Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dagen van honger en ellende (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dagen van honger en ellende
Afbeelding van Dagen van honger en ellendeToon afbeelding van titelpagina van Dagen van honger en ellende

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.66 MB)

Scans (5.04 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Vertaler

Anna van Gogh-Kaulbach



Genre

proza

Subgenre

roman
vertaling: Frans / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dagen van honger en ellende

(1915)–Neel Doff–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

Een visioen

Het sneeuwt; ik ben verkouden; op het plein maken de jongens glijbaantjes. Ik leun met mijn ellebogen op de vensterbank en kijk naar de drukte op de sneeuw. Wat zijn die kinderen vlug en lenig! Grooten en kleinen geven zich aan het spel; ze glijden, ze botsen tegen elkander; ze vallen op en over elkaar.

Daar gaat een jongen in lompen, vuil, met warrelige haren en te groote klompen, zijn kousen vol gaten, de knieën door zijn broek, 't achterdeel van zijn broek in flarden; zijn gezicht is bol-bleek, maar zijn lichaam vlug en gespierd. Al van verre neemt hij zijn vaart en glijdt wel twaalf meter voort. In dien niet te stuiten vaart, sleept hij anderen mee, gooit ze om op zijn weg. Niemand heeft zich bezeerd. Toch worden ze allemaal boos; ze staan op en vallen den kleinen jongen aan; hij is immers vlugger dan zij en vuil en vol ongedierte. Zij trekken hem buiten de glijbaan, rollen hem in de sneeuw, stompen hem en gooien hem met den mond tegen het trottoir. De jongen staat op, tracht zich te verdedigen, den arm als een schild vóór zijn gezicht; maar hij is alleen. Erbarmelijk huilend van woede en verdriet, gaat hij weg.

Zóó kwam, toen wij klein waren, mijn broer Kees altijd bij ons terug. Die gevoelige Kees! hij had prachtige tranen, groot en doorschijnend als dauwdroppels.

[pagina 2]
[p. 2]

Terwijl ik mij van het raam afwendde, zag ik mijn gezicht in het spionnetje. Mijn mond was samengetrokken, mijn oogen nat van tranen; ik had één van de smartelijke tooneelen uit onze ongelukkige jeugd weer doorleefd.

Al die tooneelen, waaruit wij gehoond en mishandeld achter bleven, kwamen voort uit onze armoede, want als 't een pretje geldt, worden altijd de haveloozen afgerost.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken