Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Annetje Lie in het holst van de nacht (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van Annetje Lie in het holst van de nacht
Afbeelding van Annetje Lie in het holst van de nachtToon afbeelding van titelpagina van Annetje Lie in het holst van de nacht

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.46 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Illustrator

Margriet Heymans



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Annetje Lie in het holst van de nacht

(1987)–Imme Dros–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 84]
[p. 84]


illustratie

15

Het vossenhol moet middenin het holst van de nacht liggen. Er dringt geen zuchtje wind door in het oud woonhuis. Annetje Lie voelt dat haar mouwen aan haar armen vastplakken. Ze zit al een paar minuten op een bankje en wacht af. De Vos zit op zijn staart en is druk bezig met de honderd haren. Zijn nagels tikken zachtjes. Hij vlecht een touw.

‘Vos, waarom vlecht je mijn haren?’

‘Dat is om een stevig koord te maken.’

‘Vos, waarom maak je een stevig koord?’

‘Dat is om iemand mee vast te binden.’

‘Vos, wie wil je gaan vastbinden?’ gilt Annetje Lie.

‘Een meisje, een, twee, drie. Met een fijne naam, een prachtige naam en die naam is...’

‘Nee! Nee! Nee!’

De wolken verschuiven. Daar is papa met zijn ar-

[pagina 85]
[p. 85]


illustratie

men naar haar uitgestrekt.

‘Kom maar, kindje, kom maar, lieveling.’

‘Kom maar, kindje, en laat je vastbinden,’ zegt de Vos er dwars doorheen.

‘Nee nee nee!’

‘Je wilt niet dat ik je vastbind met dit mooie touw? Nee? Dat kan ook, daar valt over te praten. Ik zal je laten gaan, maar dan moet jij iets terugdoen. Dan moet jij mij Muizenkoning M.G. Muizenkoning geven, die ouwe rakker.’

‘De Muizenkoning is mijn vriend!’

‘Zeur niet. Muizen zijn om op te eten.’

‘Niet de Muizenkoning, niet een muis die die die liedjes kan zingen.’

De Vos kijkt verrast op. ‘Zingen? Kan hij dat, die ouwe sloeber? Hm, dat verandert de zaak. Ik ben een beschermer van de Kunsten en kan me niet vergrijpen aan een muzikale muis. Jammer. Maar het is niet anders. Hij is een collega. Ik heb zelf een zanggroep. Wij brengen het betere lied.’

‘Dat doet de Muizenkoning ook,’ zegt Annetje Lie.

[pagina 86]
[p. 86]


illustratie

‘O ja? Nu, het ene betere lied is het andere nog niet. Ik denk dat je wel anders praat als je ons eenmaal hebt gehoord. En je zult ons horen. Dan besef je dat die Muizenkoning maar wat aanrotzooit. Het toeval wil dat zo dadelijk een concert van onze zanggroep begint onder mijn bezielende leiding. Het is om zo te zeggen een onderdeel van de rondleiding die je al hebt betaald. Je hebt dus min of meer en eigenlijk volstrekt recht op het concert. Maar voor de consumptie in de pauze moet ik nog vijftien haren vragen. Hou even dat hoofd stil.’

‘Au! Au! Au!’

De Bunzing, de Das en de Wilde Kat komen op het gegil af.

‘Wie krijst daar toch zo, heb je een speenvarken gevangen, smek smek?’

‘Nee, publiek voor ons concert.’

‘Eten wij haar op na de finale, is zij tevens het souper?’

‘Wacht eens, die ken ik,’ zegt de Wilde Kat, ‘ze heet Annetje Lie.’

De wilde Kat is Sneu, haar eigen kat die wegge-

[pagina 87]
[p. 87]


illustratie

lopen is.

‘O Sneu, lieve Sneu, waar was je?’

‘De wijde wereld in, ik had er genoeg van.’

‘We hebben je overal gezocht, we dachten dat je dood was, o, we hebben zo gehuild toen je niet terugkwam.’

‘Erg overdreven,’ vindt Sneu. ‘Heb je iets voor me meegebracht? Lever? Hart?’

‘Ik wist niet dat je hier was.’

‘Goeie smoes,’ snauwt Sneu. Hij is niet lief meer, zijn ogen staan vals.

‘Het concert begint, de gong is al gegaan,’ roept de Vos.

‘Welke gong?’ vraagt de Das. ‘Ik hoor geen gong.’

‘Ik ook niet,’ zegt de Bunzing. Hij stinkt.

‘Als ik zeg dat de gong is gegaan dan is hij gegaan,’ zegt de Vos. ‘Het concert begint.’

‘Wacht even, wacht even,’ roept de Bunzing. Hij holt weg de gang in en komt even later terug. ‘Ik had vergeten mijn odeur op te spuiten. Hoe ruik ik nu?’

‘Als een bunzing die odeur heeft opgespoten,’ zegt de Vos.

[pagina 88]
[p. 88]


illustratie

De vier dieren klimmen op een kleine verhoging, nemen hoeden en wandelstokjes uit een kastje en buigen naar Annetje Lie. Annetje Lie klapt.

De Das doet een pasje naar voren. ‘Het programma luidt als volgt: Allereerst vertolken wij “Het lied van de grote jachtmeester”, vervolgens zingen wij “Kattenbek” en tot slot brengen wij ten gehore op veler verzoek “Om mijn oud woonhuis peppels staan”.’

De Bunzing is het er niet mee eens. ‘Laten we liever zingen van “Roos geurige roos”.’

‘Nee,’ zeggen de Vos, de Wilde Kat en de Das.

De vier zangers stellen zich naast elkaar op met één schouder naar het publiek, de hoed in de ene en de wandelstok in de andere hand en zingen:

 
Is er een brug
 
van hier naar daar?
 
Een brug van stenen
 
een brug van hout?
 
Tiedeldiedom?
 
Tiedeldiedom de wind steekt op
[pagina 89]
[p. 89]
 


illustratie

 
en mussen zijn geen vinken
 
wanneer het ijs de zee verdroogt
 
waar zullen wij ons verdrinken?
 
Tiedeldiedom?
 
Tiedeldiedom ik waarschuw u
 
gelag moet men betalen
 
het kind is ziek het kind is dood
 
de wagen komt het halen.
 
Tiedeldiedom!
 
Was er een brug van daar naar hier
 
een brug van touw wellicht van lood
 
dan kwam de zwarte wagen niet
 
dan was het kleinste kind niet dood
 
Tiedeldiedom?
 
Tiedeldiedom!

‘Ik vind van “Roos geurige roos” toch mooier,’ zeurt de Bunzing.

‘Jij moet je doodstil houden over geuren,’ zegt de Vos, ‘jij bent de allerlaatste die het woord geur in de mond moet nemen.’

‘Nu we het toch hebben over iets in de mond ne-

[pagina 90]
[p. 90]


illustratie

men,’ begint de Wilde Kat, ‘is het waar dat zij de Muizenkoning kent?’

Alle vier kijken ze naar Annetje Lie.

‘Ja, zij kent hem, die ouwe zanik, maar hij zíngt!’

‘Nou én? Ik kan in een ommezien maken dat hij niet meer zingt,’ grijnst de Wilde Kat, ‘of dat hij vals zingt.’

Hij stapt van de verhoging en komt naar Annetje Lie toe, zijn staart zwiept boven zijn rug. ‘Laten we eens een bezoek gaan brengen bij die gezellige ouwe Muizenkoning,’ snort hij, ‘dan stel jij hem behoorlijk aan mij voor. Kom, dat kun je best voor mij doen, voor je eigen Sneu.’

‘Dan eet je hem op,’ stamelt Annetje Lie.

‘Niet meteen,’ zegt de Wilde Kat en kijkt sluw. ‘O nee, niet meteen.’

‘Nee, dat zou niet verstandig zijn,’ valt de Vos hem bij, ‘eerst zorgen we dat hij al zijn muizenonderdanen bij elkaar roept voor een interessante rondleiding en een fraai concert, wat zullen die diertjes genieten, ze hebben toch al zo weinig in hun saaie grijze leventje.’

[pagina 91]
[p. 91]


illustratie

De Das en de Bunzing knikken heftig.

‘Nee, ik doe het niet,’ zegt Annetje Lie.

‘Dat is onverstandig.’ De Vos speelt met het haren koord. ‘Want als je niet meewerkt dan roepen wij de Jurkenvrouw, zie je.’ De vlecht zwaait langzaam heen en weer. ‘Nou? Heb je je al bedacht?’

‘Ik doe het niet, ik doe het niet.’

De vier zangers komen stap voor stap op Annetje Lie af, één schouder schuin naar voren, terwijl ze zacht zingen over de brug en de zwarte wagen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken