Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Moeder Lysbeth (1856)

Informatie terzijde

Titelpagina van Moeder Lysbeth
Afbeelding van Moeder LysbethToon afbeelding van titelpagina van Moeder Lysbeth

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.49 MB)

ebook (2.85 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Moeder Lysbeth

(1856)–Emmanuel van Driessche–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 33]
[p. 33]

VII. De geheimzinnige stem.

Het avondlof wierd door eene menigte godvruchtige lieden bygewoond.

De priester hield eene preek over den tekst van het Evangelie: ‘Gelukkig zy, die niet gezondigd hebben, de vrede des Heeren zal in hun hart woonen!’

De goede landlieden namen elk troostend woord des gryzen priesters als heelenden balsem op. Ja, hier had het woord der waerheid regstreekschen toegang tot het hart. Ja, hier viel het zaed der deugd op zorgvuldig bereiden, en van onkruid gezuiverden, grond! Ja, hier was nog het woord des Heilands de zaligmakende kracht des menschdoms!....

Na het sermoen stegen de reinste beden uit de harten tot den Algoeden op.

Onder de godvruchtige schaer, die by het flauw lichtende geflikker der lampen, in de kerk vergaderd zat, waren er evenwel twee harten, die, ofschoon rein van meening, hunne zielentael niet ongemengd den Heere offeren konden.

[pagina 34]
[p. 34]

De priester had gezegd: ‘Gelukkig zy, die niet gezondigd hebben, de vrede des Heeren zal in hun hart woonen!’ Zy vreesden het te gelooven, maer tegen wil en dank moesten zy zich overtuigen dat het woord Gods voor hen geene waerheid heeten mogt.

Wy bedoelen pachter Jambers en zyne huisvrouw.

Hoe klaer het eenvoudig begrip hun ook vertoonde, dat zy van wege de opperste regtveerdigheid geene onverdiende straf hoefden te duchten, was het hun onmogelyk de vrees voor een nakend onheil volstrekt uit hunne harten te bannen; terwyl zy poogden zich moed in te spreken, spiegelde het noodlot hun weêr het beenderen kruis voor den geest.

Toen de meeste menschen de kerk verlaten hadden, ging de pachter met zyne echtgenoote ook huiswaerts; een groot gedeelte van den weg bleven zy sprakeloos, immers wat zouden zy gezegd hebben! de zelfde vrees lag in beider harten; troost was het dien zy behoefden; en hoe kunnen ongelukkigen - die om de zelfde reden lyden - elkander vertroosten!....

Over halfwege van de kerk naer de hoeve waren zy reeds gekomen, toen pachters Jambers zich met geweld moed en verzekering insprak om zyner gade in dezer voege het woord toe te sturen:

- Vrouw, my dunkt toch dat wy ongelyk hebben ons zelven eene zoo groote vrees aen te jagen; heden nog heb ik zoo vuriglyk gebeden, en den goeden God gesmeekt mynen geest te verlichten over de bezwaren, die op ons zouden kunnen wegen, en ik vind geen verwyt tegen myn geweten.... gansch niets....

Jambers voerde zulke tael met het inzicht zyne vrouw gerust te stellen en de vrouw antwoordde hem volgender wyze, om de hoop, welke zy in haren man bespeurde, niet te verydelen:

[pagina 35]
[p. 35]

- Johannes, ik heb zoo als gy gedaen, en ik ben volkomen van uwe meening dat wy ongelyk hebben zoo nog langer in angst te leven; het is nu toch al vier weken geleden dat wy het.... noodlottig teeken gevonden hebben, en sinds dien bespeuren wy toch niets meer.

- Ja, zoo meen ik het ook, vrouw, hernam de pachter op den zelfden toon en met de zelfde inzichten, wy zullen voortaen onze vrees verbannen, en gerust leven als te voren. ‘Gelukkig zy, die niet gezondigd hebben, de vrede des Heeren zal in hun hart woonen!’ zoo verkondigt de priester het woord Gods; waerom zouden wy dan in angst verkwynen; de Algoede verlaet immers zyne dienaers niet; wy zullen stipt onze christelyke pligten vervullen en onze liefdadigheid verdubbelen....

- Dit heb ik reeds begonnen, viel de pachtersse in de rede; de oude Lysbeth, die maer tweemael per week om hare almoes kwam, heb ik nu viermael laten komen, zy is toch maer een arm schaep, en zy heeft my vast beloofd voor ons te zullen bidden.

Die wederzydsche aenmoediging, schoon van weêrszyde met het loffelykst inzicht geveinsd, had evenwel voor gevolg de beide echtelingen grootelyks op te beuren, en hun hart van den pynlyken last der vrees oogenblikkelyk te ontslagen.

- Ho, onderbrak nu de pachtersse de stilte, die op hunne samenspraek gevolgd was, kon ons Jannetteken ook hare vreugde terug vinden! Hebt gy niet bemerkt, Johannes, richtte zy zich nu vragend tot haren man, terwyl zy juist een klein boschaedjeken doortrokken, hoe zy van daeg en de dry vorige zondagen voor het venster heeft zitten turen, om te zien of Karel niet aenkwam?

- Ja wel, bevestigde de pachter, maer zeg, waerom is

[pagina 36]
[p. 36]

Karel niet zyn gewoon zondagbezoek komen afleggen! ik versta my aen zyn achterblyven niet....

- Hy zal welligt ook het een en ander over ons gehoord hebben en verlegen geweest zyn; maer, vervolgde zy nu op min of meer opgeruimden toon, alles kan zich nu weldra schikken, ik hoop dat de uitvoering van ons plan, - de kinderen met de lente te laten trouwen, - niet zal verhinderd worden.

- Dat hoop ik vast, antwoordde Jambers, ofschoon er twyfel in zyn hopen lag.

- Karel is een brave jongen, zei de pachtersse.

Juist op het uiten dier woorden klonk eene snerpende stem uit het kreupelbosch in hunne ooren: ‘Hy is de zoon eens ketters! Het is om hem dat de vermaledyding des Heeren u bedreigt!....’

En een ligt geritsel liet zich in de verdorde eikenbladeren hooren.

Een bliksemslinger hadde de echtelingen niet dieper, niet wreeder, niet plotselinger getroffen dan die geheimzinnige woorden.

Lang duerde het eer de twee verslagenen zich op hunne beenen konden bewegen; zy hadden zich in hunnen doodsangst aen elkander vastgegrepen en bleven zoo bewusteloos staen.

Toen zy eenigzins tot hun zelven gekomen waren, gingen zyzoo gezwind mogelyk, als twee zwymeldronkenen, naer hunne hoeve en stapten druipend van zweet hun huis binnen.

En welk tooneel deed zich hier op!...

 

Als Tone gerucht aen de voordeur had gehoord, was hy weêr in zynen hoek gaen zitten, als of er niets gebeurd ware en had het meisjen in hare bedwelming aen zich zelven overgelaten.

[pagina 37]
[p. 37]

Karel had te vergeefs geroepen: ‘Is er geen belet!’ niemand antwoordde hem; hy bleef nog eenen geruimen tyd in den gang staen, maer was reeds te verre genaderd om nu zoo maer terug te keeren en stapte dan de keuken binnen, waer hy Netjen in onmagt en Tone, als slapend, aen den haerd vond.

In zyne verwarring en zonder zich nog te kunnen voorstellen wat er gebeurde of gebeurd was, nam hy Netjen op en gelukte er in haer uit hare bedwelming op te roepen.

Het meisjen bezag haren geliefden strak, als ware zy zinneloos geweest.

Karel sprak haer met vurige liefde aen.

Netjen trilde van schrik, zy meende een verschynsel en niet haren wezenlyken minnaer op dit oogenblik voor zich te zien.

Hy greep hare hand vast.

Zy trok die achteruit.

Hy naderde digter by.

Zy deinsde vreesachtig in den hoek der keuken.

Beiden bleven nu even verslagen en sprakeloos in die houding staen.

Op dit oogenblik kwam de pachter met zyne vrouw binnen.

Op dit zicht van Karel in die houding by hunne dochter, kreeg hun gemoed eenen tweeden verpletterenden slag.

- God!... och God!...

Gilden zy te gelyk als uit één mond.

En zy bleven insgelyks sprakeloos het tooneel aenschouwen.

Tone loerde van onder zyne dikke rosse wenkbrauwen zonder de minste gemoedsaendoening te laten blyken;

[pagina 38]
[p. 38]

hy was zoo kalm als hadde hy geen hart in het lyf gehad.

Tamelyk lang duerde dit treffend tooneel van spraekloosheid en geweldige ontroering.

Karel, die niets van dit alles verstond, en in zyne benauwdheid duizende schrikkelyke gissingen te gelyk voor zynen geest zweven zag, brak eerst die akelige en smartvolle, stilte.

- In Gods naem! gilde hy, zegt my wat hier omgaet! Gy zyt allen in eene gesteltenis!....

De pachter deed zich het grootste geweld aen om de volgende woorden over zyne bevende lippen te krygen:

- Karel, wy zyn diep.... ongelukkig, jongen,... verlaet, als ik u bidden mag, onze wooning.... er mogen tusschen u en myne dochter geene betrekkingen meer bestaen.... eene vermaledyding zou op uw huwelyk wegen!....

- Myn God!... stamelden Karel en Netjen te gelyk, terwyl zy te gelyk hun hart onder den schrikkelyken slag dier woorden voelden breken.

- Ga, Karel, hervatte de pachter terwyl al zyne leden zichtbaer trilden, ga, het is de wil des Hemels! ik beloof u dat ik u later alles zeggen zal...

- Maer, onderbrak Karel hevig, ik begryp u niet! gy verjaegt my! gy scheidt my van!... gy doodt my!...

En de jongeling vloog in zyne vervoering van liefde naer zyne minnares!

- Ga, ongelukkige! galmde nu de pachter; ga, de wrake des Hemels zou verschrikkelyk wezen! vlied! uwe liefde is de oorzaek onzer rampen!...

Die laetste woorden had Karel maer ten halven begrepen, zoo zeer was hy ontroerd en buiten zich zelven. De pachter bragt hem tot buiten de deur, en in plaets van de gebaende wegen te volgen, liep hy in eenen aenval van uitzinnigheid, over hek en haeg, het veld door.

[pagina 39]
[p. 39]

De pachter, zyne vrouw en dochter barstten nu in eenen vloed van tranen los! Sprakeloos zuchtten' en snikten zy; terwyl Tone een gevoel van genoegen, dat hem bekroop, niet kon onderdrukken, zich ter sluiks de handen wreef en zyne gryze oogen, met eene afschuwelyke uitdrukking, op het jonge meisjen richtte.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken