Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De jonge Hollander en andere tafereelen voor de jeugd (1834)

Informatie terzijde

Titelpagina van De jonge Hollander en andere tafereelen voor de jeugd
Afbeelding van De jonge Hollander en andere tafereelen voor de jeugdToon afbeelding van titelpagina van De jonge Hollander en andere tafereelen voor de jeugd

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.41 MB)

ebook (3.75 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De jonge Hollander en andere tafereelen voor de jeugd

(1834)–Catharina Maria Dóll Egges–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 50]
[p. 50]

De beminnenswaardige Johanna, of zij welke boven hare gezellinnen niet tracht uit te blinken, een opregt hart en ongeveinsd karakter vereenigt, kan in elke betrekking voor anderen nuttig zijn en huiselijk geluk genieten.

De Heer ernest verloor zijne gade, toen zijne dochter nog zeer jong was; na dit verlies vertrouwde hij zijn kleine jansje aan zijne liefderijke zuster, welke gehuwd was, maar geen kinderen had, en wier echtgenoot het tienjarige kind met de hartelijkheid van een' vader beminde; jansje had zoo veel eerbied voor hare tante, alsof het hare moeder ware en beantwoordde de opvoeding, die zij ontving, met liefde en dankbaarheid, en zij vervrolijkte het huiselijk leven der beide echtgenooten.

Jansje was ook de lieveling harer speelgenootjes, wijl zij goedaardig was, en op haar kalm gelaat nooit nijd of drift was te lezen; zij was niet jaloersch op hunne talenten, of fraaijen op-

[pagina 51]
[p. 51]

schik of den rijkdom, waarin zij leefden. In den fatsoenlijken burgerstand werd aan de kinderen toen nog niet geleerd, hetgeen thans tot eene beschaafde opvoeding behoort. Als jansje van hare kleine vriendinnen sprak, zeide zij: ‘wat borduurt ‘lotje allerliefst! - Tante, ik wilde dat gij chrisje eens hoorde op het klavier spelen, wat heeft ‘mietje’ eene liefelijke stem! ik was verrukt van haar zingen!’ - ‘Hoe goed is het, mijn kind,’ antwoordde dan tante, ‘dat ik u in alles onderwees, wat eene goede huishoudster behoort te kennen, gij kunt naaijen, aan de wasch helpen, groenten inleggen, en zoo veel eene juffer past, mede de vertrekken schoon houden. Ja, tantelief!’ antwoordde jansje dan, ik wil van u ook leeren den maaltijd in te rigten en het desert gereed te maken.

Jansje een paar jaar ouder geworden, vergezelde oom en tante bij vriendenmalen, wandelingen, en andere fatsoenlijke vermaken, hare kleeding was altoos eenvoudig, net en zedig. Jonge lieden worden dikwijls door tegenspoeden hunner magen, zelfs in de zorgelooze jaren der jeugd beproefd. - De vader van jansje huwde ten tweeden male en niet door de fortuin bevoorregt, geraakte het meisje dikwijls onder opgeruimde jonge lieden in eene sombere stemming. De oom en tante van jansje leden ook door de gevolgen

[pagina 52]
[p. 52]

der tijdsomstandigheden en begraven zich ter woon in eene der bekoorlijkste streken van ons vaderland, vergezeld van hunnen lieveling.

Jansje nam met kinderlijk gevoel afscheid van haren vader, die bij zijne tweede gade twee kinderen had, die jansje hartelijk beminden; de kleine waren bedroefd dat zus jansje zoo ver ging, waar zij haar niet dagelijks konden zien, en bij haar komen spelen. In het oord, waar de Heer en Juffrouw T. (aldus heetten de oom en tante van het meisje) zich begaven, verwierf jansje weder de vriendschap van meisjes, aan haar gelijk in jaren, en werd blijmoediger en opgeruimder dan in de stad. Maar de Heer T. overleed, en dit belette zijne weduwe, verder voor jansje te zorgen. Johanna vergezelde eene brave dame op eene reis, buiten onze grenzen, en in de bestgekozen gezelschappen geleid, vormde zij daar haren smaak en verkreeg eene wellevendheid, die de verkeering veraangenaamt; doch de dood dezer vrouw, drong johanna hare verstandige keuze als huishoudster te bepalen; dan deze meesteresse, aan wie zij blijken van hare vaardigheid en bekwaamheid gaf, bezat te weinig kieschheid om johanna haren afhankelijken staat dragelijk te maken. Hoe dit hare bloedverwanten trof, kan men beseffen, maar het gevolg der tijdsomstandigheden deed ook toen reeds verscheidene juf-

[pagina 53]
[p. 53]

fers, hoewel in weelde opgevoed, de grillen van vrouwen opvolgen, die ongevoelig van hart anderen vernederen, maar de goede en altoos tevreden johanna, genoot de achting van elk in die kleine stad, hoewel zij nergens bijna dan in de kerk gezien werd. - Een braaf man, weduwenaar met drie kinderen, wien hare huiselijke deugden, braaf hart en beminnelijke omgang bekend waren, vraagde haar ten huwelijk. Het geluk om bij haren vader, broeders en zusters in dezelfde stad te wonen deed johanna tot dien echt besluiten; hoe verheugde het haar, ook hare lieve tante, welke op een naburig dorp zuinig leefde, nu dikwijls te kunnen bezoeken. Vreugde heerschte nu bij allen die haar zoo lief hadden, haar toen reeds bejaarde vader en tante stortte vreugdetranen, toen zij johanna in hun midden terug gekeerd mogten omhelzen; hare kleine neven en nichten spelen en vermaken zich nergens beter dan bij tante jansje, elke week bezoekt of noodigt zij haren broeder of zuster, en bij ziekte, of huiselijke werkzaamheid, is zuster johanna altoos hulpvaardig, deelnemend, en gezind kleine oplettendheden te bewijzen. Hare vrienden zijn altoos welkom, hoe bepaald en op het uur als de maaltijd en de theetafel wordt aangerigt; vergeef mij, zegt johanna, als men haar onverwacht bezoekt, mijn man is gewoon zoo vroeg het ontbijt, en zoo

[pagina 54]
[p. 54]

laat de koffij te gebruiken; blijf intusschen, dat ik mijne dochters aan hare bezigheid help, of hunne taak gereed maak. De ondervinding in de wereld gaf johanna die menschenkennis, die andere meisjes uit boeken leeren, wanneer hare bestemming is opvoedster te worden. Hare lieve tante werd nu hare huisgenoot en genoot alle teedere zorg, oppassing en oplettendheid, die voor een gevoelig hart zoo streelend zijn en van geen vreemde kunnen verwacht worden. Welk een geluk voor johanna en hoe wel is het haar toevertrouwd, hare moederlijke verzorgster aldus haren dank te bewijzen. Hare stiefmoeder overleed en de Heer ernest woonde daarna bij zijne johanna; zij verdeelde nu hare zorgen, tusschen hem en zijne oudere zuster; dikwijls was hij getuigen van den kring zijner kinderen, en kleinkinderen, welke alle vrolijk en beminnelijk zijne johanna omringden. De Heer ernest overleed en zijne dochter stortte tranen van kinderlijk gevoel, doch de smart van haar hart werd verzacht, door de betrachting harer overige pligten. Haar man en zijne kinderen waren hun geluk aan haar verschuldigd. Toen zij om familie belang eenige dagen uit de stad ging, zeide tante, ‘kwam mijn lieve jans van avond maar terug! Echtgenoot en kinderen, ja eerst morgen dan komt tot onze blijdschap

[pagina 55]
[p. 55]

moeder en met haar de opgeruimdheid weder in ons huis.’

Ik zie, in mijne verbeelding, de vriendelijke oude vrouw nog luisteren, toen johanna haar van vrienden, bij haar bekend en plaatsen, alwaar zij voorheen gewoond had, verhaalde, en zij herhaalde nog eens met een helder opgeruimd gelaat: ‘Wat ben ik blijde, dat gij, mijn lieve jansje, weder te huis zijt!’

Johanna strooide bloemen op het levenspad harer tante, tot hare laatste schreden; de godsdienstige vrouw zag eindelijk hare hoop in het oord der ware rust vervuld. Johanna betreurde haar als eene dochter en bleef hare nagedachtenis beweenen, maar leefde nu pligtmatig voor haren echtgenoot, zijne kinderen en hare vrienden.

Gelijk de zon ook nog bij 't eind van den Zomer zijne gulde stralen over de velden en bloemperken doet schitteren, den wandelaar vervrolijkt en opgeruimdheid in den omtrek verspreidt, zoo vervrolijkte ook de lieve johanna nog zelfs in den herfst haars levens, door haren vriendelijken aanblik en opgeruimdheid op het heldere gelaat, hen die haar omringden, en zag door de minzame wijze, waarmede zij als huismoeder steeds invloed

[pagina 56]
[p. 56]

had, orde, vrede en liefde in haar gezin opvolgen en beminnen.

Haar voorbeeld leere dat een meisje, met een opregt en ongekunsteld karakter, in den huiselijken kring door het geluk van anderen te stichten, zich zelf gelukkig kan maken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken