Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wajono (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wajono
Afbeelding van WajonoToon afbeelding van titelpagina van Wajono

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.67 MB)

Scans (15.63 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wajono

(1969)–Thea Doelwijt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 52]
[p. 52]

[X]

Moesje Domijn slaakte een kreet van verrassing.

- Joyce! Bijna dacht ik dat je me vergeten was. Nooit kom je ons meer zien. Je ziet er goed uit, mi goedoe, je bent dik geworden.

Joyce stelde Wajono voor.

- Is dat je man?

- Nee, een vriend, zei Joyce, een beetje verlegen.

- Ga zitten, ga zitten.

Mervin was zijn huiswerk aan het maken, Florie zat bij de radio, de twee oudsten waren uit. - Ik weet niet eens waar ze zijn. Ze doen maar. Dansen, teenage, en laat thuis komen. Florie!!! Dat kind zit de hele dag in de radio. Florie, ga een soft kopen voor vrouw Joyce en haar vriend.

- Hoe gaat het, vroeg Joyce.

- Hoe zal het gaan. Altijd hetzelfde liedje, ik werk van vroeg tot laat en die kinderen waarderen het niet. Altijd ontevreden, altijd willen ze meer. Die jeugd van tegenwoordig is niet eenvoudig, hoor. In mijn tijd was dat anders.

Moesje Domijn had geen aanmoediging nodig om over vroeger te vertellen.

Ze was op plantage opgegroeid. Ze had het goed gehad, zei ze, al had ze altijd de handen uit de mouwen moeten steken. - Maar in mijn tijd was dat gewoon. Je gehoorzaamde je vader en moeder. Tegenwoordig zijn die kinderen zo vrijpostig. Ze willen niets voor je doen.

Ze zuchtte even.

Haar eerste liefde had moesje Domijn op de plantage beleefd. Daar had zij haar eerste kind gekregen, haar eerste teleurstelling ook. Haar man was op een dag opeens verdwenen, naar de stad vertrokken. Zonder haar.

- Als mijn ouders niet zo vroeg waren gestorven, was alles waarschijnlijk anders gegaan.

[pagina 53]
[p. 53]

Moesje Domijn was ook naar de stad gegaan. Ze had er al gauw een nieuwe lover gevonden. - Hij was een goede man, alleen had hij nog een andere vrouw en dat nam ik niet in die tijd. Ik was jong, ik was mooi, ik wilde niet op de tweede plaats komen. Het kon me niet schelen, dat ik zwanger van hem was, hij hoefde niet meer te komen.

Haar derde vriend gaf haar twee kinderen. Ze leefde vier jaar met hem. Toen ze over trouwen sprak, verdween hij uit haar leven.

- Toen had ik er wel genoeg van. Het valt niet mee om vier kinderen alleen op te voeden. Maar ik wilde geen man meer, ik had genoeg aan mijn kinderen. Maar ja, een vrouw is zwak en die mannen kunnen zo mooi smoezen. Je weet hoe het gaat.

Acht kinderen.

- Als God mij niet geholpen had...

 

God?

Welke God?

 

Een vliegtuig bromde tegen de hemel.

Joyce haalde haar schouders op. - Ik kan het niet uitleggen, ik weet het niet.

- Laat maar, zei Wajono, vertel wat meer over Moesje.

- Twee kinderen zijn in Holland. Die vragen soms of mama ze lekkers kan sturen, of geld.

Joyce dacht: Ik kan het niet mooier maken dan het is.

- Eén van de dochters is getrouwd, ik bedoel was getrouwd. Ze heeft vier kinderen, haar man is gaan leven met een andere vrouw; zij is zwanger van een andere man. Het kan haar niet schelen, zegt zij. En dan is er nog Wonnie, die woont apart, met haar zoontje, geen man.

[pagina 54]
[p. 54]

Joyce zweeg even. - Toch heeft Moesje ze allemaal een goede opleiding laten genieten. Ze heeft er echt hard voor gewerkt. Haar kinderen moesten het beter hebben. Ik weet niet waar het aan ligt. Of ik denk dat ik het weet, waarom alles mislukte. Kinderen moeten een voorbeeld hebben. Moeten zien wat een gezin is, een vader, een moeder. Maar als er geen vader is, steeds weer een andere vader is, als de moeder moet zwoegen om iedereen te eten te geven en bijna geen tijd voor ze heeft... Het is zo moeilijk allemaal.

Wat denkt Wajono, dacht Joyce.

- Het is niet overal zo, ging ze door. Er zijn gelukkig ook goede huwelijken, goede gezinnen. Maar de slechte tellen het zwaarst. Het ergste is, dat je geen verandering ziet. Tegenwoordig worden meisjes van vijftien, zestien al moeder. Of het niets is. Niemand schijnt ze iets te vertellen. Of ze willen niet luisteren. Of ze doen alleen maar na. Ik weet het niet, ik maak me er ook niet meer druk over.

- En jij, vroeg Wajono.

- Ik? Waarom wil je steeds iets over mij horen? Ik ben niet belangrijk, ik ben gids.

- Zeg toch iets, drong Wajono aan.

- Nou ja, ik ben conservatief opgevoed, ouderwets.

Verliefd, verloofd, getrouwd, zoiets. Als je van elkaar houdt, moet je trouwen. En dan kinderen krijgen. In ieder geval samen gaan leven voor het leven. Het hangt er van af in welk milieu, in welke omgeving je opgroeit. In Holland hebben de jongens, de mannen een beetje meer verantwoordelijkheidsgevoel dan hier. Er zijn ook meer wetten, regelingen. Een kind maken betekent trouwen of betalen. Dus kijken ze wel uit. De meisjes kijken ook wel uit. Ze willen trouwen of vrij zijn. Ik weet niet eens hoe het nu is. Tegenwoordig kun je heel gemakke-

[pagina 55]
[p. 55]

lijk liefhebben zonder kinderen. Er zijn pillen en zo.

- Heb jij liefgehad, vroeg Wajono aarzelend.

- Natuurlijk, zei Joyce lachend. Ik was vijf, toen ik mijn eerste vriendje had. Ik was zeventien, toen ik mannen ging sparen. Maar ik vond vriendschap altijd belangrijker dan liefde. Zoenen kun je altijd, vrijen, maar praten is iets anders. Enfin, het is allemaal niet zo belangrijk.

- Maar heb je een man gehad, wilde Wajono weten.

- Wat bedoel je met een man. Sommigen waren vrienden, sommigen waren meer. Nou ja. Goed, een tijdje geleden had ik een man, leefde ik met een man, maar het ging niet en nu leef ik alleen, met mijn werk, met mijn vrienden. En met jou...

En als ik nu niet oppas, ga ik flirten, dacht Joyce.

- Genoeg voor vandaag, zei ze resoluut.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken