Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Moeder Lysbeth (1856)

Informatie terzijde

Titelpagina van Moeder Lysbeth
Afbeelding van Moeder LysbethToon afbeelding van titelpagina van Moeder Lysbeth

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.49 MB)

ebook (2.85 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Moeder Lysbeth

(1856)–Emmanuel van Driessche–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 40]
[p. 40]

VIII. De muskaet-noot.

Het was een gure herfstnacht.

De lucht was pikdonker. De wind loeide akelig door de takken der reeds ontbladerde boomen.

Het was tien ure 's avonds van den dag der hartroerende gebeurtenissen, die wy hier voren verbaeld hebben.

Tone was in zynen slaepstal gekropen en mompelde met duivelsche voldoening, terwyl hy naer zyne sponde rondtastte: ‘Hy zal ze niet hebben!... hy zal geen voet op de hoeve meer zetten!...’

Op dit oogenblik trof een zacht gefluit, dat door de spleet der deur klonk, zyn oor, en trok hem uit zyne streelende mymering.

Dit gefluit was het teeken, waermede Lysbeth hare tegenwoordigheid aenkondigde.

Tone schoof zachtjens de deur open, en liet Lysbeth binnen.

- Wat is er gebeurd? vroeg de oude op snellen en nieuwsgierigen toon, hebben myne woorden indruk gemaekt?

[pagina 41]
[p. 41]

- Het huwelyk is verbroken! De pachter heeft Karel de deur uitgezet, hem gezegd dat alle onheilen van hem kwamen, en dat er aen geen huwelyk meer te denken viel!.... Alles is gewonnen! juichte de booswicht.

- Goed, sprak de oude met kalme tevredenheid, ik wist het wel... Lysbeth heeft den ketteren haet gezworen! maer, vervolgde zy met geheimzinnige stem, alles is nog niet gewonnen; het groote werk is te beginnen; gy moet Netjen hebben! gy moet u doen beminnen, en met haer trouwen?.... Door myne hulp zult gy ryk, zult gy vermogend worden! Ha! gromde zy, terwyl ze van onder haren kapmantel loerde en haren doornstok in de hoogte hief, Lysbeth weet het te leiden! De Hemel is met haer en met hem die zy beschermt!...

- Ho, moeder Lysbeth, stamelde Tone tot teeken van dankbaerheid, God zal u om uwe moeite voor my loonen.

De booswicht riep 's Heeren belooning in voor de memedepligtige zyner misdaed!... is dit ongeloof of heiligschennis!...

- Ik heb jegens u eene pligt te vervullen, hernam nu de oude op plegtigen toon, terwyl zy zich op haren huik zette; hoor, gy zyt nu al oud genoeg, om zulks te weten, ik zal u wat van uwe vroegste kindschheid vertellen.

Tone luisterde aendachtig, doch zonder blykbare ontroering, toe.

Lysbeth ving aen:

‘Het was een schrikkelyk slecht weder; dat is nu omtrent dertig jaer geleden; het stormde buiten, de regen en wind kletterden tegen myne hut, als om ze in gruis over het veld te zweepen, en een gekerm liet zich aen myne deur hooren; ik opende spoedig - ik opende altoos voor de ellende - en eene vrouw die u - gy waert nog pas geboren - in de armen droeg, trad binnen; ik maekte

[pagina 42]
[p. 42]

ras een goed vuer van dennenspelden aen, de vrouw warmde zich, en schoon zy zich goed en wel warmde, bleef zy immer in al hare leden trillen; zy had niet enkel koude, zy had de koorts, zy had eene hevige koorts..... maer zy had een goed werk verrigt!.... Een afgod, een heidene had haer verleid, haer verlaten, haer verstooten, maer, al was zy slechts eene bedelaresse, zoo als ik, zy had zich weten te wreken, zy had den vermaledyden met een mes den strot afgesneden.... en na dit groote werk, was zy ten mynent ingevlugt.... en zoo had zy eene hevige koorts.... 's Anderdaegs kwamen de geregtsdienaren uwe moeder aenhouden; ik hield u by my. Uwe moeder troostte ik, haer zeggende: Gy hebt eene goede daed verrigt, de wereld van een ketter verlost, ga.... Zy ging.... men heeft haer in de gevangenis gebragt en zy is daer gestorven! -Verstaet gy nu, Tone, ik had aen uwe moeder beloofd voor u te zullen zorgen; zy was, schoon nog jong, een goed christen vrouwmensch, de Hemel zy haer thans genadig!.... en ik wil myn woord houden, ik wil voor u zorgen....

Begrypt gy, Tone, jongen, vroeg de oude ten slotte haers verhaels en zy gaf hem, ten teeken van toegenegenheid, eenen klop op den schouder.

De ziellooze jongman, die de ontaerde bedelares aenhoorde, vernam de schande zyner geboorte, de yslyke misdaed zyner moeder, zonder het minste gevoel van menschelyke waerdigheid! Was hy de vrucht eener eerlyke echtverbintenis of een bastaerd, dit was hem gelyk; waren zyne ouders deugdlievende menschen of ellendige misdaders geweest, zulks kon hem weinig schelen!.....

Een ongeoefend hart, waerin de ondeugd, als eene weelige plant, vry hare wortelen mag schiet, bedekten zich met eene korst die alle gevoel ontoeganglyk maekt,

[pagina 43]
[p. 43]

even als het kleverige vocht der molusken dat zich tot een beschuttend schild verhardt en tegen de woedende zee bestand blyft.

Na de veropenbaring van Tones afkomst, hervatte Lysbeth met geheimzinnigen plegt:

Volg stipt mynen raed; hoor wat gy nu te doen hebt, en zy trok een voorwerp uit haren zak:

- Daer, ging zy voort, neem die muskaetnoot; zaeg die voorzichtig in tweën; zie dat gy een hairvlecht van het meisjen krygt, neem dan ook van uw eigen hair, wreng dit te samen tot eene streng, en bind daermede de noot weêr toe, hang ze aen eenen weelig groeijenden boom, waer niemand ze vinden kan; het meisjen zal u langs zoo meer beminnen.

- Goed, merkte Tone op, maer hoe geraek ik aen eenen hairvlecht van Netjen?

- Gy zyt een bloodaerd, gromde de oude, ik zal u dien bezorgen!

- Ho, juichte de lomperd, die aen zulke dwaesheid volle geloof hechtte, dan is myne fortuin gewonnen!...

- Doe zooals ik u zeg, hernam de oude, en onze plannen zullen gelukken!... God zy met ons!... - Tot later....

En zy liet Tone aen zyne hoopvolle droomen, en tevens aen zyne schandige besluiten, over!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken