Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Algemeen letterkundig lexicon (2012-....)

Informatie terzijde

Titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon
Afbeelding van Algemeen letterkundig lexiconToon afbeelding van titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (5.97 MB)

Lexicon van de poëzie (8.51 MB)

Lexicon van de retorica (3.19 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (6.00 MB)

Lexicon van literaire genres (18.94 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (22.09 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (4.89 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (23.36 MB)

XML (11.77 MB)

tekstbestand



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

eenheid van handeling, tijd en plaats

In het renaissance- en Frans-classicistische drama als voorschriften opgevatte eenheden waaraan de tragedie diende te voldoen. Deze eenheden golden als wetten of regels en worden vaak aangeduid als Aristotelische eenheden of dramatische eenheden.

De eenheid van handeling houdt in dat er slechts één handelingsverloop mag zijn dat niet doorkruist of omlijst wordt door nevenhandelingen. De onderdelen van de aktie moeten zo gepresenteerd worden dat bij verwisseling of weglating van delen een ander totaalbeeld zou ontstaan (Aristoteles).

De eenheid van tijd bepaalt dat het tijdsverloop van de handeling in het stuk een totaal van 24 uur niet mag overschrijden. Sommige neoklassieke critici bepleitten een nog strengere norm van 12 uur of stellen zelfs dat de speelduur en de duur van de handeling zouden moeten samenvallen.

Volgens de door de 16de-eeuwse theoretici uit de eenheid van tijd afgeleide eenheid van plaats, diende de handeling zich op één plaats af te spelen. Gebeurtenissen van belang die zich elders voordoen, kunnen bijv. door een bode worden verteld (bodeverhaal, teichoskopie).

Aristoteles' Poetica, waarin de eenheden van tijd en handeling ter sprake komen, is veel minder normatief dan men in de renaissance en het neoclassicisme meende. Het voorschrift van deze eenheden werd pas in 1570 met kracht van wet voor het eerst neergeschreven door de Italiaan Castelvetro in diens La poëtica di Aristotele vulgarizzata en nog wat later door Jean de la Taille en Jean Mairet in Frankrijk. Dergelijke normatieve geschriften uit het classicisme hebben gedurende 200 jaar het uitzicht van de Franse tragedie bepaald, met grote invloed ook elders in Europa. In Engeland en Spanje daarentegen werd vaak aan deze regels voorbijgegaan. Shakespeare bijv. maakte geen gebruik van  de eenheden in de meeste van zijn toneelstukken. Latere critici, vooral vanaf de romantiek, zagen af van de ‘externe’ classicistische regelgeving omtrent de eenheden en bepleitten meer ‘interne’ (organische, tekst-specifieke) vormen van artistieke eenheid, waarbij vaak naar het illustere voorbeeld van Shakespeare werd verwezen.

Hoewel bijna alle Griekse drama’s de facto eenheid van handeling, plaats en tijd vertonen, was dit toen geen ‘wet’, maar veeleer een materiële noodzakelijkheid die samenhing met de ontstaansgeschiedenis van die drama’s. De eenheid van tijd vloeide voort uit het feit dat het koor bestendig aanwezig was op het toneel zodat men geen grote sprongen in de tijd kon maken. De eenheid van plaats hing eveneens samen met de aanwezigheid van het koor en met het feit dat men slechts één decor gebruikte. De eenheid van handeling ten slotte is een erfenis van de koorzang die aan de basis lag van het Griekse toneel en zelf  geen handeling bevatte. Het kleine aantal spelers (dramatis personae) liet trouwens niet toe een nevenhandeling in te schuiven.

De eenheden van tijd en plaats worden vaak aan het begin van het drama expliciet meegedeeld. Een goed voorbeeld daarvan geeft Vondel in zijn Gysbreght van Aemstel (1637) waarin na een 'kort begriip' waarin de handeling uiteengezet wordt, de mededeling volgt:

Het tooneel is voor en in de stad en op het huis.
[...] het treurspel begint na middagh ten drie uuren, en eindigt in den morgenstond.
(WB-ed., dl 3, 1929, p. 528).

Lit: A.G. van Hamel, Zeventiende-eeuwsche opvattingen en theorieën over litteratuur in Nederland (1918), p. 122-139 • R. Bray, La formation de la doctrine classique en France (1951), p. 240-288 • G. Védier, Origine et évolution de la dramaturgie néo-classique (1955) • T. Harmsen, 'Gebruik en misbruik van de rhetorica door Nil Volentibus Arduum' in De zeventiende eeuw 4 (1988), p. 55-68 • A.J.E. Harmsen, Onderwys in de tooneel-poëzij (1989), p. 246-256 • M.B. Smits-Veldt, Het Nederlandse renaissance-toneel (1991).

eenheid van handeling zie eenheid van handeling, tijd en plaats eenheid van plaats zie eenheid van handeling, tijd en plaats
thematisch veld:

Analyse van drama en theater
Bouw van het drama
Toneelconventies

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken