Na nachtelik wroeten en spitten,
 
Een heimliken schat te bezitten.
 
 
 
Een steen ryst op';
 
Dan ryst een kop
 
En gansch een lyf
 
Uit 't aardsch verblyf,
 
En reikt, met een momlend gepreutel,
 
Den graver een' zilveren sleutel:
 
 
[pagina 74]
[p. 74]
 
‘Ga tot de deur
 
By 's berges scheur,
 
Draai driemaal rond;
 
Dan gaapt de grond.
 
En levert u wat hy sints jaren
 
Voor gierigen heeft te bewaren.’
 
 
 
En nauwliks tast
 
De vrekke gast
 
Den sleutelring,
 
Of hem beving
 
Zulk yzige koû', dat zyn leven
 
Op eens uit zyn boezem wou beven.
 
 
 
Hy sleept zich weg
 
Langs puin en heg,
 
En draagt zyn wee
 
Ter legerstêe.
 
Hy sterft er, en wordt na drie dagen
 
Ten gapenden grave gedragen.
 
 
 
De mane werp'
 
Op's vrekken terp
 
Een' straal, die zoet
 
Hem rusten doet;
 
De rust is de grootste der schatten
 
Die mag hy nu eeuwig omvatten!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken