Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Refreinenbundel (1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Refreinenbundel
Afbeelding van RefreinenbundelToon afbeelding van titelpagina van Refreinenbundel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.08 MB)

Scans (7.35 MB)

XML (0.94 MB)

tekstbestand






Editeur

C. Kruyskamp



Genre

poëzie

Subgenre

refreinen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Refreinenbundel

(1940)–Jan van Doesborch–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 228]
[p. 228]

[Refreynen in 't sot]

Ga naar margenoot+ Refreynen Ga naar voetnoot1)

Int sot / om ghenuecht te verwecken / ende swa
richeyt en melancolie te verdriuen.

[houtsnede]

 

Ga naar margenoot+ [twee houtsneden naast elkaar]

[CXXVII]

Eest gelogen ist waer, si sagent nochtans

 
HET saten eens drie en studeerden
 
Van wonderlike dingen dat si sagen,
 
Waer om dat si langen tijt argueerden
 
Om dat sijs niet wel na haer behagen
5[regelnummer]
Gesien en consten, mer si gingen vragen
 
Ga naar margenoot+ Malcanderen wat dinc hem dochte elc na zijn beste.
 
Deen seyde, het was een gans met sijnder cragen Ga naar eindvs. 7
 
Want icse sach vliegen wt haren neste
 
Daer ict door mijnen bril sach int weste
10[regelnummer]
Van Liere, oft van Duffel, oft daer ontrent.
 
Doe began die tweeste te spreken een reste Ga naar eindvs. 11
 
En seyde, tis een walvisch, hi is mi bekent.
 
Tis enen stier, sprac die derde, hi comt van Gent,
 
Want hem dochte dat hijt wel wiste bicans.
15[regelnummer]
Eest gelogen ist waer, si sagent nochtans.
 
 
 
Dese varre was wonderlike groot so ic wane
 
Want hi had gerne te Mechelen geweest binnen,
 
Hi nam sijn vlucht tot aen die mane
 
Daer hi niet aen en coste na mijn versinnen.
20[regelnummer]
Voorts vlooch hi wech en begonste te rinnen
 
Om na die stadt te comen so mi dochte
 
En quam te battel sijn beuaert doen wt minnen, Ga naar eindvs. 22
[pagina 229]
[p. 229]
 
Daer si hem gauen spise en dranc al dat hi mochte;
 
Hi attet teenenmaal oppe dat si hem brochte
25[regelnummer]
Want hi niet gheten hadde in vierthien weeken.
 
Grote practijcken en listen hi sochte
 
Om door die poorte te comen sonder breken,
 
. . . . . . . . . . . . . . .
 
Ga naar margenoot+ Mer de porte bleef hem op den rugge nochtans
30[regelnummer]
Eest gelogen, ist waer, si sagent nochtans.
 
 
 
Doen dese varre te Mechelen was comen,
 
So begonst hi alte veruaerlic te hulen
 
So dattet volc gestoort was van daer tot romen,
 
Men wist niet watter vlooch metten wlen. Ga naar eindvs. 34
35[regelnummer]
Tvolck liep op den toren en stieten hem bulen
 
So datter een groot rumoer in de stadt was
 
Vanden volcke datter al wech ginc drulen Ga naar eindvs. 37
 
En liepen so seere tot dat elck mat was.
 
Tantwerpen die wachter ooc int gat was Ga naar eindvs. 39
40[regelnummer]
Die daer op die kerck leyt auont ende noene;
 
Om dattet volc so liep ende beclat was Ga naar eindvs. 41
 
So blies hi alarm, ende riep seer groene: Ga naar eindvs. 42
 
Al verraden, al verraden, elc maeck hem coene;
 
Som liepense nader kercken van sint Ians.
45[regelnummer]
Eest gelogen, ist waer, si sagent nochtans.
 
 
 
Prince
 
Die stier en dorst ouer die brugge niet gaen
 
Om datse niet sterck genoech was van metselrijen,
 
So heeft hi daer een lange pese gestaen
 
Dat hem sijn water van achter wt most rijen; Ga naar eindvs. 49
50[regelnummer]
Ga naar margenoot+ Al tvolck datter achter stont ende besijen
 
Hadden anxt voor verdrincken oft versmachten,
 
So veel waters liep hem af doen ten tijen.
 
Doe quamen de blinden ghelopen met machten
 
En begonsten te maken kulen en grachten
55[regelnummer]
Om hem properlic daer in te crijgen,
[pagina 230]
[p. 230]
 
Dus haddense hem gerne geuangen bi nachten.
 
Doe die var dat sach begonst hi te swigen
 
En vlooch wech sonder saen te mijgen; Ga naar eindvs. 58
 
Dat sagen dees blinden, dees eerlicke mans,
60[regelnummer]
Eest gelogen, ist waer, si sagent nochtans.

margenoot+
[f. 177 r°]
voetnoot1)
in houtsnede, in rood.
margenoot+
[f. 177 v°]
margenoot+
[f. 178 r°]
eindvs. 7
cragen: (langen) hals.
eindvs. 11
een reste: een poosje; vgl. CXXXIX, 17.
eindvs. 22
battel: gehuct bij Mechelen (Jourdainv. Stalle, Dict. de Géogr. Hist.).
margenoot+
[f. 178 v°]
eindvs. 34
watter vlooch meeten wlen: wat er aan de hand was. De uil vliegt in het donker; de uitdrukking kan dus gebezigd worden voor al wat geheimzinnig is of in het verborgen geschiedt; o.a. wordt zij toegepast op het minnespel; vgl. S. CXXVI, 4. Een derg. zegsw. is ‘den huyben zien vliegen’, weten wat er aan de hand is (Ndl. Wdb. VI, 1209).
eindvs. 37
drulen: wegschuilen.
eindvs. 39
int gat: op den uitkijk (?).
eindvs. 41
beclat: wsch. loopt de dichter hier vooruit op hetgeen in de volgende strophe (vs. 48 vg.) verhaald wordt.
eindvs. 42
groene: vervaard (?).
eindvs. 49
rijen: voor riden?
margenoot+
[f. 179 r°]
eindvs. 58
mijgen: wateren.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken