Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De veroordeelde (1857)

Informatie terzijde

Titelpagina van De veroordeelde
Afbeelding van De veroordeeldeToon afbeelding van titelpagina van De veroordeelde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.52 MB)

ebook (2.81 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De veroordeelde

(1857)–Emmanuel van Driessche–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 114]
[p. 114]

XXII.
De laetste pligten.

Twee pligten moest Johan op aerde nog vervullen.

Hy moest de oogen zyner ouders in vrede sluiten.

Hy moest Maria met hare kinderen helpen.

Uit die pligten ontstond dan ook by hem het onwederoepelyke besluit zich voor immer op het dorp te vestigen.

Te vergeefs had de heer Baron hem schitterende voorslagen gemaekt om hem genoegen, fortuin, geluk te verschaffen. Hy zou op het dorp blyven; daer waren zyne pligten te vervullen, daer zou de man, die der wereld ten strengen en tevens ten schoonen voorbeelde mogt verstrekken, zyn leven eindigen.

Den dag na de blyde te huiskomst werd een bezoek by Maria afgelegd. Johan had alle vergelding van wege den heer Baron van de hand gewezen; daerom wilde deze zyne weldaden over de kinderen der arme weduwe uitstorten; hy zou namelyk een bezet maken om hun eene goede opvoeding te verzekeren.

- Maria, zoo sprak haer Johan toe, na dat zy elkan-

[pagina 115]
[p. 115]

der eenen geruimen tyd sprakeloos bezien hadden, gy zult voortaen niet meer lyden; ik blyf hier op het dorp en wil als pleegvader over uwe zwakke kinderkens waken.

Maria, overstelpt van aendoening, bleef sprakeloos.

Johan vroeg haer:

- Dit zult gy my veroorloven, niet waer, Maria?

- O Johan! stamelde de arme weduwe, ik heb reeds te veel weldaden van u ontvangen!... niet waer, het was van u dat ik sinds vier jaren maendelyks onderstand ontving! niet waer, het was van u dat my die reddingsmiddelen voor myne arme schepseltjens kwamen!... niet waer, eene geheime stem heeft my toegeroepen, dat gy de engel zyt, die ons met uwe beschermvleugelen hebt overdekt!...

- Ja, Maria, viel de heer doktor nu in de rede, het moet u niet langer een geheim blyven, het geld, dat ik u maendelyks bestelde, kwam van Johan, die het voor u op zyn dagloon spaerde.

Maria barst in luide dankzeggingen los; de kinderkens besproeiden Johans handen met hunne traentjens, terwyl hy, de weldoener der verlatenen, de schepseltjens met weemoed en liefde aenstaerde.

- O Alvoorzienigheid! sprak de herder met godsdienstigen plegt, terwyl hy de handen ten hemel reikte, hoe onbegrypelyk bestuert gy het lot der menschen!.... Over veertien jaren was deze vrouw bestemd om de gade dezes mans te worden! eene stormvlaeg brak over hunne hoofden los! wierp hun zoo zacht gedroomd geluk als stof door de barre woesteny des onheils! en nu!... nu myn God!....

De herder ondervroeg in stilte de eeuwige bestemming, toen de heer Baron onderbrak:

- En nu, nu zie ik geen hinderpael om de plannen

[pagina 116]
[p. 116]

van over veertien jaren te verwezenlyken; ik zal de kosten der bruiloft betalen en by het huwelyk getuige wezen.

- Ja, nam Johan het woord, terwyl hy Marias handen in de zyne klemde. Ja, het is de wil van God!.. ik zal heden myn woord, dat ik u over veertien jaren gaf, gestand doen. Ik had gezworen u gelukkig te zullen maken, en nu zweer ik, u ten minste de rust weêr te geven en met u de liefde dezer schepseltjens te deelen!..

- O Johan! gilde de arme moeder, terwyl zy in zyne armen vloog.

En zoo, de kinderen tusschen beiden geprangd, bleven zy lang in die aendoenlyke houding! -

 

Eenige weken later sprak de brave herder den zegen over het zoo diep beproefde paer uit.

De heer Baron was op zynen post; met de grootste vreugde noodigde hy de dorpsjeugd tot dansen en drinken uit. De oude vader leidde de twee oudste knaepjes by der hand; grootmoeder speelde met het jongste kind. En thans nog beleven die menschen, welke zooveel om éénen misstap geleden hebben, gelukkige dagen.

De geschiedenis van ‘Johan de Veroordeelde’ zal immer ten bewyze verstrekken, dat een mensch, die nog kiemen van deugd in het hart voedt, die kiemen wil aenkweeken, zich zelven en anderen wil kennen leeren, immer door eigene wilskracht tot het goede kan terug keeren, en dat, hoe zwaer de beproeving dan ook zy, de weg der beproeving immer naer de rust van geweten, immer naer het ware geluk leidt.

 

Einde.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken