Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verspreide en nagelaten gedichten (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verspreide en nagelaten gedichten
Afbeelding van Verspreide en nagelaten gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Verspreide en nagelaten gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

Scans (5.48 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Editeur

Frans de Cort



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verspreide en nagelaten gedichten

(1869)–Johan Michael Dautzenberg–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 275]
[p. 275]

Aan mijne moeder.

 
Zij die de ziel mij heeft en 't hart veroverd
 
Door heuren zoeten zang,
 
Die waan ik vaak voor mijnen blik hertooverd
 
Bij zonnenondergang.
 
 
 
Ik hoor heur lied, of wierd het mij herorgeld,
 
Nog trillen teer en zacht,
 
Wen nachtegaal van liefde galmt en gorgelt
 
In zoelen lentenacht.
 
 
 
Ik rust en droom dan aan den vollen boezem,
 
Op heuren donzen schoot,
 
En schooner dan de Mei met zijnen bloezem
 
Herblinkt mij 't avondrood.
 
 
 
Herinnering, o bloeme lief en lavend,
 
O vervenbonte vlag,
 
Kom hier en sier den sneeuwbevlokten avond
 
Van mijnen ouden dag!
 
 
[pagina 276]
[p. 276]
 
Weg uit den arm dier teergeliefde vrouwe
 
Werd ik als jongeling gerukt,
 
En kort daarna verstierf die godgetrouwe,
 
Door ziekte en kommer neergedrukt.
 
 
 
Gekort was mijner vreugden lichte veder,
 
Zij was ja heen, en ik alleen!
 
Dan keerde ik tot den lieven dorpe weder,
 
Waar pas zoo schoon de zonne scheen.
 
 
 
Ach! henen was de moeder, die ik liefde
 
Meer dan des dorpes maagdenkrans;
 
Wat ik verloor, wat mij het hart doorkliefde,
 
Verdoofde 's dorpes zonneglans.
 
 
 
En jaar op jaar is verre weggetogen,
 
Ik mede toog als dwalend zeil,
 
Tot ik de haven 't lest ben ingevlogen
 
Van zoeten echt en stillen heil.
 
 
 
En om mijne ega, om ons henen
 
Rees 't eene kind het andre na -
 
Drie repten blij de jonge, flinke beenen
 
En groeiden frisch bij Gods genâ.
 
 
[pagina 277]
[p. 277]
 
Als grootjens zien we nieuwe lentevlinders
 
Verheugd van bloem tot bloeme vliên -
 
't zijn onzer kindren even jente kinders,
 
Die ons de schaal der heugnis biên.
 
 
 
Doch eene wolk met guldnen randgewemel
 
Omlijst mijn lentebeeld,
 
En troebelt soms den purpren avondhemel,
 
Die mijne blikken streelt.
 
 
 
Mij zaligden, wat ook op aard' me griefde,
 
Een kus van haar, een lied;
 
Mij zaligt nog der moeder vroege liefde,
 
Die nimmer mij verliet;
 
 
 
Die minnegloed en trouwe wordt geheeten
 
Bij bruidegom en bruid,
 
Die als onsterfelike bloemenketen
 
Mij aan den naneef sluit!
 
 
 
Zie, moederengel, neder uit den hoogen
 
Op uwen grijzen zoon -
 
Hij komt op bloemenpaden stil getogen
 
Tot uwer liefdewoon...

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken