Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tafel van den kersten ghelove. Deel 2: Winterstuc (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tafel van den kersten ghelove. Deel 2: Winterstuc
Afbeelding van Tafel van den kersten ghelove. Deel 2: WinterstucToon afbeelding van titelpagina van Tafel van den kersten ghelove. Deel 2: Winterstuc

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.69 MB)

XML (1.52 MB)

tekstbestand






Editeur

L.M.Fr. Daniëls



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tafel van den kersten ghelove. Deel 2: Winterstuc

(1937)– Dirc van Delf–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen

Dat .XLVII. capittel is van dat sinte Ian Baptist dopede onsen Heer Ihesum Cristum inder Iordaen.

4Die vloet Iordaen is een groot, drieste, diepe water, dat voer 5 dat lant van beloften vloyet, daer die kinder van Ysrahel

[pagina 359]
[p. 359]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

6 droechs voets over ghingen, doese Iosue, die ridder, daer in 7 Ga naar margenoot7-16leyde. [82b] Ende dat water deylde hem an beiden zijden recht 8 op als een muer ende bleef stille staen, went die kinder van 9 Ysrahel waren over gegaen. Ende die twalef hertogen van 10 horen geslachten namen middewaerde uuter Iordanen twalef 11 grote stenen, daer si een altaer van makeden ende offerden 12 Gode daer inne een getuuchnis des wonders. Op desen Iordaen 13 sloech Helyzeus die propheet dat water mit Helyas mantel 14 ende het deylde hem. In desen water liet Helyzeus den ma-15laetschen man Naaman Syrijn hem sevenwarf wasschen ende 16 Ga naar margenoot16-54sij vleysch wart so tzaert als een<s> kindekijns. - Des vijften 17 iaers des keysers Tyberii was inder woestinen sinte Iohan, 18 Zacharias' soon, levende in enicheden, ghecleet mit cameels 19 haer ende mit enen pels-gordel gegordet ende sijn spijse was 20 cleynre sprinchaenkijns, die inden zande springen, ende wilt 21 honich ende hi dranck water des sloeten, dat is regen-water, 22 dat vanden bergen coemt lopen. Dair na wart gesproken dat 23 woort Gods op hem, dat hi soude trecken totter Iordanen do-24pen ende prediken een doepsel der penitencien inden naem 25 des ghenen die toe comende was, want dat rike Gods soude 26 naken. Doe ghinck al dat volck vanden lande tot hem uut, op-27datsi van hem gedoept souden werden, ende wat hiGa naar voetnoot27 penitencie 28 sach doen, die dopede hi. Ende doe hi daer sach veel phari-29zeen ende secten, doe seide hi aldus: Ghi slangen geslachten! 30 Wie sel iu wisen die toecomende toorne [82c] te ontvlyen? 31 Te hant so is die bijl totter wortel geset. Ende totten ridde-32ren seide hi aldus: Ghi en selt niet roeven noch gewelt doen, 33 noch verdrucken, mer <iu> genoegen latenGa naar voetnoot33 mit uwer sol-34dyen. Hi wijsden hem mitten vingher die twalef stenen, daer 35 ic voer of seide, ende hi sprac tot hem aldus: Segt niet meer: 36 wi hebben een vader Abraham. Ic seg iu: God is machtich van

[pagina 360]
[p. 360]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

37 desen stenen Abrahams kinder te verwecken. Hier began die 38 seste ouderdoem, daer wi noch in sijn. Ende van Adams tijt 39 tot dier tijt so waren overlopen ende gerekent vijf dusen-40tichGa naar voetnoot40 iaer, twee hondert ende vijf ende twintich. - Daer aldus 41 sinte Iohan Baptist dopede alle dat volc, sende die ioden uut 42 van Iherusalem tot hem papen ende leviten, dat si en vragen 43 souden: Du, wye bist<e>? Ende hi belijde, dat hi Cristus 44 niet en waer, alst gemeen gerucht van hem ghinck, noch oec 45 Ga naar margenoot45-46Helyas, noch oec die propheet Helyzeus. Want in desen tween 46 so was die figuer der dopeGa naar voetnoot46 vertoecht. Doe vraechden si hoe 47 hi dan dopede, wat hi seide van hem selven, op-datsi antwoor-48den mochten gheven den ghenen die se gesent hadden. Doe sei-49de hi: Ic bin een stemme des roepers inder woestynen, ma-50kende den wech des Heren rede, als die propheet Ysayas heeft 51 geseit. Ic dope inden water; midden onder iu heeft hi gestaen, 52 den ghi niet en kennen; die sel dopen inden heiligen Geest 53 ende inden vuer ende inder dope. Dit gesciede in Bethanien 54 over die Iordaen, daer sinte Iohannes was dopende. [82d]

55Ga naar margenoot55Die lerars vragen, waer-om dat sinte Iohan dopede endeGa naar voetnoot55

[pagina 361]
[p. 361]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

56 Ga naar margenoot56-75nochtan sijn doopsel die sonden niet of en wiesch? Die eer-57ste zake, waer-om dat Cristus woude comen inden water on-58der sinte Iohans handen staen, is naden gelove; op-dat van 59 beroeringe des waters an sinen reyne vleysch <dat water> 60 die craft der vernuenge onser zielen mochte ontfaen. Want in 61 dien dat Cristus daer in was, so wert van sijnre tegenwoor-62dicheit die doepe der Iordaen ghewyet, ghezeghent ende ghe-63heilicht, als wi noch die fonteGa naar voetnoot63 doen mit sinen naem. En dit is 64 sinte Augustijns reden. Die ander zake is nader letter, op-dat 65 sinte Iohan onsen heer Cristum Ihesum een salichmaker der 66 werelt alle den volck mochte togen, want sinte Iohan sijn 67 araut ende voerloper soude wesen ende dit ambocht had hi 68 guet te doenGa naar voetnoot67, doe Cristus mitten volck tot hem daer was ge-69comen. Ende dit is sinte Iohan Crisostomus reden. Die derde 70 sake is nader duecht, op-dat die menschen totten doopsel ons 71 Heren te bereder ende te williger souden wesen. Ende dat 72 <si> die heilige Drievoudicheit, diemen in synre dope ver-73nam, claerre mochten kennen ende geloven, daer die gemene 74 mensche te voren luttel of wist, als noch die ioden doen. En-75de dit is sinte Barnardus reden.

76Ga naar margenoot76-80Doe hadde Ihesus van sijnre moeder oorlof ghenomen, want 77 die tijt, dat hi hem ende sinen Vader der werelt soude open-

[pagina 362]
[p. 362]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

78baren, was ghecomen, ende tooch uut Galyleen inder Iordanen 79 totten gueden man Baptiste sinte Iohan, op-dat hi van hem 80 Ga naar margenoot80-98gedoopt soude warden. Ende dat [83a] om drierleye saken wil. 81 Die eerst is nader letter, op-dat hi Iohannis baptisten dope, 82 sijn leer ende leven woude bevesten ende confirmeren. Want 83 sinte Iohan, van Gode gesent was ende hadde sulcke sake te 84 doepen, als ic te hant voor geseit hebbe, so wast wel noot ge-85daenGa naar voetnoot84, dat Ihesus was totter dope gegaen. Die ander zake was 86 naden gelove, op-dat dat water mochte van sijnre heilicheit 87 geheilicht worden. Doe sijn ioncfrouwelike lichaem int water 88 began te staen, heeftet een gheeftelike craft daer of ontfaen, 89 dattet ons van alre smette der sonden doer hem mochte of 90 dwaen, ghelijc als hi die aerde heilichde, doe hi se betrat, die 91 lucht, doe hi daer in hinck, dat vuer, doe hi sinen heiligen 92 Gheest daer in heeft ghesent. Die derde zake is nader duecht. 93 Cristus droech mitten vleisch der sonden gelijcheit ende al wast 94 dat hijs niet en behoefde mer <om>Ga naar voetnoot94 onse menschelike 95 natuer de dwaen, die hij van Adam hadde ontfaen, so woude 96 hi dat doen, dat hi ons selve leerde ende geboot, want hem 97 boorde eerste alle rechtvaerdicheit der dueghet te vervollen, 98 die wi na sonden ramenGa naar voetnoot98 te wercken ende te volgen.

[pagina 363]
[p. 363]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

99Ga naar margenoot99Die wijl dat onse heer Ihesus ghinck totten Iordaen sprac 100 Ga naar margenoot100God tot sinte Iohan: Op wien dattu sieste den heiligen Geest 101 neder somen ende op hem bliven, dat is die ghene, die der 102 Ga naar margenoot102doopt inden heiligen Gheest. Ende doe hi voer sinte Iohan 103 stont inden water, doe seide hi totten onsen heer aldus: Ic 104 sel van die gedoopt werden ende du comes tot mi? <Doe 105 sprac Ihesus> laet dit nu. Ende aldus so boert ons alle recht-106Ga naar margenoot106-110veer-[83b]dicheit te vervollenGa naar voetnoot105. Ende doe hi van hem gedoopt 107 was, te hant clamGa naar voetnoot107 hi uuten water. Ende doe hi in sijn gebede 108 was (Glosa:) voer alle die gene, die daer doept waren, doe 109 worden die hemelen opgedaen ende worden scoenGa naar voetnoot109 over hem 110 Ga naar margenoot110van glorien ende lichte als tenten van saphire, ende die heilige 111 Ga naar margenoot111Geest clam neder als een duve op hem rusten. Ende uut den 112 sconen hemelen so brack des Vaders stemme ende seide al-113dus: Hic est filius meus dilectus, in quo mihi bene compla-114cui, dat beduut: Hier is mijn lieve Soon, daer ic mi selven wel 115 heb in behaecht. Ende so langhe duerde die glorie op hem. 116 Ga naar margenoot116Som vanden volck seiden: God had hem toe gesproken, sulck 117 Ga naar margenoot117seiden: Het waer een donreslach gheweest. Doe begon Cris-118tus .xxx. iaer out te werden.

119Ga naar margenoot119-140Die meesters inder godheit disputieren op dit pas drierleye

[pagina 364]
[p. 364]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

120 questien ende vraghen. Die eerste questi is: waer om dat die 121 hemele opten gedoopten Cristum so scoen gheopent worden? 122 Die eerste sake is nader letter, want om die sonden wil so 123 wert die hemels doere den menschen voer gesloten ende daer 124 om so wert die hemel over die gedoopte Cristum ondaen toe 125 bewisinge, dat die ghereynichde mensche van haren smetten, 126 mochten in gaen. Die ander sake is naden gelove, want die 127 ghemeen loveGa naar voetnoot126 der heiligher kercken ende der ghenen die ghe-128doopt werden, maken die <doep> heilich; daer om hiet 129 die doepe een sacrament des geloven. Ende want wi nu doer 130 die geloven die hemelsche dingen vernuftelic scouwen ende 131 kennen, die boven sinne ende [83c] reden gaen, hierom dat 132 wi die sacramentenGa naar voetnoot132 der geloven te bet mochten leren sien 133 ende verstaen, so is opten gedoopten Cristum die hemel on-134daen. Die derde zake is nader duecht, want die vorbaerste 135 duechtGa naar voetnoot134, daer dat sacrament des doopsels sijn craft of ontfaet, 136 is die godlike verburgen craft des hemels. Ende daer om so 137 wert den hemel opten gedoopten Cristum ontsloten tot een 138 betoochnisGa naar voetnoot138, dat voort meer die hemelsche duecht der dopen 139 guetheit soude gheven, heiligen ende zeghenen, alst guet is 140 te begripen ende te sinnenGa naar voetnoot140.

141Ga naar margenoot141-150Die ander questi is, waer om dat des hemelschen Vaders 142 stemme tot so groter betughenis over den Soon ghehoort wert? 143 Die eerste sake was nader letter. Want die Vader, die voer-144maels op ons seer vertoornt ende vreemdeGa naar voetnoot144 was, sonderlinghe 145 om dat wi sijn woort niet hadden ghehoort, ghekent, ver-146staen noch gewesen onderdaen, ende want ons die soon Gods 147 mit hem hadde versoent ende verenicht doer sijns verbiddensGa naar voetnoot147

[pagina 365]
[p. 365]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

148 wil; <hierom om onser sekerheyt wil,> dat wi ghetrou-149wen mochten, dat wi in gunsten mit hem stonden, so woude hi 150 Ga naar margenoot150-157sijn stemme over sinen Soon laten clinghen. - Die ander sake 151 was naden gelove. Want die dope wert ghewyet in die dopeGa naar voetnoot151 152 der heiliger Drievoudicheit, ghelijc dat Cristus selve seide: 153 gaet ende doept die menschen inden naem des Vaders ende 154 des Soons ende des heiligen Geests. Ende want men den Soon 155 handelde, den heiligen Geest sach, so woude hem die Vader 156 over hem laten horen, op datmen alre drie personen ondersceit 157 Ga naar margenoot157-164inden sacrament ende gelove mochte vernemen. Die derde sake 158 was na der duecht: want den Soon boort te bidden ende 159 [83d] den Vader te horen ende te <widigenGa naar voetnoot159> so wart die 160 hemel opghedaen ende lude des Vaders stemme recht of hi 161 sijn bede voer ons hadde ontfaen. Recht als een keyser die 162 yemande wat verleende om des ghenen wille, dyes hem bade 163 en den hijt gaerne gave, seide aldus: sich, dit gheef ic di, dat 164 is den ghenen, daer du voer biddes, om dinen wil.

165Ga naar margenoot165-182Die derde questi is, waer om dat hem die heilige Geest

[pagina 366]
[p. 366]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

166 lichaemliken in eenre duven hem opten gedoopten Cristum 167 versceen ende openbaerde? Die eerste sake was nader letter, 168 op-dat hi al der kersten menschen menschelike wesenGa naar voetnoot168 woude 169 togen, dat si simpel, onnosel, sonder galle soude werden, alse 170 duven sijn, daer veel duecht ende <edele> aert of gelesen 171 wert, so is die heilige Geest in eenre duven openbaert. Die 172 ander sake was naden gelove, want dat eyghen werck der dope 173 is aflaet ende verghifnis der sonden, ende om-dat een duve 174 seer tamme ende satich is ende oic een telghe voerde van 175 olyve totter arken in een teiken der guedertierenheit, so wert 176 die heilige Geest in eenre duven ghelijc uutghesent. Die derde 177 sake is nader duecht, want alle dat kersten gelove, dat sonder-178linge inder dope begonnen wert, drecht opGa naar voetnoot178 enicheit ende 179 vriendelike vergaderinge. Hier-om, want die duve seer gesel-180lick is ende mit hopenGa naar voetnoot180 vliecht, so is die heilige Geest inder 181 doepe der heiliger kercken openbaert, daer God selve of seit: 182 Een is mijn duve ende mijn schone. [84a]

183Ga naar margenoot183-201Die lerars beduden die minnen sprokeGa naar voetnoot183 die de Vader uut-

[pagina 367]
[p. 367]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

184 seide over sinen Soon, dat hi daer in ses loveprijs in dichtede. 185 Hi prijsden van waerachtigen Gods wesen, doe hi seide: Dit 186 is hi, datmen Gode alleen mach toe-legghen, want alle dingen 187 wandelbaer sijn <van> hairs selfs wegen dan God alleenGa naar voetnoot187. 188 Anderwarf prijst hi en van sijnre edelre aert ende godliker 189 geboort mit eyghenscap sijns wesensGa naar voetnoot189, dair hi seit: mijn, dat 190 hi properlijck tot sinen Soon seggen mach alleen. Derdwarf 191 prijst hi en van sijnre forme ende gedaente godlike<r> ge-192lijcheit van sijns selfsheit, dair hi seit: soon, want sijns sel-193ves kint isGa naar voetnoot191. Vierdwarf prijst hi en van guedwilligher minnen, 194 daer hi seit: lieve, want hi en mit recht lief heeft, die sinen 195 wille alle tijt gaern wil doen. Vijftewarf prijst hi en van eenre 196 trouwer sekerheit sijnre bevelingeGa naar voetnoot195, daer hi seit: in welck, 197 want in hem heeft hi alle sijn scat der guedheit Gods gheset. 198 Sestewarf prijst hi en van medelikerGa naar voetnoot198 ghenuechten ende sali-199cheit, daer hi seit aldus: Ic heb mi wel behaecht, want alle 200 die genuechte der godheit is den Soon uut hem ghelijc te wynnen.

[tekstkritische noot]8 B bleef staende al stille.
10 GD midwaerde; HA middewaerde; B midden uter.
11 B outaer.
15 GHD Syrum; B Syri.
16 GHDAB vijften (moet zijn vijftienden); inc. vijften.
18 GD levede; HA levende.
20 GHDB wouthonich.
27 GH ende wat hij er (H hier).
33 B soudien.
margenoot7-16
Vgl. Lud. de Sax. I, c. 21, no 16 onder den titel Figurae Baptismi. Josue, 4:3; IV Kon. 2:13 en 5:14.
margenoot16-54
Samenvatting van het verhaal der synoptici Matth. 3:1-12; Marc. 1:2-8; Lucas, 3:1-18 en van Joes. 1:19-28.
voetnoot27
ende wat hi (er): en wie hij van hen p. zag doen.
voetnoot33
(U) genoegen laten: u tevreden stellen.
[tekstkritische noot]38 A ouderdom (der werelt ontbr.).
39 H vijf dusent iaer.
42 B priesteren.
43 GHDB Du wie biste (bistu).
49 B des roepens.
50 GHD maket... rede; B maect... bereyd.
53 B in der dope ontbr.
55 GHDAB Het antwoord op deze vraag ontbreekt en eveneens de volgende vraag, waarop het hier gegeven antwoord schijnt te doelen: Die eerste zake, waerom dat Cristus woude comen in den water onder sinte Iohans handen staen.
voetnoot40
dusentich, mnd. dusentich, nog in 't Wvl. gebruikelijk. Franck, Mnl. Gr. § 233: Es kann als Subst. flektiert werden, aber auch unflektiert bleiben.
margenoot45-46
Lud. I, 21, no 10: In Jordane quoque Baptismus Domini per Eliam et Eliseum praefiguratus fuit.
voetnoot46
Volgens het Lat. leze men: der dope (Cristi).
margenoot55
Die lerars vragen waer om dat sinte Johan dopede ende nochtan sijn doopsel die sonde niet of en wiesch. Het antwoord klopt niet op de vraag. Hier is een belangrijk hiaat in de ons bekende hss., dat zou kunnen aangevuld worden door Lud. I, c. 17, no 4: Baptismus Joannis non mundabat sine poenitentia, alsook no5: Erat solummodo praeparatorius et figurativus. Ook de volgende vraag, waarbij de tekst aansluit, ontbreekt. Ze zou moeten luiden: Die lerars vragen: waerom dat Cristus woude comen in den water onder Sinte Iohans handen staen?
voetnoot55
Zie onder ‘voetnoten II’ t.p.
[tekstkritische noot]59 GHDAB vleysch (dat water ontbr.).
63 GH die vonte.
margenoot56-75
S. Thomas Aq. Summa theol. III, qu. 38. a. l (c.): Oportebat Christum a Joanne baptitizari, ut baptismum consecraret, ut Augustinus dicit. (aangevuld volgens Lud. I, c. 21, no 4: ut contactu mundissimae suae carnis et corporis aquas sanctificans, vim abluendi et regenerativam aquis conferret) - Secundo ut Christus manifestaretur. Unde ipse Joannes dicit (Joes. 1:31) Ut manifestetur, scilicet Christus, in Israel, propterea veni ego in aqua baptizans; concurrentibus enim turbis ad baptismum annuntiabat Christum: quod quidem facilius sic factum est, quam si per singulos discurrisset, ut Chrysostomus dicit. Tertio ut suo baptismo assuefaceret homines ad baptismum Christi... ut ad poenitentiam homines inducens, homines praepararet ad digne suscipiendum baptismum Christi. - Lud. l.c.: ut Trinitatis mysterium revelaret. Naam van Bernardus in de bronnen niet vermeld.
voetnoot63
fonte: doopvont.
voetnoot67
had hi goed te doen: kon hij goed doen.
margenoot76-80
Lud. l.c. no 1: dicit Jesus Matri suae, quia tempus est ut vadat et glorificet ac manifestet Patrem suum et se mundo ostendat... et reverenter se licentians ab ea... venit a Nazareth Galilaeae... et ivit versus locum Jordanis, ubi Johannes baptizabat.
[tekstkritische noot]79 B tot s. Ian Baptista.
83 GHDB alsulke.
89 GDA smerte; HB smette (B smetten).
93 H drouch ghelijcheit met den vleysch d.s.
98 GHD die wi na souden gomen t.w.; A na s. ramen; B na s. beghynnen.
margenoot80-98
Lud. l.c. no 4:1) Venit Jesus ad Joannem... ut et ipsius praedicationem Joannes confirmaret... et baptismum Joannes approbaret, et ipsum a Deo ordinatum ostenderet... 2) ut contactu mundissimae suae carnis et corporis, aquas sanctificans, vim abluendi et regenerativam aquis conferret, et sanctificatas aquas baptizandis postmodum relinqueret. 3) Summa theol. III, qu. 39, a. l (c.): Quamvis ipse non esset peccator, tamen naturam suscepit peccatricem et similitudinem carnis peccati: propterea etsi pro se baptismate non indigebat... baptizatus est Christus ut totum veteranum Adam immergat aquae... Voluit facere quod faciendum omnibus imperavit. Et hoc est quod ipse dicit: Sic decet nos implere omnem justitiam (Matth. 3:15). Ut enim Ambrosius dicit: haec est justitia, ut quod alterum facere velis, prior ipse incipias et tuo alios horteris exemplo.
voetnoot84
wast wel noot gedaen: was 't wel noodig, nuttig.
voetnoot94
mer (om): slechts om.
voetnoot98
A ramen naast GHD gomen; beider bet.: letten op; zich voornemen; streven naar te beoefenen en na te volgen.
[tekstkritische noot]104 GHDA tot mi (Doe sprac Ihesus ontbr.). Vgl. Matth. 3:15.
108 GHB ghedoopt; DA dopet.
margenoot99
Matth. 3:13.
margenoot100
Joës. 1:33.
margenoot102
Matth. 3:14-16.
margenoot106-110
Luc. 3:21 (et orante) Hist. scol. (Migne, P.L. t. 198, col. 1555: et orante pro baptizandis, ut acciperent Spiritum sanctum... ecce aperti sunt coeli, id est inaestimabilis splendor factus est circa eum, ac si coelo aereo et sidereo reseratis, splendor coeli empyrei terris infunderetur.
voetnoot105
Ende aldus ... vervollen: aldus moet alles vervuld worden wat in Gods raadsbesluiten is vastgesteld.
voetnoot107
clam: steeg.
voetnoot109
scoen: stralend boven hem.
margenoot110
Marc. 1:10 vidit Spiritum sanctum tanquam columbam descendentem et manentem in ipso.
margenoot111
Et ecce vox de coelo dicens: Hic est etc.
margenoot116
Deze tekst Joës. 12:29 hoort niet bij Jezus' Doop.
margenoot117
Luc. 3:23.
margenoot119-140
Summa theol. III, qu. 39, a. 5 (c.): 1) Tertio, quia per baptismum Christi specialiter aperitur nobis introitus regni coelestis, qui primo homini praeclusus fuerat per peccatum. Unde baptizato Christo aperti sunt coeli, ut ostenderetur quod baptizatis patet via in coelum. 2) Secundo, operatur ad efficaciam baptismi fides Ecclesiae et ejus qui baptizatur, unde et baptizati fidem profitentur, et baptismus dicitur fidei sacramentum. Per fidem autem inspicimus coelestia, quae sensum et rationem humanam excedunt. Et ad hoc significandum Christo baptizato aperti sunt coeli. 3) Primo quidem principalis virtus ex qua baptismus habet efficaciam, quae quidem est virtus coelestis. Et ideo, baptizato Christo apertum est coelum, ut ostenderetur quod de caetero coelestis virtus baptismum sanctificaret.
[tekstkritische noot]128 A maken (die doep ontbr.) heilich.
139 B alst guet is te begripen ende te sinnen ontbr.
voetnoot126
die ghemeen love: het algemeen geloof.
voetnoot132
sacramenten: geheimen.
voetnoot134
die vorbaerste duecht: de voornaamste kracht, invloed.
voetnoot138
betoochnis: bewijs; - voortmeer: voortaan.
voetnoot140
sinnen: begrijpen, nagaan.
margenoot141-150
bron onbekend.
voetnoot144
vreemde: vijandig, van ons afgekeerd.
voetnoot147
doer syns verbiddens wil: door zijn smeeken. Deze lange voorzin, die wordt samengevat in: hierom om onser sekerheyt wil heeft dezelfde constructie, als 129-134.
[tekstkritische noot]148 A verbiddens wil (Hierom om onser sekerheit wil ontbr.); - GD ghetruwen.
159 G den vader (te horen ende die stemme te widighen verb. op rasuur) H den vader te horen ende te twidighen; D te widigen; A wygiden; B ende te w. ontbr.
161 GHB bede; DA bode.
163 B gave, ende seide aldus.
margenoot150-157
Summa theol. III, qu. 39, a. 8 (c.): Baptismus autem quo baptizantur fideles, consecratur in invocatione et virtute Trinitatis, secundum illud Matth. ult. 19: Euntes docete... etc. Et ideo in baptismo Christi, ut Hieronymus dicit, mysterium Trinitatis demonstratur. Dominus enim in natura humana baptizatur; Spiritus sanctus descendit in specie columbae; Patris vox testimonium Filio perhibentis auditur.
voetnoot151
in die dope, lees misschien: in die love: in het geloof.
margenoot157-164
bron onbekend.
voetnoot159
widigen, lees: twidigen (niet bij Verdam) mhd. gezwîdigen, in het oostmnl. twiden: toestaan, inwilligen, vooral: verhooren (een bede); Zie. cap. L., 38.
margenoot165-182
Summa theol. III, qu. 39, a 6. ad 4um: Primo propter dispositionem quae requiritur in baptizato, ut scilicet non fictus accedat... Columba enim est animal simplex, astutia et dolo carens. 2) Tertio... propter effectum baptismi qui est remissio peccatorum et reconciliatio ad Deum. Columba enim est animal mansuetum: et ideo in diluvio apparuit hoc animal, ramum ferens olivae. 3) Quarto... ad designandum communem effectum baptismi, qui est constructio ecclesiasticae unitatis... Columba est animal amicabile et gregale. Unde Cant. 6:8 dicitur de Ecclesia: Una est columba mea.
[tekstkritische noot]170 GHD duecht ende edele (B edelre) aert; A edele ontbr.
174 B tellich voerde v.o.
178 B draghet.
180 B ende mit groten hopen te samen v.
183 B die minnensprake.
voetnoot168
menschelike wesen: menschelijke aard (doen en laten).
voetnoot178
drecht op: steunt op.
voetnoot180
mit hopen: in groote menigte.
margenoot183-201
Comp. IV, c. 13: Per vocem Patris, quae audita est in baptismo Christi notantur quinque dignitates et excellentiae, ejusdem Domini nostri J.C. (1) Cum enim dicitur hic est, commendatur Christus a vera essentia qui solus Deus habere verum esse... (2) Cum dicitur meus, commendatur a substantiae indifferentia; dicitur enim meus, id est: mihi consubstantialis... (3) Cum dicitur Filius commendatur Christus a similitudinis paternae convenientia. Ex eo namque dicitur Filius quia sit ut ille... (4) Cum dicitur dilectus, commendatur ab amoris benevolentia... (5) Pater diligit Filium et omnia quae habet, dedit in manu ejus (6) Cum dicitur in quo mihi complacui, commendatur a speciale complacentia. Sed nota quod placitum est quieta voluntas: unde complacui, id est: cum Spiritu Sancto in Filio secundum naturam assumptam quievi. (Het zesde punt wijkt bij D.v.D. af van Comp. Zoowel B als D gewagen slechts van ‘vijf loveprijs’.
Ter verduidelijking van (3) leze men Summa theol. I, qu. 27. a. 2 (c.): processio Verbi in divinis habet rationem generationis. Procedit enim per modum intelligibilis actionis, quae est operatio vitae; et a principio conjuncto; et secundum rationem similitudinis, quia conceptio intellectus est similitudo rei intellectae, et in eadem natura, quia in Deo idem est intelligere et esse.
voetnoot183
die minnen sproke (niet bij Verdam): liefdevolle uitspraak.
[tekstkritische noot]184 GHDB vijf loveprijs dichtede; A ses loveprijs in dichtede.
185 B Gods weghen.
188 B sijnre edelheit ende aert g.g.
192 B want hi s.s. kint is.
198 B mede gheliker.
voetnoot187
van hairs selfs wesen dan G.a.: krachtens haar eigen wezen behalve God alleen.
voetnoot189
mit eyghenscap sijns wesens: met eigendom van zijn, (d.i. het goddelijk) wezen. Jezus is de Zoon Gods van nature, d.i. door zijn eeuwige geboorte uit den Vader, met Wien Hij één van wezen is.
voetnoot191
prijst hi en... kint is: prijst hij hem om de goddelijke wezens-gelijkheid van zijn vorm en aard, als hij zegt: zoon, want 't is zijn eigen kind. De drie personen der Allerh. Drievuldigheid zijn in werkelijkheid eenzelvig met het goddelijk Wezen; ze zijn dit Wezen.
voetnoot195
prijst hi en... bevelinge: prijst Hij hem om de getrouwe waarborg voor zijn opdracht (voor wat hem is toevertrouwd). Het lat. commendo: prisen bet. eigenl. aanbevelen.
voetnoot198
medeliker: volkomen gelijk.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken