Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dagen van honger en ellende (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dagen van honger en ellende
Afbeelding van Dagen van honger en ellendeToon afbeelding van titelpagina van Dagen van honger en ellende

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.66 MB)

Scans (5.04 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Vertaler

Anna van Gogh-Kaulbach



Genre

proza

Subgenre

roman
vertaling: Frans / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dagen van honger en ellende

(1915)–Neel Doff–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 38]
[p. 38]

‘Ik hoor de vlooien loopen’

Wij bewoonden één kamer in een onoogelijk slop van Amsterdam.

De zon drong er nooit in door; in den winter hing er een vochtige, ijzige kou en in den zomer werden we ziek door de klamme hitte. Er was niets dan een bedsteê, een eind van den grond af, zooals in een visscherschuit en in tweeën verdeeld, als een kast met planken.

Onze ouders sliepen in de onderste afdeeling; eenige kinderen in de bovenste, de overigen op een stroozak op den grond. In een hoek een ton, die de heele familie tot privaat diende, in een andere een hoop vuile luiers en verder al de stukken en brokken van een armoedige huishouding.

De lucht van vaders pijp en de uitwasemingen van tien arme menschen maakten de atmosfeer ondragelijk van benauwdheid.

Op een verschrikkelijk warmen nacht lag ik met drie van onze kinderen in de bovenste krib. Zij sliepen; ik kon niet; ik keerde mij al woelend om en om. Wij lagen op zakken van grof linnen, gevuld met haverdoppen, die tot poeder vergaan en doortrokken van kinder-urine, tot een vieze prikkelende massa waren geworden. Het linnen schuurde en brandde mijn huid; de vlooien plaagden mij verschrikkelijk; ik stikte bijna en kreeg oorsuizingen, waardoor ik mij allerlei dingen begon te verbeelden. Ik riep zachtjes aan

[pagina 39]
[p. 39]

moeder en zei, dat ik niet kon slapen, omdat ik de vlooien hoorde loopen.

‘Hoor je de vlooien loopen? Hè, wat een kinderachtig schepsel! Moet je mij daarvoor wakker maken? je zult je mond houden, niet? Ik ben doodop en wil slapen.’

Ik zweeg, maar werd hoe langer hoe onrustiger. Toen ik het niet meer uit kon houden, liet ik mij met behulp van het touw naar beneden zakken, kleedde mij aan en ging naar buiten.

Het kon vier uur in den morgen zijn. Er was niemand op straat, behalve de porders: dat waren menschen, die voor vijf cent in de week de arbeiders wekten en daarbij een leven maakten, dat de heele buurt er van opschrikte. Behalve zij niemand; alle winkels van den Nieuwendijk gesloten; overal rust; o! wat deed dat mij goed!

Ik ging naar den Hoogen Dijk, die naar het IJ liep.

De Hooge Dijk was mijn lievelingswandeling; ik spijbelde er dikwijls met mijn zusje Naatje. Aan beide kanten klotste het IJ tegen de oevers; je vond er schelpen; wat verder was een oase van boomen en een grasveld met bloemen.

Toen ik bij den dijk kwam, gaven de frissche, ruime lucht en de morgenkoelte mij zoo'n gevoel van verlichting, dat ik al juichend lucht hapte; ik lichtte mijn armen op en spreidde mijn vingers uit, om beter te voelen, hoe de wind over mijn brandende huid streek.

Zoo bleef ik langen tijd genieten en wandelde toen verder om bloemen te plukken.

Toen ik onder de boomes kwam, zag ik met verwondering, dat de paardebloemen en madeliefjes in het gras gesloten waren. Ik had 's nachts nooit

[pagina 40]
[p. 40]

bloemen gezien en kende dit wonder niet; ik was zoo verbaasd, dat iets als wantrouwen in mij opkwam en ik er geen één plukte, maar op een bank ging zitten.

Er was hier een timmerwerf, waar mannen aan het werk waren; één van hen kwam naast me zitten en zei:

‘Wel, wel, groote meid, ben jij al buiten? en waar ga je zoo naar toe?’

Ik antwoordde, dat ik niet kon slapen en daarom maar naar buiten was gegaan, maar ik paste wel op, over de vlooien te spreken. Toen vroeg ik, waarom de paardebloemen en de madeliefjes gesloten waren.

‘God, wat 'n engel! Die slapen, liefje, die slapen.’

Terwijl hij dit zei, tilde hij me op en zette me ruiter te paard op zijn knieën. Ik zat er nauwelijks, toen ik een stomp voelde en in het gras werd gesmeten; een man sprong den kerel naast me naar de keel en schreeuwde hem in 't gezicht:

‘Gemeene sodemieterf je hebt al in de gevangenis gezeten voor 't anranden van kleine meisjes; je bent er pas uit of je begint alweer! En jij, wat doe je buiten om dezen tijd? Maak, dat je wegkomt!’

Ik liet 't mij geen tweemaal zeggen. Ik liep wat ik loopen kon en kwam buiten adem thuis, waar ik als een wervelwind binnen stoof. Moeder werd met schrik wakker.

‘Wat is er? Wat is er?’ riep ze.

Ik was erg bang geweest, maar gaf mij geen rekenschap van het gevaar, waaraan ik ontsnapt was. In plaats van het gebeurde te vertellen, zei ik:

‘Moeder, weet u waarom de paardebloemen en de

[pagina 41]
[p. 41]

madeliefjes 's nachts dicht zijn? Ze slapen, net als wij.’

‘Wat? Wat vertel je? Ben je buiten geweest?’

‘Ja, ik ben naar den Hoogen Dijk geweest om op te frisschen en bloemen te zoeken, maar ze slapen’.

‘Hèl wat 'n kinderachtig schepsel! Eerst hoort ze de vlooien loopen en nou slapen de paardebloemen weer! Maar met dat al maak je mij elk oogenblik wakker en ik ben doodop! doodop! Vooruit! ga naar je bed en slapen!’

Ik dacht er niet aan en toen mijn arme moeder weer insliep, ging ik zachtjes naar buiten in het slop, en begon te bikkelen op den steen van de zinkput.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken