Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Algemeen letterkundig lexicon
Toon afbeeldingen van Algemeen letterkundig lexicon

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave




Downloads

Lexicon van drama en theater (4,42 MB)

Lexicon van de poëzie (5,01 MB)

Lexicon van de retorica (1,62 MB)

Lexicon van de verhaalkunst (3,59 MB)

Lexicon van literaire genres (13,34 MB)

Lexicon van de literatuurgeschiedenis (15,45 MB)

Lexicon van de algemene literatuurwetenschap (2,36 MB)

Lexicon van handschriftenkunde, boekwetenschap en editietechniek (19,90 MB)



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Algemeen letterkundig lexicon

(2012-....)–anoniem Algemeen letterkundig lexicon– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

taalhandeling

Etym: Vertaling van Eng. speech act.

Taalhandeling, ook ‘taaldaad’ genoemd, is een cruciaal begrip binnen de pragmatiek. Zoals aangegeven in de titel van J.L. Austens grondleggend boek, How to do things with words (1955), dient taal niet alleen om uitspraken te doen over de werkelijkheid die ‘waar’ of ‘fout’ zijn, maar ook om bepaalde daden te stellen (zie ook performance-1), zoals een bevel geven of een belofte doen. Onderzoek naar dergelijke taalhandelingen of taaldaden werd o.m. door de taalfilosoof Searle verdergezet in het spoor van Austin.

Binnen het globale geheel van een taalhandeling, bijv. een belofte als ‘Ik beloof je dat ik kom’, wordt dan een analytisch onderscheid geponeerd tussen drie dimensies: de eigenlijke locutie of de propositionele inhoud (de betekenis ‘ik kom’), het illocutionaire aspect (de aard van de taalhandeling, in dit concrete geval een belofte), en het perlocutionaire karakter ervan (het beoogde effect op de toehoorder). Het correct interpreteren van het illocutionaire aspect vereist dat intentie en context mee in rekening worden gebracht. Dit is vooral duidelijk bij zgn. indirecte taalhandelingen: bijv. ‘het is hier koud’ met als geïmpliceerde betekenis ‘wil je nu eindelijk het raam toedoen?’.

Naar de literatuurwetenschap toe wordt een dergelijke visie o.m. vertaald in een poging om het eigen literaire karakter van teksten te verklaren als een soort van specifieke taalhandeling; zo gaat men er bijv. van uit dat aan een literaire tekst conventies ten grondslag liggen als ‘Ik (auteur) stel u (lezer) voor om met mij een (fictionele) wereld binnen te gaan’. Andere toepassingsvelden van de taalhandelingstheorie vormen het vertelstandpunt, stijlverschijnselen zoals de metafoor en de ironie, en de mogelijkheid om genreconventies te herinterpreteren.

Lit: M. L. Pratt, Toward a speech act theory of literary discourse (1977) • H. Houtkoop & T. Koole, Taal in actie. Hoe mensen communiceren met taal (2000) • N. Allott, Key terms in pragmatics (2010).

taalbouw taalspel

thematisch veld:

Literatuurtheoretische concepten en tekstinterpretatie
Literatuur als eigen werkelijkheid

Moderne stilistiek en taalkunde
Pragmatiek, spreeksituaties, taaldaden

Vorige Volgende