Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche poëzy. Deel 3 (1840)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche poëzy. Deel 3
Afbeelding van Vaderlandsche poëzy. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche poëzy. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.72 MB)

ebook (2.85 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche poëzy. Deel 3

(1840)–Prudens van Duyse–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 133]
[p. 133]

Aen Louisa.

 
Zou kunst de vrouw tot oneer strekken?
 
Hoe! voegt haer de eerkroon niet van d'eêlsten zegeprael?
 
Mag haer natuer geen zanglust wekken?
 
Wilt gy dat zy 't gevoel verstael'?
 
 
 
maria doolaeghe.
 
Veleda sprak aen 't strand, uit d'ouden toren, haer
 
Verbergend voor elks oog, en riep het volk te wapen,
 
By 't zwieren van den roomschen adelaer.
 
Civilis wou niet meer den vryheidsdroom verslapen,
 
En stapte aen 't hoofd der heldenschaer.
 
 
 
O Vrouwen, uit uw borst hoort men een godspraek klinken,
 
Rein als uw blanke ziel;
 
Verheffend als de nacht, by 't scheemrend maneblinken:
 
Zacht als de moederblik, die op haer zuigling viel.
 
 
 
De Belg heft nog de kruin; zijn glans is niet verdwenen;
 
En nog is hier de vrouw door d'adem Gods bezield;
 
Nog, door verheven licht omschenen;
 
Nog, de achtbre profetes, waer vorst en volk voor knielt.
[pagina 134]
[p. 134]
 
Louisa, gy zingt ook: uw zang rijst stoutbevleugeld;
 
Die zang is weêrklank uwer deugd.
 
Geen wederstand, die de ingeboren zucht beteugeld:
 
De Poëzy is droom, begoocheling der jeugd.
 
 
 
Ja, zing: bemin de kunst, die onvergangbre schoonheid,
 
Maer om haer zelfgenot: gy zijt den lof te groot.
 
Dat zich uw jonge ziel voor 't vaderland ten toon spreid',
 
Als 't zonvoorspellend morgenrood.
 
 
 
De deugd en Poëzy, uit hooger luchtgewelven
 
Ter neêr gedaeld, en vreemd aen lof en smaed der aerd,
 
Beloonen in het hart zich-zelven,
 
Dat, mildbevoorrecht, voor verrukking werd gebaerd.
 
 
 
Ga voort, maer ruil het fransch voorde oude tael der vaderen:
 
De tael der vaedren is der kindren broederband.
 
Ga voort; en bruis' de gloed der barden door uwe aderen,
 
En eens vereere u Nederland!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken