Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Refreinenbundel (1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Refreinenbundel
Afbeelding van RefreinenbundelToon afbeelding van titelpagina van Refreinenbundel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.08 MB)

Scans (7.35 MB)

XML (0.94 MB)

tekstbestand






Editeur

C. Kruyskamp



Genre

poëzie

Subgenre

refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Refreinenbundel

(1940)–Jan van Doesborch–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[XCVII]

Al en geeft god geen gelt hi sent wel zijn ware

Refreyn

 
DE here die ons vander eerden gewrocht heeft
 
Ga naar margenoot+ Ende met sijnen bloede ons gecocht heeft,
 
Want sijn gereet gelt dat was seer dinne,
 
Bedinct v ghi sonders die in zonden socht leeft,
5[regelnummer]
Merct hoe ons god tzijnder glorien gebrocht heeft
 
Daer hem toe dwanc natuerlijcke minne.
 
Al sijn wi dwasen so gheck van sinne,
 
Seggende, god is ons sijn rijcke sculdich,
 
Hi heeft ons gecocht, dats tgeen dat ic kinne,
10[regelnummer]
Op dat wi hem met herten sijn ghehuldich
 
Ende dat wi in allen lijden bliuen verduldich
 
Van dat hi ons toesendt hier en dare.
 
Gods gracie en is niemant ouertuldich Ga naar eindvs. 13
 
Mer sijn betalinge is menichfuldich:
15[regelnummer]
Al en geeft god geen gelt hi sent wel zijn ware.
 
 
 
Ghi versteende herten die onuersaecht zijt
 
Der wraken gods, hoe dic ghi ghedaecht zijt,
 
Bliuende vast in haer sondich leuen,
 
Slachten den sculdener die daer beclaecht zijn,
[pagina 179]
[p. 179]
20[regelnummer]
Seggende: geeft mi dach here, maecht sijn, Ga naar eindvs. 20
 
Want ic hebbe seer luttel gelts om geuen.
 
Ghi sijt mi ouer menich iaer sculdich bleuen,
 
Wildi noch altoos van mi dach hebben;
 
Ga naar margenoot+ V goet dat heb ick dobbel bescreuen,
25[regelnummer]
Betaelt of ghi sult int ende beclach hebben.
 
Eylacen, tgelt is cleyne dat ick mach hebben
 
Om v te betaelne, geseyt int clare.
 
Geeft wat in mindernisse, ghi sult verdrach hebben Ga naar eindvs. 28
 
Ende drinct met god, ghi sult goet gelach hebben;
30[regelnummer]
Al en geeft god geen gelt hi sent wel zijn ware.
 
 
 
Dus die gods wrake in danck ontfaet
 
Verduldich te wesen sonder te spreken quaet
 
Bliuende op sint Iobs woorden alteenen.
 
Ic seg, ic en doets gode gheen verlaet, Ga naar eindvs. 34
35[regelnummer]
Want het claerlic ende wel bescreuen staet,
 
Hi sal ons sijn rijcke daer vooren verleenen.
 
Laet ons dan onse sonden beweenen
 
Die wi gedaen hebben van iongen kinde,
 
Wi sullen den viant daer mede verbeenen Ga naar eindvs. 39
40[regelnummer]
Ende schuwen daer bi die helsche allinde.
 
Ghenen beteren raet ic dan en vinde
 
Dan biechte, berou, en penitencie sware.
 
God gaf, god nam, was sint Iobs legende
 
Als hi hem seluen naect ende goedeloos bekende;
45[regelnummer]
Al en geeft god geen gelt hi sent wel zijn ware.
 
 
 
Ga naar margenoot+ Prince
 
Prince, men vinter verstaget bediet, Ga naar eindvs. 46
 
Wanneer hem god toesendt eenich verdriet,
 
Dan sweerense menigen swaren eet,
 
Seggende, ic heb lieuer dat ghi mi verbiet
50[regelnummer]
V glorie heere ende en moeyt mi niet,
[pagina 180]
[p. 180]
 
Want ic en can niet wel verdragen v leet.
 
Dan vermanense gods passie, zijn bloet, zijn sweet Ga naar eindvs. 52
 
Ende sijn martelie van iare te iare.
 
Al en is god ter stont niet te wreet,
55[regelnummer]
Hi cant wel onthouwen, verstaet tbescheet:
 
Al en geeft god geen gelt hi sent wel zijn ware.
margenoot+
[f. 136 v°]
eindvs. 13
ouertuldich: overtollig.
[tekstkritische noot]20. geeft, HA.: vergeeft.
eindvs. 20
geeft mi dach: stel mij een bepaalden dag om te betalen, geef mij uitstel; vgl. CXLV, 45.
margenoot+
[f. 137 r°]
eindvs. 28
verdrach: kwijtschelding.
eindvs. 34
doets ... verlaet: weiger.
eindvs. 39
verbeenen: verschalken.
margenoot+
[f. 137 v°]
eindvs. 46
verstaget bediet: hoor wat ik u zeg (stoplap).
eindvs. 52
vermanense: herinneren ze aan.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken