Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Goede vrydag ofte Het lijden onses heeren Jesu Christi (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van Goede vrydag ofte Het lijden onses heeren Jesu Christi
Afbeelding van Goede vrydag ofte Het lijden onses heeren Jesu ChristiToon afbeelding van titelpagina van Goede vrydag ofte Het lijden onses heeren Jesu Christi

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.86 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Editeur

W.J.C. Buitendijk



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
elegie / klaagzang


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Goede vrydag ofte Het lijden onses heeren Jesu Christi

(1978)–Jeremias de Decker–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Christus verwesen.Ga naar voetnootTitel

305[regelnummer]
Hoe krachtig weet de Nijd het oog van ons gemoedGa naar voetnoot305
 
De Reden te verblinden!
 
Dat mergeloos gedrocht kan ons het quade, goed,Ga naar voetnoot307
 
Het goede, quaed doen vinden.
 
 
 
De Boosheyd staet aen d'een, de Deugd aan d'ander zy,Ga naar voetnoot309
310[regelnummer]
Ghy door den nijd gedreven,
 
Verwoede Phariseen, ghy spreeckt de Boosheyd vry,Ga naar voetnoot311
 
En steekt de Deugd na 't leven.Ga naar voetnoot309-312
[pagina 97]
[p. 97]
 
Om aen d'onnooselheyd des Heylands lang verwachtGa naar voetnoot313
 
Uw' moordsucht te betoonen,
315[regelnummer]
Getroost ghy u een' pest van 't menschelijk geslachtGa naar voetnoot315
 
Een' moorder te verschoonen.Ga naar voetnoot316
 
 
 
Hoe kond ghy, wreed gebroed, hoe kond ghy onverschriktGa naar voetnoot317
 
Dien Artz ter dood verwijsen,
 
Die met een woord, een wenk uw' kranken heeft verquikt,Ga naar voetnoot319
320[regelnummer]
Uw' dooden doen verrijsen?
 
 
 
Noch maekt ghy swarigheyd (zoo teer sijt ghy van geest)Ga naar voetnoot321
 
't Gerichte te versellen,Ga naar voetnoot322
 
Om onbesmet quansuys te treden tot uw feest,Ga naar voetnoot323
 
En suyvere gesellen,Ga naar voetnoot324
 
 
325[regelnummer]
Ghy ruyd van buyten vast bey rechter op en graeuGa naar voetnoot325
 
Om d'onschuld t'onderdrucken,Ga naar voetnoot326
 
En hebt geveynst geboeft 't geweten niet te naeuGa naar voetnoot327
 
Voor moord en boevestucken.
[pagina 98]
[p. 98]
 
Hy dan, die u wel eer gewitte graven hiet,Ga naar voetnoot329
330[regelnummer]
Had kennis van uw' perten,Ga naar voetnoot330
 
En wist wel dat ghy meer d'onzuyverheyd ontsietGa naar voetnoot331
 
Der handen als des herten.
 
 
 
De rechter staet verstelt, en met d'onnooselheyd
 
Beladen en verlegen;Ga naar voetnoot333-334
335[regelnummer]
Hy poogt het lichte graeu door priester-nijd verleydGa naar voetnoot335
 
Tot reden te bewegen:Ga naar voetnoot336
 
 
 
Maer och! hy poogt om niet; die opgeruyde schaerGa naar voetnoot337
 
Wil na geen' reden hooren.Ga naar voetnoot338
 
't Roept al kruyst, kruyst den boef, kruyst, kruyst den lasteraer,
340[regelnummer]
Of wacht des keysers toren.Ga naar voetnoot339-340Ga naar voetnoot340
 
 
 
Wacht, Rechter, wacht u wel uw' handen aen het bloed
 
Des vromen mans te schennen,Ga naar voetnoot341-342Ga naar voetnoot342
 
Dien uwer vrouwen droom, uw' lippen en gemoedGa naar voetnoot343
 
Van schulden suyver kennen.Ga naar voetnoot344
[pagina 99]
[p. 99]
345[regelnummer]
Of wilt ghy, dwase, meer den Priesterlijcken trotsGa naar voetnoot345
 
Als uw' geweten schroomen?Ga naar voetnoot346
 
Hoe? sal des Keysers gunst u waerder zyn als Gods,Ga naar voetnoot347
 
Of als het recht des vromen?
 
 
 
Helaes! ick sie wel ja: och of die hoofsche kunstGa naar voetnoot349
350[regelnummer]
Met u waer overleden.
 
Hoe vele vindm'er noch die om der Grooten gunst
 
Der kleenen recht vertreden!
 
 
 
Ghy werpt het Schaepken dan ook tegens uw gemoedGa naar voetnoot353
 
Den wolven op de tanden;
355[regelnummer]
En meent de vuyle vlek t'ontwijken van dat bloedGa naar voetnoot355
 
Door 't wasschen van uw' handen.Ga naar voetnoot356
 
 
 
Ia wasch uw' handen vry tot blijk van suyverheyd,
 
Ghy sult al veel verplassen,
 
Eer ghy de smette sult van sulk een schandig feyt
360[regelnummer]
Uyt uw' gewisse wasschen.Ga naar voetnoot360
 
 
 
En ghy, ghy, die de wraek van dat onnoosel bloedGa naar voetnoot361
 
Hebt over u beropen,Ga naar voetnoot362
 
Ghy sult (gelooft 'et vry) ghy sult'et, boos gebroed,
 
Eens met uw bloed bekoopen.
 
 
365[regelnummer]
Helaes! geen veertigmael en sal de Son den Ram
 
Verwermende doorkruypen,Ga naar voetnoot365-366
 
Of 't uytgestorte bloed van dat onschuldig LamGa naar voetnoot367
 
Sal u in d'oogen druypen.Ga naar voetnoot368
[pagina 100]
[p. 100]
 
En ghy, die nu soo mild voor 't leven van een' manGa naar voetnoot369
370[regelnummer]
Derft dertig schijven tellen;Ga naar voetnoot370
 
Weest seker en gewis dat uwer dertig dan
 
Maer een' en sullen gellen.Ga naar voetnoot371-372
 
 
 
Pilatus evenwel, Iscarioth en ghyGa naar voetnoot373
 
Dient tegens uw' begeeren,Ga naar voetnoot374
375[regelnummer]
Ia vordert en volvoert ook door uw schelmeryGa naar voetnoot375
 
Den grooten raed des Heeren.Ga naar voetnoot376
 
 
 
Het hoofd der huychelaers en wilde self soo 't scheenGa naar voetnoot377
 
Gods raed niet tegen vallen;Ga naar voetnoot378
 
Hoewel hy 't anders vat; hy oordeelt dat'er eenGa naar voetnoot379
380[regelnummer]
Te sterven dient voor allen.
 
 
 
Dus weet de wijse God sijn allerwijsten raed
 
Door sotheyd te voltrecken:
 
Dus weet hy soet uyt suur; dus weet hy goed uyt quaed,
 
En heyl uyt hel te trecken.Ga naar voetnoot384
[pagina 101]
[p. 101]
385[regelnummer]
Dus heeft hy tot een goed en heylsaem wit beleydGa naar voetnoot385
 
Der menschen boose vonden,Ga naar voetnoot386
 
En ons, als door de hand der sondaers, toebereydGa naar voetnoot387
 
Het tegengift der sonden.

voetnootTitel
verwesen: veroordeeld.
voetnoot305
krachtig: zeer; het oog van ons gemoed, De Reden: de rede als het vermogen tot onderscheiding van goed en kwaad, het oog van onze ziel.
voetnoot307
mergeloos: uitgemergelde, 1.: krachteloze.
voetnoot309
De Boosheyd: Barabbas, een oproermaker, ‘die in den oproer eenen dootslagh gedaen hadde’ (Marc. 15:7); de Deugd, vgl. de aant. bij vs. 259.
voetnoot311
verwoede: verdwaasde.
voetnoot309-312
Vgl. Matth. 27:20: ‘Maer de Overpriesters ende de Ouderlingen hebben de scharen aengeraden dat sy souden Barabbam begeeren, ende Jesum dooden.’
[tekstkritische noot]321-332 A. ontbr.
voetnoot313
lang verwacht: eindelijk, na lang op een geschikte gelegenheid gewacht te hebben; vgl. voor een dgl. onontwikkelde bijzin: lang geleden (partic. praet. van ‘lijden’: voorbijgaan). Voor de bedoeling vgl. Joh. 11:53: sedert de opwekking van Lazarus ‘raetslaeghden sy te samen, dat sy hem dooden souden.’
voetnoot315
Getroost ghy u: Durft gij.
voetnoot316
verschoonen: sparen.
voetnoot317
kond: kunt; onverschrikt: zonder te vrezen.
voetnoot319
verquikt: gezond gemaakt.
voetnoot321
swarigheyd: bezwaar; teer ... van geest: teergevoelig.
voetnoot322
Bet.: aanwezig te zijn bij het (Romeinse) rechtsgeding; vgl. Joh. 18:28: ‘ende sy en gingen niet in het rechthuys, op dat sy niet verontreynigt en souden worden, maer op dat sy het Pascha eten mochten.’ Het proces had plaats in het Praetorium, en daarbij waren de joden niet tegenwoordig (Joh. 18:33, 38).
voetnoot323
onbesmet quansuys: z.g. rein; z.g., want hiervoor stond er geen gebod in het O.T., het was slechts een joods gebruik (Kantt. Hand. 10:28).
voetnoot324
suyvere gesellen: fijne broeders, 1.: reine mannen (rein, doordat ze de joodse wet zo angstvallig onderhouden).
voetnoot325
van buyten: daarbuiten; vast: steeds maar; bey ... en: zowel ... als.
voetnoot326
onderdrucken: verdrukken.
voetnoot327
hebt ... 't geweten niet te naeu: zijt niet te nauwgezet van geweten om terug te deinzen.
[tekstkritische noot]333 A. d'Onnooselheydt
voetnoot329
gewitte graven, vgl. Matth. 23:27: ‘gy zijt de witgeplaesterde graven gelijck, die van buyten wel schoon schijnen, maer van binnen zijnse vol dootsbeenderen ende aller onreynigheyt.’
voetnoot330
perten: streken.
voetnoot331
ontsiet: vreest. Vgl. Luc. 11:39: ‘Nu gy Pharizee, gy reynight het buytenste des drinckbekers ende des schotels: maer het binnenste van u is vol van roof ende boosheyt.’ Voorts Marc. 7:3-4.
voetnoot333-334
staet ... Beladen: is begaan.
voetnoot335
het lichte graeu: het wufte volk, het wispelturige gepeupel.
voetnoot336
Bet.: ertoe te bewegen, hun verstand te gebruiken. De toespraak van Pilatus: Luc. 23:14-16.
voetnoot337
om niet: voor niets, vergeefs.
voetnoot338
Bet.: Wil niet naar rede luisteren.
voetnoot339-340
Vgl. Luc. 23:23: ‘Maer sy hielden aen met groot geroep, eysschende dat hy soude gekruyst worden: ende haer ende der Overpriesteren geroep wiert geweldiger’; Joh. 19:12: ‘de Joden riepen, seggende, Indien gy desen loslaet, soo en zijt gy des Keysers vrient niet.’
voetnoot340
wacht: neemt u in acht.
voetnoot341-342
uw' handen ... te schennen: u te vergrijpen.
voetnoot342
vromen, vgl. aant. bij vs. 141.
voetnoot343
uwer vrouwen: van uw vrouw; vgl. Matth. 27:19: Pilatus' vrouw zond hem de boodschap: ‘Hebt (doch) niet te doen met dien rechtveerdigen: want ick hebbe heden veel geleden in den droom om sijnent wille’; uw' lippen, vgl. Luc. 23:14, 15, 22; gemoed, vgl. Matth. 27:18.
voetnoot344
Bet.: schuldvrij verklaren.
voetnoot345
den Priesterlijcken trots: de trotse priesters.
voetnoot346
schroomen: vrezen.
voetnoot347
waerder: kostbaarder.
voetnoot349
die hoofsche kunst: die aan de hoven gebruikelijke handelwijze.
voetnoot353
tegens uw gemoed: tegen uw eigen overtuiging in.
voetnoot355
t'ontwijcken: te ontkomen aan.
voetnoot356
Vgl. Matth. 27:24: Pilatus nam water ‘ende wiesch de handen voor de schare, seggende, Ick ben onschuldigh van het bloet deses rechtveerdigen’.
voetnoot360
gewisse: geweten; vgl. voor deze str. de Kantt. op bovengenoemd vers: P. was niet geheel onschuldig ‘alsoo hy niet en vermocht eenen onschuldigen ten believen van andere te dooden’.
voetnoot361
ghy: het joodse volk; van: over; vgl. Matth. 27:25: ‘Ende alle het volck antwoordende seyde, Sijn bloet (kome) over ons, ende over onse kinderen.’
voetnoot362
beropen: opgeroepen, 1.: ingeroepen.
voetnoot365-366
Bet.: Geen veertig jaren zullen er verlopen; gedoeld wordt op de inneming van Jeruzalem in 70; den Ram Verwermende: de zon treedt bij de aanvang van de lente in het teken van de ram, althans zo was het ± tweeduizend jaar geleden: op Goede Vrijdag stond de zon dus in dat teken van de dierenriem.
voetnoot367
uytgestorte: vergoten.
voetnoot368
Bet.: Zal u duur te staan komen.
voetnoot369
ghy: priesters; mild: gul.
voetnoot370
schijven, nl. de zilverlingen voor het verraad van Judas.
voetnoot371-372
Bet.: Weest ervan overtuigd dat dertig van u dan maar één zilverling waard zullen zijn (Een zilverling was volgens de Kantt. op Matth. 26:15 ongeveer een halve of een kwart rijksdaalder waard). In de oorlog tegen de joden werden 97.000 gevangenen gemaakt; 1.100.000 joden stierven of sneuvelden (Fl. Josephus, Joodse Gesch., VI, 45).
voetnoot373
evenwel: niettemin (al beseft gij dit zelf niet).
voetnoot374
tegens uw' begeeren: tegen uw zin.
voetnoot375
vordert: bevordert; volvoert: voert uit.
voetnoot376
raed des Heeren: het eeuwig plan van God met deze wereld.
voetnoot377
Het hoofd der huychelaers: Kajafas.
voetnoot378
tegen vallen: ingaan tegen.
voetnoot379
't anders vat: er een ander begrip van heeft. Vgl. Joh. 11:50: Kajafas zeide (in het Sanhedrin na de opwekking van Lazarus) ‘dat het ons nut is, dat een mensche sterve voor het volck, ende het geheele volck niet verloren en ga’. Johannes voegt eraan toe dat dit profetische woorden waren, maar dat zij op heel andere wijze in vervulling gegaan zijn dan K. bedoelde, of zoals de Kantt. het zeggen: ‘Hy verstont dit wel van den wereltlicken stant des Joodschen volcks, maer Godt heeft sijne tonge alsoo gestiert, dat hy onwetende gepropheteert heeft van de vrucht des doots Christi, tot versoeninge ende behoudinge der uytverkorene kinderen Godts.’
voetnoot384
hel: helse boosheid; trecken: puren.
voetnoot385
wit: einddoel; beleyd: geleid.
voetnoot386
vonden: bedenksels, gedachten.
voetnoot387
als: als het ware, toebereyd: bereid, klaargemaakt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken