Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Annetje Lie in het holst van de nacht (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van Annetje Lie in het holst van de nacht
Afbeelding van Annetje Lie in het holst van de nachtToon afbeelding van titelpagina van Annetje Lie in het holst van de nacht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.46 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Illustrator

Margriet Heymans



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Annetje Lie in het holst van de nacht

(1987)–Imme Dros–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 43]
[p. 43]


illustratie

8

Ze lopen al een tijd over een smalle weg door weilanden. Aan de rechterkant is een heg, de struiken zijn groen met blauwe schaduwvlekken net als op het schilderij van oom Nico. Het is donker geworden. Het land in de verte ziet er vreemd uit.

‘Achter deze heg is een circus,’ zegt de Maan.

‘Hoe weet jij dat nou?’ vraagt de Muizenkoning. ‘Je kan wel zoveel zeggen.’

‘Ik kan over de heg kijken.’

‘O ja. Trouwens, je hebt nog gelijk ook,’ zegt de Koning.

‘Hoe weet je dat?’ vraagt de Maan.

‘Ik kan onder de heg door kijken.’

‘Een circus! Daar wil ik heen,’ roept Annetje Lie. ‘Ik mocht kiezen.’

Ze lopen helemaal om de heg heen en komen op het erf van een boerderij. Het huis en de stallen zijn

[pagina 44]
[p. 44]


illustratie

donker, nergens brandt licht. Er staat een grote tent op de wei en er zijn drie rijen woonwagens in allerlei kleuren.

‘Ik hoor geritsel in stro,’ fluistert de Muizenkoning, ‘er zullen hier toch geen katten zitten?’

‘Ik hoor gekraak van touwen en geklapper van zeil,’ mompelt de Maan.

‘Ik hoor zuchten,’ zegt Annetje Lie.

Ze luisteren naar het zuchten. Er zijn snorkzuchten, piepzuchten, kreunzuchten, giechelzuchten, gromzuchten, snikzuchten, harde en zachte zuchten, lange en korte zuchten, zomaar zuchten en zuchten die je haast niet hoort. En het geritsel in het stro is zeker niet alleen van katten, als er katten bij zijn. Er schuiven en draaien grote en kleine lijven rond in het stro, hier wentelt een zwaargewicht zich om en om, daar wordt enkel een poot verlegd of een staart, en dichtbij knispert het stro alsof iemand huilt zonder geluid.

Als ze de tent binnengaan wordt het lawaai haast oorverdovend, het is een storm van geritsel, gekraak, geruis en geblaas.

[pagina 45]
[p. 45]


illustratie

‘Wat gebeurt hier?’ vraagt Annetje Lie.

‘Hier wordt geslapen,’ zegt de Maan.

‘Maakt iedereen die slaapt lawaai?’ vraagt Annetje Lie.

‘Reken maar van jes,’ zegt de Koning, ‘om muisstil te zijn moet je wakker blijven.’

‘Waarom liggen alle dieren in kooien?’ vraagt Annetje Lie.

‘Dat is altijd zo in een circus,’ zegt de Maan, ‘al eeuwen.’

Annetje Lie staat stil.

‘Ik dacht dat ik een circus leuk vond,’ zegt ze, ‘maar ik vind het hier akelig.’

‘De voorstelling is ook nog niet begonnen, zonder voorstelling is er nergens wat aan. Wacht maar op de glitter en glans en de ijsjes in de pauze. Een circus is geweldig. Dat zul je wel zien.’

Ze hoeven niet lang te wachten, plotseling zijn alle lichten aan en een dikke man roept door een toeter: ‘De voorstelling begint, de voorstelling gaat beginnen.’

‘Hoe kan dat nou?’ vraagt Annetje Lie. ‘Iedereen slaapt immers.’

[pagina 46]
[p. 46]


illustratie

‘Dat had je gedroomd,’ zegt de dikke man.

Hij wijst naar de kooien, maar er zijn geen kooien meer te zien, er hangen roodfluwelen gordijnen met gouden kwasten. En door een opening tussen de gordijnen komen de artiesten en de dieren in een fleurige stoet.

‘Hoera voor het circus,’ roept de dikke man. ‘Er gaat niks boven het circus. Muziek! Muziek!’

‘De muziek is veel te hard,’ klaagt Annetje Lie, ‘en achter die gordijnen zijn tóch kooien.’

‘Hou je mond en klap in je handen van plezier zoals het hoort,’ sist de dikke man. ‘Je bent niet bij je thuis, zeg.’

Het is een vreemde voorstelling, alle dieren en artiesten treden tegelijk op. Bovenin de nok van het circus vliegen trapezewerkers naar elkaar toe en van elkaar weg, de paarden draven rond, een beer rijdt op een kinderfietsje, apen maken een piramide, een jongleur en een goochelaar pakken elkaar ballen en vlaggetjes af.

Annetje Lie weet niet waar ze naar moet kijken.

Dan komt de clown. De clown van het spiegeltje

[pagina 47]
[p. 47]


illustratie

dat weg is. Hij buigt speciaal naar Annetje Lie en neemt met een zwaai zijn hoedje voor haar af en omdat onder zijn hoedje een ander hoedje zit neemt hij ook dat voor haar af, maar onder dat tweede hoedje zit weer een hoedje en onder dat hoedje zit een heel grote hoed met veren en daaronder een puntmuts en daaronder een helm en daaronder een dophoed en daaronder een enorme sombrero en daaronder...

‘Stop,’ roept Annetje Lie. Ze wordt duizelig, haar hoofd bonst.

De clown lacht en zet de hele rij hoeden weer razendsnel over elkaar heen op. Maar meteen plukt hij de gestippelde strik onder zijn kin vandaan.

‘Nee!’ gilt Annetje Lie.

Want onder die strik zit een strik zit een strik zit een strik zit een strik. Vlugger en vlugger pakt de clown strikken van zijn bloes en als hij ophoudt met de strikken, begint hij jasjes uit te trekken: met strepen over blokken over stippen over ballen over bloemen over effen over geweven over gebreid over gekreukt over gestreken over... En na de jasjes komen de broeken en na de broeken komen de schoe-

[pagina 48]
[p. 48]


illustratie

nen en na de schoenen komen de kousen en na de kousen...

Waar is de Maan, waar is de Koning?

‘Help, help!’ roept Annetje Lie.

‘Vang die lelijke meid,’ krijst een schrille stem en daar heb je de Jurkenvrouw op een sneeuwwit paard. ‘Grijp die meid daar, ze heeft mijn schoenen gestolen.’

Alle trapezes piepen het liedje van de Schommel. ‘Ieuwe ieuwe hout en touw.’

Annetje Lie struikelt de tent uit. Ze rent dwars door de heg. Weg weg het donkere veld in.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken