Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Algemeen letterkundig lexicon (2012-....)

Informatie terzijde

Titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon
Afbeelding van Algemeen letterkundig lexiconToon afbeelding van titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (5.97 MB)

Lexicon van de poëzie (8.51 MB)

Lexicon van de retorica (3.19 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (6.00 MB)

Lexicon van literaire genres (18.94 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (22.09 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (4.89 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (23.36 MB)

XML (11.77 MB)

tekstbestand



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

absurd toneel

Etym: Lat. ab-surdus = kwetsend voor het gehoor, afwijkend van de toon.

Aanduiding voor theatervormen vanaf de jaren 1950 met sterk internationale inslag waarin de absurditeit en de zinloosheid van het menselijk bestaan (absurdisme) worden uitgebeeld. Hoewel de feitelijke afhankelijkheid van het Franse existentialisme van Sartre en Camus vaak wordt geloochend, bestaat er wel degelijk een geestelijke verwantschap. Dit blijkt uit een aantal parallel lopende thema’s, zoals de absurde positie van de mens in zijn vergeefse zoektocht naar orde, logica en coherentie in een wereld die deze categorieën niet bezit en ze zelfs ontkent; verder de onmogelijkheid te communiceren, de eenzaamheid, de angst en de vlucht in een illusoire werkelijkheid. De mens wordt gezien als een geïsoleerd individu, levend in een vijandige en ongeordende samenleving, op weg van het niets naar het niets. Afgesneden van zijn religieuze, metafysische of transcendentale wortels is hij losgeraakt van zijn zekerheden. Vandaar ook het verzet van het absurdisme tegen traditionele cultuurvormen. Deze ideeën worden ook uitgedrukt door de andere benamingen voor absurd theater die men wel eens tegenkomt: antitheater, théâtre du dérisoire, théâtre de l’absence, farces métaphysiques.

Omdat het menselijk bestaan als irrationeel en absurd wordt beschouwd, kan dit ook alleen maar weergegeven worden in teksten en voorstellingen die zelf een absurde vorm hebben. Het sterkst komt dit tot uiting in de zinloosheid van de dialogen die het onvermogen van werkelijk menselijk contact demonstreert (solipsisme). De desoriëntatie blijkt ook uit de afbraak van plot, karakters en tijdsverloop. De ruimte fungeert als directe metafoor van de desolaatheid van de uitgebeelde situatie. Geliefde procédés zijn de tragische farce, de zwarte humor, de paradox en de ironie.

Een belangrijk model was Eugène Ionesco’s La cantatrice chauve (1950). Andere schrijvers van absurdistisch toneel zijn Beckett, Adamov, Genet, Vian, Albee en Pinter. In het Nederlands schreven Tone Brulin met Verticaal (1955) en Harry Mulisch met De knop (1960) absurdistisch toneel, evenals Lodewijk de Boer met De kaalkop luistert (1963), De verhuizing (1964), Borak valt (1967), e.a.

Lit: M. Esslin, The theatre of the absurd (1961) • D. Grossvogel, The blasphemers. The theatre of Brecht, Ionesco, Beckett, Genêt (1965) • A.P. Hinchcliffe, The absurd (1969) • A. van der Starre, ‘Bestaat er een absurdistisch toneel?’ in F.F.J. Drijkoningen e.a., Avant-garde en traditie in het moderne toneel (1978) • U. Drechsler, Die ‘absurde Farce’ bei Beckett, Pinter und Ionesco. Vor- und Überleben einer Gattung (1988) • E. Jacquart, Le théâtre de la dérision: Beckett, Ionesco, Adamov (1998) • M. Pruner, Les théâtres de l'absurde (2003) • M. Bennett, Reassessing the theatre of the absurd (2011).

abstractum pro concreto absurdisme
thematisch veld:

Dramatische en performatieve genres
Experimentele en kritische vormen

Literatuurgeschiedenis: periodes, stromingen en groepen
Literair-historische verschijnselen

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken