Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Algemeen letterkundig lexicon
Toon afbeeldingen van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (4,42 MB)

Lexicon van de poëzie (5,01 MB)

Lexicon van de retorica (1,62 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (3,59 MB)

Lexicon van literaire genres (13,34 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (15,45 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (2,36 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (19,90 MB)

XML (11,37 MB)

tekstbestand



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Nieuwnederlands

Benaming voor de taalfase van het Nederlands die rond 1500 is ontstaan vanuit het Middelnederlands en tot op heden voortduurt. De overgang van Middelnederlands naar Nieuwnederlands is niet duidelijk te markeren. Uit de Nieuwnederlandse dialecten (Brabants, Hollands, Vlaams e.d.) ontwikkelt zich als cultuurtaal het zogenaamde Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN), hoewel de term Algemeen Aanvaard Nederlands, waarin ook ruimte is voor regionale varianten, in opkomst is.

Aan de vorming van het ABN is vanaf de 16de eeuw bewust gewerkt door grammatici en schoolmeesters (taalbouw). Belangrijk als bron zijn het Vlaams en het Brabants geweest, omdat veel Middelnederlandse literatuur in die dialecten geschreven is. Hieruit resulteerde een Zuid-Nederlandse schrijf- en spellingstraditie die veel invloed op de spreektaal had, en die na de val van Antwerpen (1585), toen veel Brabanders en Vlamingen naar het Noorden uitweken, ook in de Noordelijke Nederlanden doorgewerkt heeft. De belangrijkste bron werd het Hollands, het dialect van het economisch en politiek machtigste gewest. De patricische kringen van steden als Amsterdam, Haarlem en Leiden stelden de norm voor een zich ontwikkelend ABN. Van groot belang bij de verspreiding van het Nieuwnederlands als eenheidstaal is de Statenbijbel van 1637 geweest.

Lit:  J.W. de Vries, R. Willemijns & P. Burger, Het verhaal van een taal. Negen eeuwen Nederlands (20036) • M.J van der Wal & C. van Bree, Geschiedenis van het Nederlands (20085) • M. Mooijaart & M. van der Wal, Nederlands van Middeleeuwen tot Gouden Eeuw (2011²).

nieuwjaarslied nieuwvorming zie neologisme

thematisch veld:

Moderne stilistiek en taalkunde
Talen en taalvarianten

Vorige Volgende