Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het kind Hans (1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het kind Hans
Afbeelding van Het kind HansToon afbeelding van titelpagina van Het kind Hans

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.97 MB)

Scans (30.83 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het kind Hans

(1950)–J. van Doorne–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

18

De nieuwe jongen zat vlak achter hem. 't Was een lange, magere knul met wit haar en een sproeterig gezicht; hij had vieze tanden en op zijn wang zat een litteken. Hij heette Edo Vierhout en hij had al een paar maal tegen de jongens gezegd, dat hij 't hier een rotschool vond. Hij kwam uit een andere plaats en nu had hij van z'n vader naar een fijne school moeten gaan. Vroeger was dat niet nodig geweest, maar er was een dominee bij hem thuis geweest en die had z'n vader bepraat Vroeg of laat zou hij nog naar de kerk moeten ook, let maar op.

't Was Zaterdagmorgen. 't Woei buiten hard. De gele blaren van de bomen voor de school kantelden soms bij hopen langs het raam en duidelijk hoorde je de wind razen. Verrukkelijk.

‘Hee.’ Hans kreeg een por in zijn rug. De meester

[pagina 71]
[p. 71]

keek net zijn kant uit, dus even wachten. Opnieuw een por. ‘Hee rooie, geef mij je gum es.’ Hans keek achterom en Edo trok een scheef gezicht.

‘Hans opletten, geen gemier. Ben je al klaar met die deelsom?’

Hans werd kwaad, toen hij plotseling een prik met een pen in zijn bovenarm voelde. Hij draaide zich om en zei: ‘Laat dat, anders...’ Ja, wat anders? Hans wist het niet. Zat die knul maar niet achter hem. Woedend keek hij Edo aan, die weer begon te grijnzen. Plotseling werd Edo's gezicht normaal. Hans werd bij zijn schouder gepakt en recht gezet, maar Edo kreeg het standje.

Na twaalven liep Edo Hans tegen het lijf. ‘Nou, wat moet jij eigenlijk, rooie?’

Het scheldwoord deed pijn, maar Hans wilde doorlopen. Hij had de laatste jaren niet meer gevochten, en in de lage klassen was het geen ècht vechten geweest. Hij had ook nooit ruzie. Maar Edo wou met alle geweld vechten en pakte Hans beet bij zijn das en gaf hem een stomp. ‘Boksen, jochie, met je mooie dassie an.’ Hans sloeg zwak terug, hij voelde zich ellendig; 't liefst zou hij hard zijn weggelopen, hij wist immers haast zeker, dat hij niet vechten kon? Maar hij moest wel, want Edo pakte hem beet en wilde hem beentje lichten. Het lukte ook, maar Hans hield Edo zo stijf vast, dat ze samen vielen. Ze vochten hijgend; Hans lag onder. Edo sloeg hem op zijn hoofd. Toen kwam er plotseling een woeste haat in Hans op. Wat had hij die knul gedaan? Niks toch zeker. Hij had hem al de tijd dat hij op school was niets in de weg gelegd. Hans begon werkelijk te vechten en merkte tot zijn verwondering, dat hij won ook; Edo kwam onder en in blinde haat sloeg Hans hem in zijn gezicht. Toen begon Edo te huilen. Onthutst stond Hans op en hakkelde tegen Edo, die eveneens overeind krabbelde: ‘Jij bent toch zeker begonnen?’

Maar Edo zei niets terug; hij liep grienend weg en

[pagina 72]
[p. 72]

Hang had liefst meegedaan. Hij voelde zich ellendig; zijn hart klopte in zijn keel en hij hijgde als een karrepaard. Met geweld hield hij zijn tranen in. De dag was bedorven. En 't stormde nogal. Allemaal de schuld van die Edo. Toch wilde de ware boosheid niet terugkomen: daarvoor had Edo al te wanhopig gekeken.

Na een poosje was Hans met het hele geval verzoend. Hij had toch maar gewonnen! Hij kòn vechten, dat had hij toch duidelijk gemerkt en Edo was lang zo sterk niet als hij. Dat was toch wel fijn. Je mòcht het fijn vinden, want Edo was begonnen.

Fluitend kwam hij thuis.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken