Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dagen van honger en ellende (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dagen van honger en ellende
Afbeelding van Dagen van honger en ellendeToon afbeelding van titelpagina van Dagen van honger en ellende

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.67 MB)

Scans (10.91 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Vertaler

Wim Zaal



Genre

proza

Subgenre

roman
vertaling: Frans / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dagen van honger en ellende

(1970)–Neel Doff–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Baatje

Dirk speelde met zijn tol op het ijs dat onze gracht bedekte. Hij zou zelfs zijn middagmaaltje hebben gegeven voor een paar schaatsen of een sleetje, waar hij ons allemaal op zou hebben geladen en tot 's avonds toe voortgetrokken. Maar omdat hij noch het een, noch het ander kon krijgen, stelde hij zich tevreden met zijn tol die op het ijs prachtig rondzwierde en allerlei krullen trok.

Heftige bewegingen hebben mij nooit goed gedaan en

[pagina 70]
[p. 70]

op het ijs moest je er een hele hoop maken om niet te verstijven van kou, dus volgde ik van de wallekant af het spel van mijn broer. Het duurde niet lang of hij liep blauw aan van de kou en kreeg genoeg van een spelletje waar hij niet warm van werd. Hij gaf het op en begon glijbaantjes te maken.

Aan de overkant van de gracht kwam een vrouw aan, die iets in haar schort droeg. Toen ze bij de kant was, nam zij er een ding uit en gooide het in een bijt, die in het ijs was gehakt. Vijf maal verdween haar hand in de schort en vijf maal gooide zij iets in het water. Dirk, die er naar toe gelopen was, ving het laatste in de val op, moffelde het onder zijn trui en rende weg. Aan onze kant klom hij weer op de kade en haalde een klein grijs katje met een wit buikje uit zijn trui tevoorschijn. Het was nog maar een paar weken oud.

‘Ik heb het gered,’ hakkelde hij. ‘Kom vlug mee, dan gaan wij het warmen en melk geven.’

Thuis nam Dirk de melk pan van de kachel en goot er iets voor de kat uit. Moeder protesteerde: ‘Nee jongetje, dat gaat niet, we hebben zélf al haast nooit melk.’

‘Nee, het is alleen maar omdat hij zo geschrokken is van de val.’

‘Goed dan, voor de schrik; maar met nóg een kostganger hoef je me niet aan te komen.’

‘Ik geef hem een stukje van mijn boterham en de steeg zit vol muizen en de gracht vol ratten.’

Het poesje dronk heel voorzichtigjes, waarbij je zijn roze tongetje kon zien; toen ging het op zijn vier pootjes staan, rekte zich uit, en met een hoog ruggetje en opgestoken staart wandelde het over de tafel heen om Dirk

[pagina 71]
[p. 71]

heel lief kopjes te geven in zijn gezicht. Dirkjes ogen straalden van trots. ‘Zie je, hij zegt dankjewel, hij weet dat ik hem gered heb, hij is mijn kat, hè?’

Hij vroeg me of het een kater of een poes was. Maar omdat het onderzoek niets opleverde, namen we uiteindelijk aan dat het wel een poes zou zijn. Ze had er het kopje tenminste voor. En Baatje, zoals Dirk haar noemde, bleef bij ons. Maar ze was van Dirk, ze ging met hem naar bed en zolang ze nog klein was, droeg hij haar in zijn pet; hij gaf haar kleine brokjes die hij van zijn brood afbeet en scheutjes melk die hij achter moeders rug kaapte.

Hij nam haar onder zijn jas ook mee uit, op zaterdagmiddag, als er geen school was en wij door Mina werden weggejaagd omdat zij niet kon schoonmaken als al die kleintjes haar voor de voeten liepen. Dan ging Dirk met mij mee naar de grote grachten, waar ik zo graag wandelde, en kozen wij een huis uit ‘voor als we rijk waren’, of wij liepen in ons spel de hoge stoepen op en af, tot de dienstmeiden ons wegjoegen.

Op een van die zwerftochten ontdekten wij achter een venster een reusachtige rode angorakat die op een blauw fluwelen kussen zat. Hij volgde met kalme blik een dikke vlieg op de ruit, en opeens richtte hij zich op zijn achterpoten op en greep het insekt met de voorpoten. Toen hij daar zo stond, wisten we gewoon niet wat we zagen: de roodbruine vacht van zijn buik glom in de zon; zijn staart die rechts van zijn lijf rustte en waarvan het topje heen en weer zwaaide, was zo dik als een kabeljauw.

Dirk nam Baatje onder zijn jas vandaan en liet haar die prachtige soortgenoot zien:

[pagina 72]
[p. 72]

‘Kijk, Baatje, dat is ook een kat, maar hij is driemaal zo groot als jij en trouwens heel anders. Jij zou die vette vlieg hebben opgevreten - hij heeft hem alleen maar doodgemaakt. Hij bewaart zijn honger voor de zure haringkoppen waarmee hij vast wordt vetgemest, anders zou hij de vlieg stellig hebben opgeslokt. Jij en ik wachten geen moment als er iets eetbaars voor onze neus komt, we slaan het zo naar binnen. Zie je zijn staart, Baatje, en zijn ogen? Net twee gouden knikkers. En dan zijn vel! Het lijkt allemaal niks op jou, hij is heel anders, zie je, helemaal anders.’

Op dat ogenblik kwam een dienstmeid het huis uit met een bord koude aardappelen, dat ze bij een boom leegschudde voor de straathonden. Zodra ze weer binnen was, gingen wij naar de boom om Baatje bij dat onverwachte maaltje neer te zetten. Maar omdat de aardappels schoon waren, legde Dirk ze één voor één in zijn pet en iets verder, op een andere stoep, hadden wij met ons drietjes een lekker hapje.

Tegen het voorjaar werd Baatje zo dik en vet dat het een lust was om te zien. Dirk schreef het toe aan onze wandelingen langs de grachten, want sinds die aardappels hadden we vaak op zulke buitenkansjes geaasd. ‘En dan al die muizen, die haar om zo te zeggen tussen de klauwen lopen!’

Op een avond, toen mijn ouders de bedstee in wilden stappen, troffen ze daar Baatje aan, die het in 't stro zeer geriefelijk had ingericht voor zichzelf en vijf kleintjes. Dirk was stom van verbazing. Vader wou de jonkies in het riool gooien; Mina, die helemaal niet van beesten hield, stelde voor het hele nest meteen in de gracht te

[pagina 73]
[p. 73]

kieperen. Maar omdat Dirk zo jammerde, zei moeder met een knipoogje naar de anderen, dat hij de dieren mocht houden. In een van de hoeken maakte hij op de grond een nest van zijn kleren, waar hij de kat en haar kleintjes in deponeerde; maar de morgen daarop was ze met haar hebben en houden weer naar de oude plek verhuisd zonder dat mijn ouders er iets van hadden gemerkt.

Toen wij uit school kwamen, kwam Baatje haar baasje tegemoet en vertelde hem in niet mis te verstane taal, dat haar iets ergs was overkomen:

‘Boebeleboebeleboebeleboeêê! Lujujujujuhuhu! Mauwauwauwau!’

Zij sprong in de bedstee en Dirk en zij begonnen het stro te doorzoeken en alles ondersteboven te halen, maar kleine katjes ho maar!

Hij sprong op de grond. Bleek, de beide vuisten naar Mina gebald, huilde hij:

‘Dat heb jij gedaan, sssodododemieter!’

Zij duwde haar weg met haar ene hand en een gemeen lachje gleed over haar domme gezicht.

In het najaar werd Baatje opnieuw dik. Dirk aaide haar over haar witte buik, wat zij met ronkend spinnen beantwoordde. Op een dag was ze weg. Dirk en ik doorzochten het hele slop, maar Baatje was en bleef onvindbaar. De huid rond Mina's knopneus begon te trillen. Toen zocht Dirk niet langer.

‘Vevevevevuilak, d-dat-at-at is jouw werk, g-gemene sososodemieter!’

Een hele tijd lang bleef Dirk ellendig stotteren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken