Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Algemeen letterkundig lexicon
Toon afbeeldingen van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (4,42 MB)

Lexicon van de poƫzie (5,01 MB)

Lexicon van de retorica (1,62 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (3,59 MB)

Lexicon van literaire genres (13,34 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (15,45 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (2,36 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (19,90 MB)

XML (11,37 MB)

tekstbestand



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

close reading

Etym: Eng. van dichtbij lezen.

Tekstgerichte, ergocentrische benaderingswijze van literatuur, bepleit en toegepast door aanhangers van de autonomiebewegingen als reactie op de biografisch-positivistische en wereldbeschouwelijke interpretatiewijze. Deze methode van literaire analyse heeft sinds de jaren 1920 haar weg gevonden in de literatuurwetenschap vooral door toedoen van invloedrijke scholen als het New Criticism en de Werkinterpretation.

De literaire tekst wordt als een autonome werkelijkheid beschouwd die alle aandacht van de criticus opeist. De methode wordt gekenmerkt door het nauwkeurig lezen van het tekstaanbod: ze beperkt zich tot ‘the words on the page’, houdt in het algemeen geen rekening met de persoon van de auteur en is zeer voorzichtig met het betrekken van historische achtergronden in de analyse van het kunstwerk. Hoofddoel is het geheel van vormgevingsprincipes te beschrijven zoals die blijken uit vorm, stijl, structuur en symboliek van de tekst.

In Nederland is het vooral de Amsterdamse school (W.G. Hellinga) geweest en de groep rond Merlyn (1962-1966, met analyses o.a. van J.J. Oversteegen, K. Fens en H.U. Jessurun d’Oliveira) die de close reading-methode voorstond.

Voor een recente kritische reactie op het close reading, zie distant reading.

Lit: W.G. Hellinga & H. van der Merwe Scholtz, Kreatiewe analise van taalgebruik (1955) • J.J. Oversteegen, Analyse en oordeel (1965, DBNL 2005) • W. Drop & J.W. Steenbeek, Indringend lezen 1: ‘close reading’ van poëzie (1970) • G. Ueding (red.), Historisches Wörterbuch der Rhetorik, dl. 2 (1994), kol. 257-259 • B. Herrnstein Smith, 'What was “close reading”? A century of method in literary studies' in The Minnesota Review 87 (2016), p. 57–75 • D. James (red.), Modernism and close reading (2020).

climax-2 clou zie pointe

thematisch veld:

Lezers en receptie
Algemeen: benaderingen en concepten

Literatuurtheoretische concepten en tekstinterpretatie
Interpretatie: aspecten en strategieƫn

Vorige Volgende