Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dagen van honger en ellende (1915)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dagen van honger en ellende
Afbeelding van Dagen van honger en ellendeToon afbeelding van titelpagina van Dagen van honger en ellende

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.66 MB)

Scans (5.04 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Vertaler

Anna van Gogh-Kaulbach



Genre

proza

Subgenre

roman
vertaling: Frans / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dagen van honger en ellende

(1915)–Neel Doff–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 141]
[p. 141]

Klaasje veroordeeld

De deur vliegt met groot lawaai open; een man komt binnen en trekt Klaasje bij zijn arm mee.

‘Is dat uw jongen? Hij heeft een winkelruit bij me gebroken. Als u vier en twintig francs wilt betalen is 't goed; anders geef ik 't aan.’

‘Vier en twintig francs?’ zei moeder op gelaten toon.

‘Onmogelijk man, dat kan ik niet betalen.’

‘Zooals u wilt,’ zei hij.

En ging heen.

‘Hoe is dat gebeurd?’ vroegen we aan Klaasje.

‘We speelden orkestje van de burgerwacht op de ruit van een leeg huis. Ik had de groote trom en toen ik boem-boem deed, ging mijn vuist door de ruit. We liepen hard weg, maar mijn bloote voet stootte tegen een steen en toen kon die man me krijgen.’

Moeder dacht, dat 't wel zoo'n vaart niet zou loopen. Een kind van negen jaar wordt toch niet veroordeeld!

‘Ik denk, dat 't op vader neer zal komen, als de zaak vervolgd wordt,’ zei ik.

We dachten er al niet meer aan, toen wij een dagvaarding kregen: Klaasje Oldema moest voor den rechter verschijnen.

‘Kom, 't is onmogelijk, dat dat voor die kleine jongen is; 't zal voor vader zijn. Waar kan vader wezen? We zien hem nooit meer.’

[pagina 142]
[p. 142]

‘Weet ik 't? Hij zwerft rond; dat vindt hij wèl zoo prettig als voor vrouw en kinderen te zorgen.’

‘Toch moeten we hem vinden; hij moet met Klaasje meegaan.’

Moeder haalde de schouders op.

‘U schijnt 't u niet erg aan te trekken! Vindt u 't zoo eenvoudig, dat dat kleine kind voor de rechtbank moet komen?’

‘Wat zal ik er aan doen? Och! en een kind wordt toch niet veroordeeld.’

Daar waren we van overtuigd.

Toen wij op den dag van de rechtszitting vader nog niet gevonden hadden, zei ik aan moeder, met 't kind mee te gaan; maar haar onverschillige gezicht maakte mij ongerust.

‘Luister moeder, als u niet wilt, ga ik met hem mee. Maar als ik dan mijn werk kwijt ben, is 't uw schuld!’

Ik had sinds twee maanden heerlijk werk gevonden bij een antiquair: oude borduursels moesten overgebracht worden op een nieuw fond. Ik was dol op dat mooie werk en de antiquair had zelfs eens het fond gekozen, dat ik 't mooiste vond.

't Waren rose tulpen en mauve irissen, die nieuw opgezet moesten worden; de antiquair en zijn vrouw wilden ze op flesch-groen fluweel overbrengen. Daar ik naar een lap zwavelgele moireé keek, vroeg hij:

‘En jij kleintje, welk fond zou jij nemen?’

Ik wees op 't moireé. Hij legde er de bloemen op en zei: ‘Ze heeft gelijk, 't is voornamer en lichter.’

Ik vond 't dus heerlijk, in die mooie dingen te mogen werken en werd behoorlijk betaald.

‘Nee! nee!’ sprak moeder tegen, ‘je werk mag je er niet voor in den steek laten; ik zal gaan.’

[pagina 143]
[p. 143]

‘Stellig?’

‘Stellig.’

Dus ging ik gerust naar mijn werk. Toen ik 's avonds terug kwam, wierp Klaasje zich in mijn armen, snikkend:

‘Ik moet in de gevangenis! In de gevangenis! Acht dagen!’

‘Wat? in de gevangenis? en heeft u daar niets aan kunnen doen, moeder?’

Zij knipte met haar oogen, maar gaf geen antwoord.

‘Ze is niet gekomen,’ fluisterde 't kind.

‘O! afschuwelijk mensch! jij bent ons ongeluk! Vooruit, ga vader opzoeken en gaan jullie samen maar weg; ik zal wel voor de kinderen zorgen. Door u zitten we vast; door u kan ik niets voor ze doen. Als u weg bent, heb ik m'n handen vrij en dan zal ik iets beters van ze maken. Ga weg, toe, ik bid er u om.’

Ze zei: ‘Hm.... hm...’ op minachtenden toon.

Eenige dagen later moest Klaasje, dat ventje, zoo fijn en teer als een hagedis, zich aanmelden aan de gevangenis ‘Petits Carmes’. Ditmaal ging ik met hem mee. Ik dacht een goed woordje voor hem te kunnen doen, maar de portier nam hem bij de deur in ontvangst en viel me ruw in de rede:

‘Jawel, dat kennen we! in de gevangenis zijn niets als onschuldigen.’

Het werd voor mij een week vol kwelling. Ik bleef hard tegen moeder; zij gaf geen antwoord, maar het trillen van haar wenkbrauwen verried haar ontroering.

Toen Klaasje terugkwam, vertelde hij ons, hoe hij die acht dagen had doorgebracht tusschen kleine veroordeelden van allerlei soort. Hij zag er bleek en

[pagina 144]
[p. 144]

vervallen uit als een kleine vagebond; zijn kastanjebruine krullen wemelden van ongedierte.

‘Kom, ik zal je wasschen.’

Ik nam mijn eigen stuk zeep en mijn kam en begon zijn hoofd te reinigen. Hij liet 't willig toe, maar toen ik hem wou uitkleeden, spartelde hij tegen; dat duurde te lang.

‘En dan -’ zei hij en keek me met een brutaal gezicht aan, ‘jij kent dat niet, hè?’

Hij maakte gebaar van iets te stelen en in zijn zak te laten glijden.

‘Wat?’ vroeg ik verwonderd.

Hij trok zich los, sprong naar de deur, sloeg zich op de dijen, maakte met zijn omgekeerde hand een gemeen gebaar en joelde onder 't wegloopen: ‘Dat's voor jou!’

‘Klaasje! Klaasje!’ zei ik nog eens. ‘Moeder, kijk toch eens, hij heeft al gemeene manieren gekregen!’

‘Natuurlijk maak jij er weer een drukte over of hij schurft heeft meegebracht. Jij verveelt ons allemaal met je eeuwige fitterijen. Hij heeft luizen, nou ja, wat zou dat? Kinderen moeten luizen hebben; dat's een teeken van gezondheid!’

Een tijd later, toen ik geen werk meer had, lag ik alleen thuis op mijn canapé, verdiept in sombere droomerijen, toen de deur openvloog. Klaasje kwam binnen, gooide zich op den grond en kroop onder de canapé, achter hem aan kwam een woedende vrouw binnen.

‘Hij heeft de meerschuimen pijp van mijn man gestolen,’ raasde ze. ‘Hij is bij mij thuis met mijn kinderen komen spelen; de pijp, een pijp van zes francs, lag op den schoorsteen. En toen die deugniet

[pagina 145]
[p. 145]

weg was, was de pijp verdwenen; hij moet hem bij zich hebben. Ze zeggen, dat hij ook al in de gevangenis heeft gezeten; als ik 't geweten had, had ik hem niet met mijn kinderen laten spelen.’

‘Hij is veroordeeld, omdat hij een ruit had gebroken,’ protesteerde ik; ‘niet voor diefstal; hij steelt niet: u mag zelf zijn zakken navoelen.’

Ik trok Klaasje van onder de canapé te voorschijn en trok zijn kiel uit, die ik de vrouw toegooide. Zij voelde er in: niets. Ik trok zijn broek uit en smeet die naar de vrouw toe. Toen de broek op den grond viel gaf hij een doffen klank. Wij sprongen allebei op en voelden er in.

In het achterdeel, dat ik sterker had gemaakt door er een stuk tegen te zetten, zat de pijp tusschen de stof en het andere stuk; de bovenkant was juist ver genoeg losgetornd om er één of ander voorwerp tusschen te laten glijden.

Klaasje was weer onder de canapé gevlucht. De vrouw wilde schreeuwen, maar mijn gezicht scheen haar angstig te maken; want zij liep zoo gauw mogelijk weg; beneden aan de trap stelde zij zich schadeloos, door uit te brullen, dat zulk dievenpak weggejaagd moest worden.

Ik was als verstompt en verdoofd; koortsrillingen stegen op langs mijn lichaam; mijn knieën knikten. Ik kon alleen maar telkens roepen:

‘Klaasje! Klaasje! mijn hagedisje!’

Klaasje verroerde zich niet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken