Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Refreinenbundel (1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Refreinenbundel
Afbeelding van RefreinenbundelToon afbeelding van titelpagina van Refreinenbundel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.08 MB)

Scans (7.35 MB)

XML (0.94 MB)

tekstbestand






Editeur

C. Kruyskamp



Genre

poëzie

Subgenre

refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Refreinenbundel

(1940)–Jan van Doesborch–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Ga naar margenoot+ [XIII] Refreyn

 
SWijgen dat wert voort meer mijn spreken,
 
so dat ic in drucke mijn leuen moet leyen;
 
mijn troost is verkeert, mijn herts in brekinge,
 
moyte is mijn rust, mijn rust is pleyen, Ga naar eindvs. 4
5[regelnummer]
mijn vruecht is druck, mijn lachen is schreyen,
 
lieuer steruen dan deruen is mijnen cry.
 
onghenadighe fortune, v seg ic tfy
 
duert deruen der liefster, herder dan keyen,
 
gheen schoonder, playsanter, verre noch by.
10[regelnummer]
mocht ic int gebruycken van lieue wesen vry,
[pagina 34]
[p. 34]
 
so sou tdruckich herte wat sijn te vreden
 
dat metten sweerde des lidens is doorreden,
 
dies mi te seggen staet tallen hueren
 
in gehuchten, in dorpen ende in steden:
15[regelnummer]
sou ic niet trueren, ten mach mi niet gebueren.
 
 
 
Niet sonder haer, die int herte vercoren is,
 
want si vol alder duechden is blinckende.
 
al is dat minen arbeyt al verloren is,
 
therte vol trouwen ben ic haer schinckende,
20[regelnummer]
meer gallen dan honich in liefden drinckende,
 
wantet is een oneyntelike pine
 
Ga naar margenoot+ minnen ende niet ghemint te sine.
 
wanneer ic dit ben ouerdinckende,
 
dat ic moet deruen die rosemarine,
25[regelnummer]
den dranc van liefde smaect mi bitter as brine, Ga naar eindvs. 25
 
des mijn vruecht met drucke moet gequelt zijn;
 
mijn iuecht verdwijnt als rijsers die geschelt zijn, Ga naar eindvs. 27
 
vermanende noch in besloten mueren
 
dees keerne moet van mi dus gepelt sijn: Ga naar eindvs. 29
30[regelnummer]
sou ic niet trueren, ten mach mi niet gebueren.
 
 
 
Duer tderuen van lieue so ben ic clagende,
 
dies bloedighe traenkens mijn ooghen leken. Ga naar eindvs. 32
 
tderuen van lieue is mi mishagende,
 
dies wil mi van rouwe therte breken.
35[regelnummer]
duert deruen van lieue van weke tot weken
 
ga ic in drucke mijn leuen eruen, Ga naar eindvs. 36
 
dus moet ic baden in druckigen beken,
 
gheenen troost van haer mach ic verweruen.
 
liden en druc mijn herte duerkeruen,
40[regelnummer]
mijn sinnekens worden geheel ontpast, Ga naar eindvs. 40
 
nochtans sal ic altijt bliuen in trouwen vast
 
ghestadich sonder eenich sueren, Ga naar eindvs. 42
 
verdragende pacientelic desen last
 
Ga naar margenoot+ sou ic niet trueren, ten mach mi niet gebueren.
[pagina 35]
[p. 35]
 
Princesse
45[regelnummer]
M ijn alder vercorenste vrouwe,
 
A l en mach ic v nemmermeer comen omtrent
 
R eyn bloeme, ic v voor die liefste houwe.
 
G heen schoonder vrouwe is mi bekent,
 
A en v is mijn herte so vast gheprent, Ga naar eindvs. 49
50[regelnummer]
R ustende so onder v liefde machtich,
 
I n liefden ghetrouwe bliuic waerachtich,
 
T hoont v genade, v liefde te miwaert went,
 
A ltijt vindi mijn liefde crachtich;
 
al ist dat ic nv moet vallen clachtich
55[regelnummer]
duert deruen mijns liefs, dat moet sijn bequolen, Ga naar eindvs. 55
 
suchten en weenen wert mi beuolen,
 
van drucke so moet ic mijn herte schueren;
 
dus scriuic hem die comen tot Venus scholen:
 
sou ic niet trueren, ten mach mi niet gebueren.

margenoot+
[f. 25 r°]
eindvs. 4
pleyen: tobben, zwoegen (Ndl. Wdb. XII, 2512).
margenoot+
[f. 25 v°]
eindvs. 25
bitter als brine: thans spreekt men alleen van ‘zout als brijn’; vgl. Ndl. Wdb. III, 1360 vg., en zie nog XIV, 30 en XV, 13.
eindvs. 27
verdwijnt: verwelkt. - rijsers: meerv. van rijs, tak; vgl. voor de beeldspraak ABN. IX, b, 13/14: ‘Als boomen gepeldt, vander schorsen onscheldt, Moet mijn vruecht verdooren’.
eindvs. 29
keerne: pit, vrucht.
eindvs. 32
leken: in het Mnl. soms ook transitief.
eindvs. 36
eruen: doorbrengen.
eindvs. 40
ontpast: ontsteld, ontzet, in de war gebracht; vgl. II, 56.
eindvs. 42
sonder... sueren: zonder dat het mij te veel wordt.
margenoot+
[f. 26 r°]
eindvs. 49
gheprent: gehecht.
eindvs. 55
bequolen: bejammerd.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken