Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Refreinenbundel (1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Refreinenbundel
Afbeelding van RefreinenbundelToon afbeelding van titelpagina van Refreinenbundel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.08 MB)

Scans (7.35 MB)

XML (0.94 MB)

tekstbestand






Editeur

C. Kruyskamp



Genre

poëzie

Subgenre

refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Refreinenbundel

(1940)–Jan van Doesborch–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 150]
[p. 150]

[Refreynen in 't wijs]

Ga naar margenoot+ Refreynen Ga naar voetnoot1)

Ende Balladen int wijs. ende van sin
nen. met veel schoone onder wisingen
ende leeringen

[houtsnede]

 

Ga naar margenoot+ [houtsnede]

[LXXXI]

Peyst wat den tijt es wanneer hi leden es

Refreyn

 
OSondich saet, Adams broetsele,
 
Die vroech noch laet en hebt beuroetsele Ga naar eindvs. 2
 
Maer neemt v voetsele int sondich belijt,
 
Dijn oogen slaet, twort v een boetsele,
5[regelnummer]
Tot gods raet inder duecht versoetsele,
 
Deewich behoetsele v dan beurijt.
 
Denct waen ghi quaemt, wie ghi sijt;
 
Al mach v profijt oft vruecht om ringen, Ga naar eindvs. 8
 
Wi en hebben hier gheenen vasten tijt,
10[regelnummer]
Ga naar margenoot+ Dach noch respijt dan na gods gehingen.
 
Dus laet berou int herte dringen,
 
Wilt biechte voortbringen soot wel in seden es,
 
So muechdi sviants listen ontspringen,
 
Ende wildi v metten inghelen mingen
15[regelnummer]
Peyst wat den tijt es wanneer hi leden es.
 
 
 
Peyst om die dagen voor ghepasseert
 
Die om tbehagen v net palleert Ga naar eindvs. 17
 
En meest regneert na ghelt en goet. Ga naar eindvs. 18
[pagina 151]
[p. 151]
 
Ghi muecht wel clagen die dus glorieert,
20[regelnummer]
Int druckich knagen wort ghi gepuneert
 
Oft accordeert inder duechden vloet.
 
Denct om die arm siel wat ghi doet
 
Diet namaels moet al heel betalen,
 
Denct die vier wterste, weest wijs en vroet, Ga naar eindvs. 24
25[regelnummer]
Twort v behoet der helscher qualen;
 
Laet gods passie int herte dalen.
 
Dijn vruecht sal smalen die vol wreetheden es,
 
Emmer wildi v siele in vruechden palen Ga naar eindvs. 28
 
So moetti v sonden dick ouerhalen; Ga naar eindvs. 29
30[regelnummer]
Peyst wat den tijt es wanneer hi leden es.
 
 
 
Voort ouerdinct wel uwen last;
 
Ga naar margenoot+ Die siele crinct, v sonde wast,
 
Een yegelijck tast met hoopen groot, Ga naar eindvs. 33
 
Men danst, men springt, men hoeft, men brast,
35[regelnummer]
Men clinct, men singt met vruechden vast,
 
Niemant en past op dhuere der doot.
 
Nochtan moet elck inder laetster noot
 
Tdeerlijc exploot des lichaems ontfaen;
 
Als dan ten eynde gherolt is den cloot
40[regelnummer]
Dan roeptmer bloot alle santen aen.
 
O menschen twaer beter in tijts ghedaen,
 
Dus betert v saen die hier beneden es,
 
Wildi in state van gracien staen
 
Ende namaels gods rijcke ontfaen,
45[regelnummer]
Peyst wat den tijt es wanneer hi leden es.
 
 
 
Prince
 
Prince, men mocht v de duecht niet ontpluken
[pagina 152]
[p. 152]
 
Des tijts. dien hier in duechden gebruycken
 
Die mogen gheraken daert vol vreden es;
 
Maer die hier int sondich leuen duycken
50[regelnummer]
En achten den tijt niet, mer in sonden beluycken:
 
Denct wat den tijt es wanneer hi leden es.

Ga naar margenoot+ [houtsnede]

margenoot+
[f. 113 r°]
voetnoot1)
In houtsnede
margenoot+
[f. 113 v°]
[tekstkritische noot]5. duecht, TE.: deuchden; versoetsele, S.: veroetsele.
7. waen, TE.: waer; HA.: van waer.
eindvs. 2
beuroetsele: inzicht, verstand.
eindvs. 8
vruecht: fragm. druk 1548 heeft duecht.
margenoot+
[f. 114 r°]
eindvs. 17
palleert: optooit.
eindvs. 18
regneert na: zich richt -, afgaat op.
[tekstkritische noot]22. arm, TE.: arme.
27. die (S.), v. D.: dine; wreeth., HA.: boosheden.
30. Peyst, S.: en peijst.
35. clinct, S.: drinct.
37. Nochtan, TE.: Nochtans.
40. bloot alle santen, HA.: Godt om ghenade.
41. menschen, S.: mensche.
46. Prince(2) ontbr. bij S. en TE.
eindvs. 24
die vier wterste: nl. de dood, het oordeel, de hel en de hemel. Er bestaat een volksboek De vier Vtersten (Antw., Vorsterman, 1511); De Roovere behandelt dit thema onder den titel ‘Een goet vermaen’ (W erken, 38 vg.). Zie ook CI, 54.
eindvs. 28
in vruechden palen: in de (hemelsche) vreugde bevestigen.
eindvs. 29
ouerhalen: overpeinzen.
margenoot+
[f. 114 v°]
eindvs. 33
tast, van tassen: opstapelen, bijeengaren.
[tekstkritische noot]47. dien, S.: die hem.
margenoot+
[f. 115 r°]

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken