Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Johannes Viator (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van Johannes Viator
Afbeelding van Johannes ViatorToon afbeelding van titelpagina van Johannes Viator

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.12 MB)

Scans (10.77 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Johannes Viator

(1979)–Frederik van Eeden–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 321]
[p. 321]

XXXIV.

Voor hare voeten lig ik nu, haar lieve voeten, in vrome aandacht der herinnering.

Mijne lippen raken haar zacht zwart kleed, warm raakt míjn deemoed haar gewijde leden, en mijn gepeinzen rijzen lichtend rond haar op en trekken aureolen om haar hoofd, ringen van fijn goud-licht, die zich opvolgen, opvolgen en van haar uitgolven over 't zwart, breeder, teerder - dan met zacht kleurgespeel.

Zij, die mij gezonden is, van Gods serafijnen één, blankhandige vrouw, aanrakend met licht mijn innerlijke ziel.

In de koestering van haar zon-oogen is dit al gegroeid, deze fijne, machtige en weelderige vegetatiën, die ik te beelden tracht in woorden ontoereikend.

Dit woud, met zijn uiterste fijnheid der loo-

[pagina 322]
[p. 322]

verkes zonder tal, fijn-vederig, teergekarteld, - met zijn zwaar-machtige grootheid, zijn statigstaande majestatische contoeren.

De looverkes allen leven vrij uit in de ruime goede lucht en de zachte wind streelt ze, dat ze bevend en ritselend wuiven, de kleinen, maar geurdamp vult het schaduwvolle bosch en de stoere stammen staan vast en zwaar, schoonheid, in donkren stand van sterkte.

En de menschenziel die dit schoon dragen zal, moet zijn sterk als de vaste aarde, - maar ook ruim en goed als de groote lucht, dat zij ook 't allerfijnste niet zal krenken.

O mij, o mij - en zoo ik dit al zelf bereiken kon, waar zou ik vinden die mij verstaat?

Want er zijn menschen als norsche rotsen, groot en hatend, sterk en onverzettelijk, dor en hard - en ook menschen als mollig mos, fijn en teeder, laag en lief, week en meegevend.

Maar weinigen zijn als het woud, groot en toegankelijk, machtig liefderijk, sterk en toch àl teederheid.

Om harentwille zal ik mijn hart maken een tempel van goedheid, die den geringsten niet

[pagina 323]
[p. 323]

uitsluit en zelfs den kwaaddoener tot bescherming is. Maar zijne zuilen zijn hoog en geweldig vast, de vloer in kunstvol mozaïek geleid, tot fijnste oogenlust het kleurenlied in 't glas doorzichtig ingebrand.

De hooge ramen houden op in 't licht, de strakke, bonte pracht, van mijne aardsche liefde de edele legende. En het groote Wereldlicht doet er zijne stralen zacht door zijgen, zich kleurend in haar kleuren, stil-rood, stil-blauw, - ook het stille, heilige geel.

Een woud van goedheid, een tempel van goedheid, - ja een burcht, een sterke stad van goedheid wil ik staan.

Een breed ommuurde, van ver hoog-zichtbare vesting, hoog zegepralend over volkeren van haat, voor allereigenste hating wreed ontoegankelijk, maar vrij en open voor der allervreemdsten liefde.

Veiligheid gevend elk die goedheid zoekt, maar hulp noch steun verwachtend, zelfgenoegzaam vast in eigen sterkte, vrij en open.

Wakend zal zij uitzien over de wijde landen tot waar tusschen de bergen de Wereldzee

[pagina 324]
[p. 324]

blinkt. En telken morgen, als op het trotsch gemuurte de roode zonglans te schijnen begint zal er plechtige omgang zijn en gezang en vroom geklink van vele klokken. Want haar wezen is vrede en des Hoogsten verheerlijking.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken