Karakters uit den aanzienlijken en burgerstand
(1830)–Catharina Maria Dóll Egges–Mejufvrouw Edelman aan hare vriendin Emma.Hij, die hoopt u dezen ter hand te stellen, lieve emma! is de eenige broeder van mijnen waarden edelman. Hij bevindt zich op de akademie, en moest in Amsterdam zijn, alwaar hij niemand kent. Dewijl mijn man zijnen jonger' broeder hartelijk lief heeft, vleit hij zich, dat Mejufvrouw, uwe tante, het ons ten goede zal houden, dat wij hem haar zenden. Het uiterlijk voorkomen van frederik is ernstig, maar bij nader bekendschap is hij levendig van aard. Wij stellen veel belang in dien eenigen broeder, en ik ben reeds zeer nieuwsgierig, hoe frederik aan mijne vriendin zal bevallen? Mijne kleine caroline zendt eenen kus aan de lieve Jufvrouw emma, en ko is met het speelgoed zeer in zijnen schik. Mijn waarde edelman verzekert beide dames van | |
[pagina 48]
| |
zijne achting. Mijn kleintje ontwaakt, en met een lief grimlachje steekt zij de handjes naar mij uit. In dezen oogenblik is het voor eene moeder onmogelijk om de pen bedaard in de hand te houden. Schrijf mij als mijn broeder terugkomt, of hij al of niet zijnen broeder eere aandoet. Vaarwel!
Uwe liefhebbende vriendin,
charlotte edelman,
geb. muller. |
|