Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Algemeen letterkundig lexicon (2012-....)

Informatie terzijde

Titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon
Afbeelding van Algemeen letterkundig lexiconToon afbeelding van titelpagina van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (5.97 MB)

Lexicon van de poëzie (8.51 MB)

Lexicon van de retorica (3.19 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (6.00 MB)

Lexicon van literaire genres (18.94 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (22.09 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (4.89 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (23.36 MB)

XML (11.77 MB)

tekstbestand



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–Anoniem Algemeen letterkundig lexicon–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

sonnet

Etym: It. sonetto < Lat. sonare = klinken; vandaar ook klinkdicht.

Gedicht bestaande uit veertien verzen (vers-1), gewoonlijk verdeeld over tweemaal een kwatrijn (octaaf) en twee terzinen (sextet). Het ontstaan van het sonnet is niet volledig duidelijk. Men neemt aan dat het geëvolueerd is uit de canzone. De oudste sonnetten werden in Sicilië aan het hof van Frederik II geschreven (begin 13de eeuw). Al snel kwam het genre in Italië tot grote bloei in het werk van Dante (La vita nuova, ca. 1290), G. Cavalcanti, G. Guinizelli en voornamelijk Petrarca (Canzoniere, ca. 1370). Gedurende de hele renaissance was het sonnet de dichtvorm bij uitstek; overal in Europa werd Petrarca nagevolgd. Op basis van de verschillen in rijmschema, metrum en strofe-indeling onderscheidt men de volgende typen:

•Het Italiaans sonnet of Petrarkistisch sonnet, dat is opgebouwd uit elflettergrepige verzen (hendecasyllabus). Het rijmschema luidt abba-abba-cdc-dcd of -cde-cde. De wending of volta ligt tussen octaaf en sextet. Een variant van het Italiaans sonnet is het Miltoniaans sonnet, zo genoemd naar de Engelse dichter John Milton (1608-1671), die geen witregel gaf tussen octaaf en sextet.
•Pierre de Ronsard (1524-1585) en de dichters uit de kring rondom hem (La Pléiade) volgden in hun sonnetten de vorm van Petrarca, maar gebruikten voor de terzetten het rijmschema ccd-ede of ccd-eed (bijv. Clément Marot, 'sonnet lyonnais'). Elk vers bestaat bij hen uit twaalf lettergrepen (alexandrijn). Dit type ligt aan de basis van het sonnet in de Nederlandse Gouden Eeuw, bijv. bij Hooft, Huygens, Vondel en Bredero.
•Het Shakespeareaans sonnet (ook wel Engels sonnet genoemd) wijkt af qua structuur. Het bestaat uit drie kwatrijnen en één distichon. Het kent als rijmschema abab-cdcd-efef-gg. Het heeft de jambe als versvoet en is opgebouwd uit pentameters. De wending valt doorgaans na het derde kwatrijn, voor het afsluitend distichon. Men vindt dit type ook bij Baudelaire en Mallarmé.
•In het Spenseriaans sonnet is sprake van een vijfvoetige jambe en het rijmschema ababbcbccdcdee. Octaaf en sextet worden niet door een witregel gescheiden en verbonden door een rijmklank (de c van het gegeven rijmschema).

Soms werd er aan het sonnet een hele of halve regel toegevoegd en een satirisch couplet in pentameters. Een dergelijke 'staart' werd o.m. door Milton toegepast en wordt dan ook een coda of in het Engels een caudate sonnet genoemd.

De oudste Nederlandstalige sonnetten vindt men in de 16de eeuw (o.m. bij Van der Noot en Van Mander). In de 17de eeuw bouwt men veeleer voort op de Franse traditie: Vondel (hij spreekt i.p.v. sonnet over klinker(d)t), Hooft en Roemer Visscher (die de termen 'klinkdicht', 'tuyter' of 'tuytert' gebruiken) hanteren de alexandrijn. Een bijzonder gebruik van het sonnet kan worden aangetroffen in de zogenaamde schoncken-sonnetten in de Gouden Eeuw, een speels vraag-en-antwoordspel in sonnetvorm. In de 18de eeuw raakt het genre in onbruik, maar tijdens de romantiek bloeit het opnieuw op. De Tachtigers maken er een ware cultus van. Zij grijpen terug op het Italiaans sonnet en vervangen de alexandrijn door een vijfvoetige jambe. Kloos werd bekend door zijn trendzettende sonnetten en berucht vanwege zijn scheldsonnetten. De Tachtigers gaven de voorkeur aan de jambische pentameter (bijv. Willem Kloos’ ‘Nauw zichtbaar wiegen op een lichten zucht’, 1885). Latere Nederlandstalige sonnettenschrijvers zijn o.m. B. Aafjes, G. Achterberg, H. Andreus (bijv. De sonnetten van de kleine waanzin, 1957), C. Buddingh’, J. Kuijper en J. Kal.

Lit: H. Vaganay, Le sonnet en Italie et en France au XVIe siècle. Essai de bibliographie comparée (1902-1903; repr. Slatkine 2014) • W. Mönch, Das Sonnet (1955) • A.P. Braakhuis, De thematische structuur van de versregel (1962) • L. Roose, En is ‘t de liefde niet (1971) • J. Fuller, The sonnet (19782) • S.L. Bermann, The sonnet over time: a study in the sonnets of Petrarch, Shakespeare and Baudelaire (1988) • W. Drop & J.W. Steenbeek (red.), Het klein heelal van het sonnet. Het sonnet in de Nederlandse literatuur (1989) • M.R.G. Spiller, The development of the sonnet. An introduction (1992) • A. Gendre, Évolution du sonnet français (1996) • G. de Jager, ‘Het geheim van het sonnet. De Tachtigers en de aantrekkingskracht van een literaire vorm’ in Nederlandse letterkunde 1 (1996) 4, p. 341-354 • D. de Geest, ‘”Wie zegt dat ik na veertien regels zwijg?” Lotgevallen van het sonnet als genre in de recente Nederlandse literatuur’ in L. Duyvendak & B. van Heusden, Casusboek literaire cultuur (2001), p. 28-48 • G. de Jager, Het geheim van het sonnet: de Tachtigers en de aantrekkingskracht van een literaire vorm (DBNL, 2004) • J. Lennard, The poetry handbook (20052), p. 33-80 • S. Vestdijk, De glanzende kiemcel (reprint, 2007) • B. Mathios (red.), Le sonnet et les arts visuels: dialogues, interactions, visibilité (2012) • P. Labarthe & J. Bartuschat (red.), La tradition européenne du sonnet (2019) • St. Regan, The sonnet (2019).

somniarium sonnettencyclus
thematisch veld:

Lyrische en poëtische genres
Traditionele of klassieke versvormen

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken