Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verspreide en nagelaten gedichten (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verspreide en nagelaten gedichten
Afbeelding van Verspreide en nagelaten gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Verspreide en nagelaten gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

Scans (5.48 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Editeur

Frans de Cort



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verspreide en nagelaten gedichten

(1869)–Johan Michael Dautzenberg–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 106]
[p. 106]

Ländlich.

I.

 
Hoe lig ik hier in 't mollige groen
 
Genoegelik te rusten!
 
Ik viere bij zachten westerzoen
 
Mijns harten heilgelusten.
 
 
 
Ik min de zonne, die me rond
 
Met glans en gloed omsingelt;
 
Blij scheert het lam den frisschen grond,
 
En blijde zijn helleken klingelt.
 
 
[pagina 107]
[p. 107]
 
Ik waan het veld eene arenzee,
 
Die goudgeel golft en wiegelt;
 
Ik volg het logge horenvee,
 
Dat in den vliete zich spiegelt.
 
 
 
Der krekelen vrij eentonig lied
 
Vergast mij, stillen hoorder;
 
Het sjirpende muschjen in het riet
 
Is mij geen vredestoorder.
 
 
 
Ginds ligt de molen liefgetal,
 
Al ligt hij afgezonderd;
 
Ik luister naar zijnen waterval,
 
Die 's nachts zoo verre dondert.
 
 
 
Langs 't beekjen prijkt een bloemenboord,
 
Dat streelt mij de zalige blikken,
 
'k ontzweve blij den tooveroord'
 
Op het lied der leeuweriken.
 
 
 
Doch ik kome, voor de zonne zinkt,
 
Te mijner kudde weder;
 
En wen het avondklokjen klinkt,
 
Dan val ik knielend neder
 
 
[pagina 108]
[p. 108]
 
Te midden van den laatsten gloed,
 
Die siddert op 't aardsche gewemel,
 
En dank veur het stil genotene goed
 
Den Schenker in den hemel.

II.

 
Over bergen en dalen,
 
Loopt mijn kronkelend pad,
 
Verre weg van den zalén
 
Eener woelige stad.
 
 
 
Stilte heerscht op den lande,
 
Waar geen kommer ons drukt,
 
Waar in woud en warande
 
Vrede en vreugd ons verrukt.
 
 
 
Akkers pronken en weiden
 
In den heerliksten dos,
 
Bloemen sieren de heiden,
 
Loover, wingert en bosch.
 
 
 
Buiten slechts is de wereld
 
Onverwelkelik schoon,
 
De aarde spreidt er bepereld
 
Heure schatten ten toon.
 
 
[pagina 109]
[p. 109]
 
Louter bloemen en bloesem,
 
Louter leven en licht -
 
O, mij huppelt de boezem
 
Bij dit heerlik gezicht.
 
 
 
Bloemen! gaarde ik uw kleuren
 
In oorspronkliken glans,
 
'k bood' ze aan God met uw geuren
 
In 'nen blijvenden krans.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken